tieerd hebben deze Symbolen ech
ter alleen een kwalitatieve beteke-
nis. Dat is met name fnuikend bij
een vergelijking tussen opeenvol-
gende periodes waardoor veel van
de mogelijke expressiviteit onbe-
nut blijft. Natuurlijk ontbreekt in
de meeste gevallen exacte infor-
matie, maar op basis van de be-
schikbare gegevens moet het toch
mogelijk zijn tot een gradatie van
de Symbolen in twee of drie klas-
sen van belangrilkheid te komen.
Grenzen komen eigenlijk maar op
66n manier voor: als een gestreep-
te omkadering van de kleurvlakken.
Dat suggereert een zeer nauwkeu-
rige definitie van het grensverloop,
waarvan echter vaak geen sprake
zal zijn geweest. Terwille van de
duidelijkheid is het gamma van af-
gebakende grens tot een zone van
wisselende controle of geleidelijke
overgang van de hegemonie tot 66n
mogelijkheid teruggebracht. Ook
met behoud van de duidelijkheid
had men dit vastomlijnde beeld
waar nodig kunnen afzwakken,
bijvoorbeeld door de gestreepte
contour weg te laten. Nu werkt
zo'n grenslijn, bijvoorbeeld in de
Sahara of het Amazonebekken,
wat bevreemdend.
De kaarten zijn - net zoals de
nieuwste kaarten in de Grote Bos-
atlas en de verschallende nieuwe
edities van de Kleine Bosatlas -
sterker gegeneraliseerd dan
meestal in geschiedenisatlassen
gebeurt, hetgeen aan de leesbaar-
heid sterk ten goede komt, en aan-
sluit op het primaire doel van de
Bosatlas van de Wereldgeschiede-
nis, begeleiden van het middelbaar
en voorbereidend hoger onderwijs.
Geografische Namen
De redaktie van de atlas heeft er
blijkbaar naar gestreefd plaatsna-
men eenvoudig weer te geven, dus
zonder tussen haken geplaatste an
dere naamversies. Bij de daaruit
voortvloeiende keuze tussen ver-
schillende naamversies heeft men
meestal voor de moderne versie
gekozen, tenzij een oudere naam
als bekender werd verondersteld.
Dat levert op de overzichtskaart
van het Middellandse Zeegebied in
de Oudheid een kombinatie van oude
(willekeurig in Latijnse of moderne
transcriptie van het Grieks be-
noemd) en moderne namen op, alle
in hetzelfde schrifttype, die ver-
warrend werkt: middenin een mo
dern beschritt Spanje vindt men
opeens de naam Numantia, maar
in Turkije treft men Ikonium en
Byzantium aan in plaats van
Konya en Istanboel. Er bestaat
eigenlijk geen mogelijkheid met
dit uitgangspunt een consequent
en verantwoord namenbeeld te
krijgen.
Een beter uitgangspunt zou zijn
namen te kiezen die in omloop wa
ren in de periode waarop de kaar
ten betrekking hebben. Een even-
tuele tegenwoordig meer bekende
naam zou dan tussen haakjes kun
nen worden toegevoegd. Nu wordt
gesuggereerd dat de hoofdstad van
de Hittieten Bogazköy heette, ter-
wijl dat slechts de van de Middel-
eeuwen tot 1937 geldige naam is
van het thans Bogazkale geheten
dorp waar men in de buurt de
resten van de bedoelde hoofdstad
Hattoesas heeft opgegraven. Met
het hulpmiddel van de moderne
naam tussen haakjes heeft men ook
de mogelijkheid om de continuiteit
van de bewoning aan te geven Over
boord gezet: wie ziet dat het bij
Konya in Turkije (op kaarten uit
16e en 19e eeuw) om dezelfde
plaats gaat als Ikonium (op kaar
ten uit de Oudheid tot 1250)? Juist
met behulp van het register had
men deze extra-informatie alsnog
kunnen geven, maar die kans is
gemist. Nu komen zonder naar
elkaar te verwijzen in het regis
ter veel namen voor uit het Bel
gisch-Franse grensgebied in twee
verschillende versies (Broekburg/
Bourbourg, Arras/Atrecht), een
ander voorbeeld is Alexandria
waarbij wöl naar de huidige naam
Iskenderun wordt verwezen, maar
bij Alexandrette, nog steeds de
zelfde plaats, niet. Het apart
voorkomen van Den Haag en Den
Bosch naast hun officible vormen
is slordig. Over het algemeen
zijn exoniemen gebruikt, zoals
Warschau, Belgrado en Rome.
Kaartgebruik
Er is naar gestreefd vergelijkingen
in ruimte en tijd mogelijk te maken
- dus eenzelfde gebied zoveel mo
gelijk steeds op dezelfde schaal te
presenteren, en een bepaald thema
op overeenkomstige tijdstippen
voor verschillende gebieden te
presenteren. Door konstante scha
len, staatkundige standaardkleuren
en afbeelding van hetzelfde thema
voor verschillende perioden voor
hetzelfde gebied zijn daar alle
mogelijkheden voor geschapen.
Alleen reeksen voor verschillende
gebieden zijn niet te vergelijken
(bijv. Economie USA kaarten voor
1860 en 1900; economische kaarten
van de USSR voor 1725, 1900 en
1930; bevolkingskaarten van
Europa uit 1550, 1750, 1815 en
1900; economische kaarten van
Europa uit 1250, 1500, 1850 en
1900). Er zijn wel momentopnamen
gekozen die voor längere perioden
geldig zijn.
Er is sprake van een goede relatie
tussen kaarten en tekst: bijna alle
in de tekst genoemde plaatsen zijn
op de kaarten te vinden, de alge-
mene ontwikkelingen die uit ver
gelijking van opeenvolgende kaar
ten van hetzelfde gebied blijken
worden verklaard, en door de il-
lustraties wordt deze verklaring
nog versterkt.
Het is een lange bespreking gewor
den, maar voor zo'n geheel nieuw
Nederlands werk van dit niveau is
dat terecht. De atlas sluit goed aan
op de nieuwe trends in het onder
wijs (meer aandacht voor sociaal-
economische geschiedenis, voor
de wereld buiten Europa (alleen
het grootste deel van Azie ont
breekt) en voor een recente ge
schiedenis). De kritiek op de
schrijfwijze van de namen valt ge
heel weg tegen de goede systema
tische opzet, de geboden vergelij-
kingsmogelijkheden en de goede
leesbaarheid. Resumerend: een
belangrijke aanwinst voor het Ne
derlands taalgebied.
F. J. Ormeling
GEOLOGISCHE KAART VAN
NEDERLAND BLAD 51 W EIND
HOVEN WEST. Schaal 1 50. 000.
Samengesteid door J. H. Bisschops,
J. P. Broertjes en W. Dobma,
Haarlem. Rijks Geologische Dienst,
1985. Met profielenblad, Bijkaar-
tenblad en een Toelichting (216 pp.
21 foto's en 80 kaartjes of dia-
grammen). ISBN 90 12 04847 8.
Prijs f 35,-, verkrijgbaar bij de
Staatsuitgeverij in Den Haag.
De fraaie bladen van de tweede
generatie van de Geologische kaart
van Nederland worden in het KT
regelmatig vakinhoudelijk bespro-
ken door fysisch geografen of an
dere professionele kaartgebruikers.
De uitvoering van de begeleidende
toelichting lijkt echter zö gebrui-
kersvriendelijk dat ditmaal aan-
KT 1986. XII. 3
57