713.6 papierdikte Gemiddelde dikte van een vel papier. Opm: De dikte van papier wordt meestal aangeduid door het (1opdikkingsgetal, dat de verhouding aan- geeft met de dikte die het papier zou hebben bij een gramgewicht (713.7) van 100. 713.6a opdikking Het soortelijk volume van papier (het volume in cm3 ingenomen door 1 gram), dat met name be'invloed kan worden door het toevoegen van vulstoffen tijdens het fabrikageproces. 71 3.7 gramgewicht Gewicht van een vel papier uitgedrukt in grammen per Vierkante meter (g/m2). Syn: vierkante-metergewicht. 71 3.8 papierkleur Kleurvan papier, verkregen doortoevoe- ging van kleurstoffen tijdens het fabrikageproces. 713.9 papiervervorming Veranderingen in de afmetingen en de vlakligging van een vel papier ontstaan tijdens het drukken of door wijziging van de luchttempera- tuur en -vochtigheid. Opm: Men onderscheidt (1) krimp en (2) rek van papier. Bij een Stapel papier uit de vervorming zieh in zgn. (3) randgolving en (4) schotelvorming. 714.1 drukinkten Kleurstoffen die gebruikt worden voor het drukken. Opm: Voor het drukken van kaarten worden de normaal verkrijgbare, gestandaardiseerde drukink ten gebruikt. 72.1 drukvorm Materiaal (steen, metaal, kunststof) dat voorzien is van een beeld en waarvan via een druk- techniek (731.0) afdrukken kunnen worden gemaakt. Bijv. drukplaten (711.2) en cliche's (72.2). Syn: beelddrager. 72.2 cliche Metalen of plastic drukvorm (72.1waarin de niet-drukkende delen mechanisch of chemisch zijn verdiept, bestemd voor hoogdruk (731.1). 72.3 lijncliche Cliche (72.2) waarvan het te drukken beeld bestaat uit lijnen en tekst zonder rasterpartijen. 72.4 galvano Längs elektro-chemische weg vervaardigd cliche (72.2). 72.7 kompleet stel drukplaten De bijeenhorende set drukplaten die samen het volledige beeld bevatten van een te drukken kaart (in meer kleuren). Opm: Na het drukken van de oplage (732.32) worden de gebruikte drukplaten meestal niet bewaard. Wel bewaart men met het oog op een eventuele herdruk (732.34) de komplete set eindoriginelen (672.10). 72.16 tintplaat Drukplaat met een regelmatig patroon van grafische elementen, bestemd voor het drukken van een achtergrondkleur. Syn: toonplaat. 72.17 rasterplaat Drukplaat met een gerasterd beeld, be stemd voor de weergave van halftonen (422.12). Opm: In de offsetdruk (731.7) is onderzoek gaande om rasterloos te drukken. Daarbij maakt men gebruik van de oppervlaktestruktuur (grein) van de drukplaat om halftonen weer te geven. 72.18 krachtplaat Drukplaat voor het drukken van extra kracht ter versterking van het kontrast in schaduw- partijen bij gerasterde weergave. Opm: In de vierkleurendruk (732.18) is dit in het algemeen de zwartplaat. 72.19 koperplaat Drukvorm (72.1) van koper, met een gepolijst oppervlak, waarin het te drukken beeld met de hand, mechanisch of chemisch verdiept is aan gebracht, bestemd voor koperdruk (731.4). Opm: Men onderscheidt de (1kopergravureplaat en de (2) koperetsplaat. Tot plm. 1900 werden vele kaarten in koper gegraveerd en via koperdruk ver- menigvuldigd. 72.20 lichtdrukplaat Mat geslepen glasplaat voorzien van een chromaat-gelatinelaag, bestemd voor lichtdruk (731.8). Syn: lichtdrukglasplaat. 731.0 druktechnieken Methoden om een beeld aange bracht op een drukvorm (72.1) via een drukpers te vermenigvuldigen. Opm: De belangrijkste technieken zijn hoogdruk (731.1diepdruk (731.3), vlakdruk (731.5) en zeef- druk (731.9). Syn: drukprocede's. 731.1 hoogdruk Druktechniek waarbij de drukkende delen verhoogd op de beelddrager(72.1liggen, ongeveer op gelijke wijze als bij een Stempel. Bijv. boekdruk (731.2) en flexografie. Opm: De hoger gelegen beelddelen worden met inkt ingerold en daarna onder druk in kontakt gebracht met het papier, waardoor een afdruk tot stand komt. 731.2 boekdruk Hoogdruktechniek (731.1) waarbij ge- drukt wordt vanaf loodzetsel en cliche's (72.2). 731.3 diepdruk Druktechniek waarbij de drukkende delen verdiept in de metalen beelddrager (72.1) liggen. Bijv. koperdiepdruk (731.4) en rasterdiepdruk. Opm: De gehele beelddrager wordt van inkt voor zien, maar de inkt blijft alleen achter in de verdiepte beelddelen. Het papier dat onder druk in kontakt wordt gebracht met de beelddrager, zuigt de inkt op uit de verdiepte delen. 731.4 koper(diep)druk Diepdruktechniek (731.3) waarbij van een koperplaat (72.19) wordt gedrukt. Opm: Vanaf de 1 6e eeuw tot het einde van de vorige eeuw werden kaarten vrijwel altijd via deze druk techniek vermenigvuldigd. Syn: plaatdruk. 731.5 vlakdruk Druktechniek waarbij de drukkende delen en de niet-drukkende delen van de beelddrager (72.1) op gelijke hoogte liggen. Opm: Vlakdruk berust op de onderling afstotende werking van water en vet (drukinkt). De beelddrager is zo bewerkt dat de drukkende delen geen vocht kunnen vasthouden en de rest van de beelddrager 44 NVK1986

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 38