eigenlijke
symbool-
ontwerp
keuze v^n de
visuele
variabelen
vaststelling
vereiste visuele
waarnemings-
niveaus
analyse van kaart-
inhoud en eigen-
schappen van de
gegevens
Hieronder worden de tien stappen uit figuur 3 kort
toegelicht. De nummering van de stappen duidt op
zieh geen volgorde aan; voor de logische volgorde
raadplege men de figuur.
Stap 1het zieh vertrouwd maken met de kaartinhoud.
Ieder proces van symboolontwerp moet beginnen met
een fase waarin de kartograaf, als hij dit althans nog
niet is door zijn betrokkenheid bij de redaktie, zieh
vertrouwd maakt met de vastgestelde inhoud van de
kaart en met het 'waarom' ervan. Algemene karto-
grafische kennis is hiervoor onontbeerlijk. Terug-
koppeling naar de kaartredaktie kan vruchtbaar zijn.
Stap 2: Analyse ruimtelijke gegevens.
De ruimtelijke gegevens die in de kaart zullen worden
verwerkt, dienen op hun kenmerken, zoals eerder
beschreven, te worden geanalyseerd. Vanzelfspre-
kend vereist dit een goede kennis van zaken van het
onderwerp van de kaart en een grondige kennis van
fysische- en sociaal-geografisehe begrippen voor het
bredere verband is nodig.
Stap 3: Vaststellen van de waarnemingsniveaus.
Op basis van de resultaten van stap 2, zal het nu mo-
gelijk zijn vast te stellen, welke visuele waarnemings
niveaus in de te presenteren informatie in de kaart
moeten worden nagestreefd. Kennis van gegevens-
strukturen, van meetschalen en van diverse aspekten
van visuele waarneming is nodig.
Stap 4: Analyse van de funktie van de elementen in
de basiskaart.
De stappen 4 en 5 hebben vooral betekenis wanneer
het symboolontwerp betrekking heeft op een thema
tische kaart. De thematische informatie moet gere-
lateerd worden aan topografische elementen, zonder
welke de kaart betekenisloos zou zijn en zelfs het
predikaat kaart niet meer van toepassing is. De topo
grafische elementen in de ondergrond (soort, hoe-
veelheid, generalisatie) moeten funktioneel zijn aan
de thematische inhoud en de relaties tussen beide
moeten duidelijk begrepen worden.
Waar bestaande topografische kaarten als ondergrond
worden gebruikt voor een thematische kaart, is deze
keuze nogal eens terug te voeren op produktietechni-
sche en kostenaspekten. Deze ondergrond is beschik-
baar, veranderingen er in zijn niet eenvoudig te maken
en produktie van een nieuwe ondergrond is tijdrovend
en duur. Of een aldus gekozen ondergrond de meest
ideale is, valt te bezien, hetgeen overigens niets ten
kwade zegt van de topografische kaart als zodanig.
Stap 5: Vaststelling van het vereiste waarnemings-
niveau van de basiskaart.
In het algemeen zal de ondergrond een lager waar-
nemingsniveau hebben dan de thematische informatie.
Toch is het goed daar per geval bij stil te staan.
Bepaalde elementen in de ondergrond kunnen, afhan-
kelijk van het type kaart, van meer belang zijn dan
andere. Als voorbeeld mag hier genoemd worden de
hoogtelijnen. Voor bepaalde thematische kaarten
(bijvoorbeeld geologische kaarten, geomorfologische
kaarten) hebben hoogtelijnen een nagenoeg thematische
waarde en zijn derhalve van een andere waarnemings-
orde dan andere topografische elementen. Voor het
drainagepatroon zou hetzelfde gezegd kunnen worden.
Stap 6: Keuze van de visuele variabelen.
Als resultaat van de stappen 3 en 5 kan nu een keuze
gemaakt worden uit de visuele variabelen, waarbij
de relaties tussen visuele variabelen en waarnemings-
niveau nauwlettend in het oog gehouden moeten worden.
Stap 7: Analyse van speeifieke kaartgebruikerseisen.
Er kunnen zieh omstandigheden voordoen dat kaart-
gebruik sterk afwijkend is van de gemiddelde omstan
digheden, zoals bijvoorbeeld gebruik op niet normale
leesafstand en/of niet onder normale omstandigheden
van belichting, en/of sterk beperkte duur van de ob-
servatie. Naast de eisen van kaartgebruik die reeds
een vertaling vormen in de kaartinhoud, hebben
bovengenoemde bijzondere eisen een direkte invloed
op de keuze van de Symbolen. Zieh ook dit te reali-
seren en hiervoor oplossingen te vinden mag van de
kartograaf verwacht worden.
Stap 8: Analyse van de noodzaak conventionele en/of
gestandaardiseerde Symbolen te gebruiken.
De eerder genoemde stappen 2 t/m 7 kunnen sterk
vereenvoudigd worden, ja zelfs overbodig zijn, indien
gebruik gemaakt kan of moet worden van conventio
nele of gestandaardiseerde Symbolen. In het geval
dat alle Symbolen op die manier bepaald zijn, is er
van een proces van symboolontwerp nauwelijks of
geen sprake.
Dit soort situaties doet zieh herhaaldelijk voor bij
bijvoorbeeld topografische kaarten, standaard geo
logische kaarten en hydrografische kaarten.
Overigens is het feit dat gebruik gemaakt wordt van
gestandaardiseerde Symbolen op zieh geen enkele
garantie voor goede Symbolen. Er zijn vele kaart-
voorbeelden in de wereld met gestandaardiseerde
Symbolen, waar kritisch symboolontwerp niet mis-
plaatst zou zijn. Niet alle gestandaardiseerde Sym
bolen schijnen ontworpen te zijn door professionele
kartografen.
Stap 9: Het eigenlijke symboolontwerp.
Na alle voorgaande stappen die een voorbereidend
KT 1986. XII. 3
25