wel. Na bevochtiging met water, wordt de beeld- drager door de inktrollen ingerold. De drukinkt hecht zieh alleen aan de droge beelddelen en wordt ver- volgens onder drukspanning overgezet op papier. Bij steendruk (731.6) geschiedt dit direkt van de druk- vorm op het papier; bij offset (731.7) indirekt via een rubberdoek. Andere vormen van vlakdruk zijn: lichtdruk (731.8) en het moderne di-lithoprocede voor het drukken van dagbladen. 731.6 steendruk Vlakdruktechniek (731.5) waarbij het te drukken beeld is aangebracht op een lithografische steen (711.1). Opm: Meestal werd het beeld van de gravuresteen eerst overgebracht, via overdruk (732.31), op een tweede steen, de overdruksteen, waarvan vervol- gens werd gedrukt. Vanaf rond 1 800 tot 1 940 was steendruk de belang- rijkste druktechniek voor het vermenigvuldigen van kaarten. 731.7 offset(druk) Vlakdruktechniek (731.5) waarbij het te drukken beeld indirekt, via een rubberdoekcilinder (733.9), wordt overgezet op het papier. Opm: Men onderscheidt o.m. (1) kleinoffset, (2) vellenoffset en (3) rollen- of rotatie-offset. Deze druktechniek, met name in de vorm van vellen offset, is de meest gebruikelijke techniek voor het drukken van kaarten in grote oplagen. 731.8 lichtdruk Speciale vlakdruktechniek (731.5) waarbij rasterloos van een lichtdrukplaat (72.20) wordt gedrukt. Opm: Deze techniek, die thans weinig meer wordt toegepast, is zeer geschikt voor het nadrukken van oude handschriften en kaarten. Er bestaat ook een kopieerprocede met de naam lichtdruk (683.1 Syn: gelatinedruk. 731.8a doordruk Druktechniek waarbij de drukinkt döör de beelddrager op het te bedrukken materiaal wordt overgebracht. Bijv. zeefdruk (731.9) en (1stencilen. Opm: Doordruk is een soort (2) sjabloontechniek. 731.9 zeefdruk Druktechniek waarbij de beelddrager be staat uit fijnmazig gaasdoek, waarvan de niet-druk- kende delen zijn afgedekt door een sjabloon. De drukinkt wordt met behulp van een rakel Over het gaasdoek geschoven en via de niet-afgedekte delen door het gaasdoek heen, op het te bedrukken materiaal overgebracht. Opm: Voor het drukken van kaarten wordt deze techniek nog weinig toegepast. Een bekende toe- passing is het drukken van stadsplattegronden op kunststof, bestemd voor vitrines. 732.1 gedrukte kaart Een met behulp van een druktechniek gereprodueeerd kaartbeeld. 732.2 te drukken beeld Het te drukken beeld, aangebracht op de drukvorm (72.1). Opm: Bij de offsetdruk (731.7) wordt het te drukken beeld door het kopieren (642.2) van een eindorigi- neel (672.9) op de drukplaat aangebracht, spreekt dan van (1) beeld op de plaat. Syn: drukbeeld. Men dat 732.3 drukkende delen Deel van de drukvorm (72.1) door het te drukken beeld wordt ingenomen. Opm: Naar analogie van deze term spreekt men ook van (1) niet-drukkende delen. Syn: beeldpartij; drukkende partij. 732.4 maximum drukformaat Maximale afmetingen van het oppervlak dat door een drukpers kan worden bedrukt. Syn: maximum drukoppervlak. 732.5 persformaat Maximaal papierformaat (713.2) dat door een drukpers kan worden verwerkt. Opm: Het persformaat is altijd iets groter dan het maximum drukformaat (732.4) in verband met het (1 grijperwit, de ruimte nodig voor het vasthouden van de drukvellen door de grijpers (733.6) bij de door- voer in de drukpers. Syn: machineformaat. 732.6 aanleghoek Twee haaks op elkaar gesneden zijden van een drukvel (71 2.5) die gebruikt worden om dit in register (732.8) in het drukgedeelte van de drukpers in te voeren. 732.7 registertekens Merktekens die bij meerkleurendruk (732.30) per kleur worden meegedrukt om het passen van het drukwerk op snelle en eenvoudige manier te kunnen kontroleren. Syn: registermerken. 732.8 register Het precies naast of over elkaar liggen van de elementen van een kaart, die bij meerkleurendruk op de verschillende drukplaten staan. Opm: Men spreekt ook van register met betrekking tot de juiste stand van de gedrukte beeiden bij schoon- en weerdruk (732.26/732.27). 732.9 dekkend vermögen Het meer of minder transparant zijn van drukinkten. Syn: dekking. 732.1 0 pasverschillen Het ontbreken van nauwkeurig regis ter (732.8) van beeldelementen, afkomstig van de verschillende drukplaten (bij meerkleurendruk). 732.1 1 kleur(kontrole)strook Buiten het kaartbeeld mee- gedrukte kleurbalk bestaande uit meerdere meet- en kontrole-elementen, bedoeld om na te gaan of het drukproces volgens plan verloopt. Opm: Bij het schoonsnijden (741.1) wordt deze strook afgesneden. Syn: kleurbalk; kontrolestrip. 732.1 3 doorhalen Het in een offsetpers doorvoeren van het onbedrukte papier, waarbij een geringe hoeveelheid vocht op het gehele papieroppervlak wordt aange bracht teneinde later het drukken in register (732.8) te verbeteren. 732.1 4 inrichten Het aanbrengen van de drukplaat (71 1.2) NVK 1986 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 39