visie op de complexe stof der thematische kartografie
die de schrijver voorstelt in te delen volgens grafische
struktuurtypen zoals isolijnen-, stippen- en bewegings-
kaarten in plaats van volgens het oeverloze aantal te
karteren thema's. Deze struktuurleer dient volgens
Imhof de kern van de wetenschap der thematische kar
tografie te zijn, want alleen op deze basis kan een over-
zichtelijke, zinnige vormenleer worden opgebouwd.
Hoewel het boek alle allure heeft van een baanbrekend
werk en de indeling in struktuurtypen vri] algemeen
werd geaccepteerd, werd het toch minder enthousiast
ontvangen dan bijvoorbeeld Kartographische Gelände-
darstellung. In Kartographische Nachrichten viel het
zelfs een kille, negatieve kritiek ten deel, die onder
de Duits sprekende discipelen van de grootmeester
konsternatie teweegbracht.
Atlas der Schweiz
De volle reikwijdte van Imhof's grafisch talent open-
baart zieh in de Atlas der Schweiz, de nationale atlas
van Zwitserland, waartoe de Bundesrat overigens na
lang aandringen van de meester zelf, in 1961 het
groene licht gaf. Als 67-jarige aanvaardde Imhof als
voorzitter van de redaktiekommissie en tevens hoofd-
redakteur de leiding van dit omvangrijke projekt,
waarvan de realisering in 12 afleveringen plaats vond
en 17 jaar in beslag nam. Bij voltooii'ng in 1978 om-
vatte de Atlas der Schweiz circa 500 op de jongste
onderzoekingen en tellingen berustende kaarten met
bijbehorende profielen, diagrammen, tabellen en
toelichtende tekst in drie talen. In totaal werkten cir
ca 140 deskundigen uit verschillende diseiplines aan
het projekt mee. Met de meeste van hen stond Imhof,
die volgens Spiess de werkzaamheden souverein leidde,
in persoonlijk kontakt. Hij slaagde er in zijn mede-
werkers te inspireren, hen grafisch onder 66n noe-
mer te brengen en zo nodig naar zijn hand te zetten,
waardoor de atlas in alle onderdelen der grafische
vormgeving en didaktische presentatie de hand van
de meester verraadt en zodoende tot zijn opus magnus
is uitgegroeid. De atlas werd door de vakwereld
enthousiast ontvangen. Hoewel een vergelijking met
andere nationale atlassen, die elk voor zieh een eigen
Stempel dragen, nauwelijks mogelijk is, overheerst
de mening dat de Atlas der Schweiz wat betreft gra
fische vormgeving, didaktische presentatie en karto-
grafisch-technische kwaliteit tot de leidende speci-
mina behoort. Natuurlijk was er ook kritiek. Onder
meer werd het overheersen van analytische kaarten
en de spaarzame dosering van synthetische kaarten
betreurd alsmede het ontbreken van probleemge-
oriönteerde hoofdstukken. Dit neemt echter niet weg
dat de belangstelling voor de atlas gedurende de
periode van verschijning zodanig toenam dat de opla-
gen van de afleveringen van 4500 tot 6000 exemplaren
werden verhoogd.
Imhof en de ICA
Door zijn internationale gezag was Imhof voorbestemd
een rol te speien in het internationale verenigingsleven.
Sedert het midden van de jaren vijftig nam hij samen
met duitse en franse collega's deel aan gesprekken
over het door de Zweed Carl Mannerfelt geopperde
denkbeeld tot oprichting van een internationale karto-
grafische vereniging, een plan dat bij geografen en
fotogrammeters weinig Sympathie vond. Allengs
werd Imhof's aandeel aan deze diskussies groter en
tenslotte misschien wel beslissend. Samen met
Mannerfelt wist hij de zusterdiseiplines te overtui-
gen van het speeifieke, eigen probleemgebied der
kartografen en van het daaraan ontleende recht op
een eigen organisatie. In 1959 werd te Bern de In
ternational Cartographic Association (ICA) opgericht
met Imhof als haar eerste president. Twee jaren
later presideerde hij als charmante gastheer de eer
ste algemene ledenvergadering te Parijs, waar de
Statuten werden goedgekeurd. Hoewel de demokra
tische instelling van een Zwitser natuurlijk buiten
verdenking staat, openbaarde onze eerste ICA-pre-
sident tijdens de eerste nog onzekere jaren van de
jonge vereniging, waarin het op snelle besluitvorming
aankwam, voldoende autoritaire trekjes om haar te
consolideren. De beperkte diskussietijd die hij de
vergaderingen toestond waarbij 'Discussion opened'
en 'Discussion closed' elkaar snel opvolgden zal in
de herinnering blijven voortleven.
Overigens bleek de oprichting van de ICA juist ge-
timed te zijn. Binnen 10 jaren sloten zieh meer dan
50 landen als lidstaten aan. Onder hen bevonden zieh
7 Oostblokstaten die kollektief in 1964 toetraden,
hetgeen met veel takt door Imhof en Mannerfelt werd
voorbereid. Als waardering voor zijn pionierswerk
verleende de ICA haar eerste president haar hoogste
onderscheiding, de Mannerfeltmedaille, terwijl ten
slotte tijdens de rouwdienst te Erlenbach schrijver
dezes namens de ICA de overledene een laatste groet
bracht.
Slot
De betekenis van Imhof voor de kartografie berust
op de zelden in 66n persoon verenigde kombinatie van
wetenschapszin, kunstzinnige geaardheid en techni
sche vaardigheid. Door deze kombinatie was zijn
horizon wijder en kon hij meer overzien dan menig
vakgenoot. Bovendien gingen deze eigenschappen ge-
paard met een strijdlustige natuur, veelal verhuld
door een ontwapenend optreden, waardoor hij voor
de kartografie veel heeft kunnen bereiken dat voor
anderen niet was weggelegd. Uit waardering voor
zijn werk vloeiden hem van alle kanten erelidmaat-
schappen en onderscheidingen toe waaronder een ere-
doktoraat van de Universiteit van Zürich, grote
geografische medailles (David Livingstone, Martin
Behaim en Alexander von Humboldt) en een ere-
burgerschap van de gemeente Erlenbach.Nederland
dat hem driemaal als spreker mocht ontvangen
(1959, 1967 en 1970) was een der weinige westeuro-
pese landen die hem vanwege een merkwaardige en
onverklaarbare terughoudendheid geen officiSle hulde
betuigden.
Lees verder op blz. 27.
18
KT 1986. XII. 3