Hoofdstuk 7 Drukken van kaarten 7.1 drukken (van kaarten) Het vermenigvuldigen van kaarten, veelal in meer kleuren, door middel van druktechnieken (731.0). Opm: Men spreekt ook van druk, waarmee zowel de handeling als het resultaat van het procede bedoeld wordt. 711.1 lithografische steen Homogene, vlak geslepen, fijn- korrelige kalksteen, die voorsteengravure (622.1en steendruk (731.6) werd gebruikt. Opm: Men onderscheidde de geelkleurige (1) over- druksteen en de grijsblauwe (2) gravuresteen. 711.2 (druk)plaat Dünne, meestal metalen plaat van be- paalde afmeting, dikte en samenstelling, die wordt gebruikt als drukvorm (72.1in de offsetdruk (731.7). Opm: Met deze term wordt zowel de onbewerkte plaat als de geprepareerde drukvorm aangeduid. Men onderscheidt o.m. de (1aluminiumplaat en (2) zinkplaat. De eerste is thans in de offsetdruk het meest gebruikelijk. 71 1.2a plaatmaken Het vervaardigen van drukvormen (72.1 voor de offsetdruk (731.7) door middel van een kopieerprocedö (642.2). Opm: Bij de meerkleurendruk vormen de eindorigi- nelen (672.9) het uitgangspunt voor het kopieren van het te drukken beeld op de drukplaten. 711.3 gepresensibiliseerde (druk)plaat Drukplaat die fa- brieksmatig van een lichtgevoelige laag is voorzien. 711.4 bimetaalplaat Metalen drukplaat waarop elektroly tisch een tweede metaallaag is aangebracht; een van de twee metalen is inktgevoelig, de andere water- voerend. 71 1.5 trimetaalplaat Metalen drukplaat bestaande uit een basisplaat waarop elektrolytisch twee andere lagen zijn aangebracht; van deze twee metaallagen is de ene inktgevoelig, de andere watervoerend. 711.6 proef(druk)plaat Drukplaat die gebruikt wordt voor het maken van proefdrukken op de proefpers (733.2). Syn: plaat voor de proef. 711.7 oplageplaat Drukplaat bestemd voor het drukken van de oplage (732.32). Syn: machineplaat; plaat voor de oplage. 712.1 te bedrukken materiaal Materiaal waarop het beeld dat op de drukvorm (72.1) Staat, via e^n der druk technieken (731.0) wordt overgebracht. Opm: Meestal is het te bedrukken materiaal papier, maar het kan ook metaal, plastic of textiel zijn. 712.1a papiersoorten Soorten papier, onderscheiden op basis van samenstelling en oppervlaktestruktuur. Opm: Men onderscheidt naar samenstelling (1) houtvrij papier, (2) houthoudend papier en (3) synte- tisch papier; en naar oppervlaktestruktuur (welke het resultaat is van het fabrikageproces) o.m. (4) machine- gestreken (machine-coated) papier, (5) machineglad papier, (6) gesatineerd papier. 712.1b offsetpapier Speciaal voor offsetdruk (731.7) ont- wikkeld papier, gekenmerkt door goede lijming, maatvastheid, plukvast oppervlak en looprichting (713.5). 712.2 landkaartenpapier Papier van hoogwaardige kwali- teit, gekenmerkt door een hoge mate van ondoor- schijnendheid en een hoog vouwgetal, bestemd voor het drukken van kaarten. Opm: Landkaartenpapier is een speciaal soort offset papier (712.1 b). 71 2.3 zeekaartenpapier Vochtbestendig papier van Sterke kwaliteit, met een hoog gramgewicht (71 3.7) en een goede radeerbaarheid, bestemd voor het drukken van zeekaarten. Opm: Bij een gramgewicht boven 150 spreekt men van (1) zeekaartenkarton. 712.4 overdrukpapier Speciaal geprepareerd papier, be stemd voor overdruk (732.31). Syn: natgrauw(papier); transferpapier. 712.5 drukvel Rechthoekig, op maat gesneden materiaal, meestal papier, bestemd om te worden bedrukt in een vellenpers. Syn: te bedrukken vel. 713.1 papierkenmerken Eigenschappen van papier welke het gevolg zijn van de samenstelling en het fabrikage proces. Bijv. (1) ondoorschijnendheid (opaciteit); (2) glans; (3) breeklengte; (4) (dubbel)vouwgetal; (5) lichtechtheid; looprichting (713.5); opdikking (713.6a) en kleur (713.8). 71 3.2 papierformaat Lengte en breedte van een rechthoe kig gesneden vel papier. Opm: Naast de vroeger gehanteerde (1) standaard- formaten, zoals post, royaal en adelaar, gebruikt men thans veelal de (2) eenheidsformaten (DIN-formaten), zoals de bekende A-reeks. 71 3.3 bovenzijde van het papier Zijde van het papier die bij de fabrikage niet in kontakt is geweest met de zeef van de papiermachine. Opm: Deze zijde is druktechnisch het meest geschikt. Syn: viltzijde. 71 3.4 onderzijde van het papier Zijde van het papier die bij de fabrikage in kontakt is geweest met de zeef van de papiermachine. Syn: zeefzijde. 713.5 looprichting (van het papier) Rangschikking van de vezels in het papier, ontstaan bij, en evenwijdig aan, de doorloop van het papier in de papiermachine. Opm: De looprichting is van belang voor het drukken en vouwen. Omdat rek en krimp vooral loodrecht op de looprichting van het papier optreden, wordt het papier gewoonlijk dwars op de looprichting door de drukpers gevoerd. Syn: machinerichting. NVK 1986 43

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 37