we idee krijgen van de beperkingen bij de kartografi- sche weergave die uit deze werkwijze voortvloeien. Vergelijking van luchtfoto's en kaarten leverde zieht op de verschillen tussen beide, maar ook op de orde van grootte waarin deze verschillen zieh voordoen. Om deze verschillen te kunnen begrijpen, hadden we meer informatie nodig over het tot-stand-komen van de topografische kaart. Het onderzoek is om praktische redenen uitgevoerd in vier voorbeeldgebieden die niet ruilverkaveld zijn, gekozen op landschapstype, samenhang en represen- tativiteit. De volgende gebieden met een grootte van ongeveer 15 km2 werden geselekteerd: Ezinge op de Groningse zeeklei, Waterland in het Hollandse laag- veengebied, Rijsbergen op de Brabantse zandgronden, en Gulpen in het Limburgse löss-heuvellandsehap. Voor dit onderzoek werden perceelsscheidingen ge- definieerd als alle scheidende lijnen tussen twee per- celen landbouwgrond met uitzondering van wegen en paden, kanalen, beken en water breder dan 50 m. Nader onderzocht zijn waterhoudende sloten, greppels, ruige randen, begroeii'ngsranden, reliSf (graften, wallen, dijkjes), gewaswisseling, en prikkeldraad. Prikkeldraad is in ogenschouw genomen voor zover het voorkomt in kombinatie met een andere soort perceelsscheiding. Steeds werden de verschillende topografische kaarten (zie tabel 1) vergeleken met bijbehorend luchtfoto- materiaal en werden de verschillen op een topogra fische ondergrond overgebracht en geklassificeerd. Om de gegevens voor elk landschapstype op een over- zichtelijke en vergelijkbare manier te ordenen en ze bovendien gemakkelijk toegankelijk te maken voor statistische analyse, zijn de gegevens per vierkant van 500 m bij 500 m verzameld. Hiervoor werd een rooster over de voorbeeldgebieden gelegd en werd de begrenzing aangepast. De grootte van de Vierkanten (1/4 km^) bleek fijn genoeg om de interne landschappe- lijke variatie binnen het vierkant te minimaliseren en grof genoeg om een redelijke lengte aan perceels scheidingen binnen het vierkant aan te treffen. Resultaten Zonder diep in te gaan op de exakte wijze van gegevens- verzameling en -verwerking, zullen we nu puntsgewijs de resultaten van het onderzoek bespreken aan de hand van de onderzochte faktoren die van invloed kunnen zijn op de kartografische weergave. LANDSCHAPSTYPE Als maat voor de invloed van het landschapstype op de weergave van perceelsscheidingen op de topografische kaart, is de verhouding tussen de lengte van de per ceelsscheidingen op de kaart en de lengte van die op de luchtfoto genomen. Tabel 2 geeft deze verhoudingen. De oorzaken voor deze toch wel sprekende verschillen moeten vooral gezocht worden in de aard van de per ceelsscheidingen die in de verschillende landschaps- typen voorkomen. In Waterland en Ezinge zijn de per ceelsscheidingen dikwijls waterhoudende sloten, waarover geen interpretatieversehillen kunnen ont- staan bij topografen. Verschillen in interpretatie zijn wel van invloed in Rijsbergen en Gulpen, waar gewas wisseling, ruige randen en greppels overheersen. De topograaf heeft hier als opdracht om de belangrijkste (struktuurbepalende) lijnen te karteren. De keuze van die lijnen wordt dan binnen bepaalde grenzen zeer subjektief, en staat niet steeds in dezelfde verhouding tot de werkelijke dichtheid aan perceelsscheidingen in de omgeving. Hierbij is bovendien de mate van overzichtelijkheid van het landschap van belang. Tabel 1. Overzicht van het gebruikte kaartmateriaal, en van opnamedatum en schaal van bijbehorende luchtfoto's Voorbeeldgebied Kaartblad nr. Jaar van uitgave Opnamedatum Schaal Ezinge 7A 1962 28 feb. 13 mei 1960 1 20 000 1970 27 apr. 1968 1 20 000 1982 28 mei 1978 1 18 000 Waterland 25E 1953 1937 1 13 025 1961 12 apr. 29 mei 1958 1 20 000 1969 31 maart 1977 1 18 000 Rijsbergen 50A 1938 juli-aug. 1935 1 20 000 1958 1 dec. 1954 1 20 000 1967 26 maart 1964 1 20 000 1980 21 maart 1976 1 18 000 Gulpen 62A-D 1960 1957 1 20 000 1968 11 maart 1965 1 20 000 1979 23 febr. 1975 1 15 500 44 KT 1986. XII. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 54