10 De dames en heren collegae uit de interfaculteit der Aardrijkskunde en Prehistorie dank ik voor hun enthou- siaste erkenning van de waarde voor hun werk van de beeldvorming, en daarmee van onze vakgroep en haar leden. Besef van de waarde van beeiden en hun toepassing ls waarschljnlijk de belangrijkste erfenis van U, hoogge- leerde Koeman. Uw rol in de Nederlandse kartografenwe- reld, en met name in de studie van de kartografische mformatievoorziening door de overheid zal voor mij een voorbeeld blijven. Het onderzoek- en onderwijsprogramma van de vakgroep kon in de laatate jaren mede worden gerealiseerd door intensieve samenwerking met de kartografische afdelin- gen en kartografen van de TH Delft en het ITC in Enschede. De opvolgers van Romein in Delft en van Ormeling in Enschede wil ik bij deze danken voor de geboden steun. Aan de Studenten die Kartografie als bij- of hoofdvak kozen en die daarmee beogen als specialist in de weer- gave van ruimtelijke informatie door het leven te gaan wil ik de overtuiging van de vakgroep meegeven dat de geschetste studieopzet hen theoretisch fen practisch voor onderzoek en toepassingen op dit gebied voorbe- reidt. Ten behoeve van hun verdere ontplooiing hoop ik op een goede beeldvorming omtrent de kartografie en haar beoefenaren. Ik dank tl voor Uw aandacht. Literatuur ATLAS VAN NEDERLAND, eerste editie, (1963-1977), Staatsuitgeverij, Den Haag. ATLAS VAN NEDERLAND, tweede editie, (1984- Staatsuitgeverij, Den Haag. ARNHEIM, R. (1954), Art and Visual perception. A psychology of the creative eye. Umversity of California Press, Los Angeles. BERTIN, J. (1967), S6miologie graphique. Gauthier/Mouton, Paris/Den Haag. BERTIN, J. (1977), La Graphique et le traitement graphique de 11 Information. Flammanon, Paris. BERTIN, J. (1983), Semiology of graphics. Umversity of Wisconsin Press, Madison Wisc. Bibliografie van in Nederland versehenen kaarten. Koninklijkfe Bibliotheek, Den Haag (1979-1983). GROTE BOSATLAS 49e druk (1981), Wolters-Noordhoff Groningen. BREMEN, W.J. VAN DEN (1977), Verandenng en continuiteit. Dissertatie Groningen. BUCHANAN, A. (1975), Types of maps relevant to regional planning. pp. 40-71 in: E.S. Bos e.a. (Eds.), Proceedings Seminar on regional planning cartography, European Conference of ministers responsible for regional planning, Enschede. Careers in Geography (1984), Association of American Geographers, Washington. Collections of maps from the British Parliamentary Papers (1977), Irish Academic Press, Dublin. DAHLBERG R.E. and J.R. Jensen (1985), Education for cartography and remote sensing in the Service of an information society: the U.S. case. pp.169-186 in: D.R.E. Taylor (ed.), Education and training in contemporary cartography. Wiley, London. D0BS0N, J.E. (1983), Automated Geography. The Professional Geographer vol. 35-2, pp.135-143. DONNEES SOCIALES (1984), Institut National de la Statistique et des Etudes Economiques, Paris. GUPTILL S.C. and L.E. Starr (1984), The future of cartography in the information age. pp. 1-15 in: Computer-assisted cartography research and development report, (Ed. L.E. Starr) International Cartographic Association, Washington 1984. Handelingen van de Tweede Kamer der Staten Generaal 1979/80-1983/84)StaatsuitgeverijDen Haag. HART, R.A. and G.T. MOORE (1973), The development of spatial Cognition: a review. In: R.M. Downs and D. Stea (Eds.), Image and environment. Aldine, Chicago. HETTNER, A. (1910), Die Eigenschaften und Methoden der kartographischen Darstellung. Geographisches Zeitschrift. KAMPEN, A. VAN (1981), De verbeelding van de ruimtelijke ordening. pp. 51-57 in: E.J. Ormeling (red.), De kartering van Nederland tot het jaar 2000. Bulletin van de vakgroep Kartografie no. 13, Geografisch Instituut, R.U.Utrecht. KEATES, J.S. (1985), Cartographic education in the mapping science field. In: D.R.F. Taylor (Ed.), Education and training in contemporary cartography. Wiley, London. KEUNING H.J. (1971), Enkele beschouwingen over de image van Nederland. Geografisch Tijdschrift vol. 5. no.4, pp.365-373. KOEMAN, C. (1969), Het beginsel van communicatie in de kartografie. Inaugurele rede. Theatrum Orbis Terrarum, Amsterdam. KOEMAN, C. (1981), Weg van de kaart. Afscheidsrede. Theatrum Orbis Terrarum, Amsterdam. MARBLE, D.E., H.W. CALKINS and D.J. PEUQUET (1984), Basic readings in Geographie Information Systems. SPAD Systems, Williamsville NY. NAELTEN, M. VAN (1974, 1976), Atlas van de Nationale Survey. Automatische Kartografie; Volkstelling van 1970. Ministerie van Openbare Werken Brüssel. NIS/DIDS: White House uses Computer graphics in briefings. Computer Graphics News vol. 1, 1981 no. 1 (National Indicators System/Decision Information Display System). OLSON, J.M. (1984), Video dises and map design. In: Technical Papers of the 12th International Conference of the International Cartographic Association. Vol. 1, Perth. pp. 509-515. ORMELING, E.J. Sr. (1972), Turbulent Cartography. Inaugurele rede, Waltman, Delft. ORMELING, F.J. Sr. (1982), Final Project. Afscheidsrede. ITC, Enschede. PELLENBARG, P.H. (1985), Bedrijfsrelokatie en ruimtelijke kognitie.Dissertatie. Groningen. PERLf, J.H. (1970), De ontwikkeling van het Noorden des lands - een suggestie. In: Stedebouw en volkshuisvesting. pp. 314-316. PEUQUET, D.J. (1984), A conceptual framework and companson of spatial data models. Cartographica vol. 21, no. 4. pp. 66-114. RHIND, D.W. (1984), Remote Sensing, digital mapping

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 82