gei'nteresseerden. Hoewel de ini- tiatiefnemer zieh af en toe wanho- pig moet hebben afgevraagd wat hij zieh op de hals had gehaald, ontwikkelde zieh een zeer waarde- volle gedachtenwisseling over kaar- ten, kartografie, de toekomst van het vak en de rol van het weten- schappelijk onderzoek daarbij. Dergelijke bijeenkomsten zouden veel meer georganiseerd moeten worden, wellicht ook in Nederland in NVK-verband. Na deze prima start en met het oog op de reputa- tie van de sprekers, de Amerikaan R.B. Southard en D. Bickmore, ging men de volgende ochtend eens goed zitten voor het onderwerp Automatisering in de kartografie - revolutie of evolutie?'. Jammer genoeg kwam hier niet helemaal uit wat erin zat - de nadruk lag vooral op het creSren van data bestanden - maar dat werd in de middagsessies weer meer dan goedgemaakt. Er vonden toen te- gelijkertijd twee lezingenprogram- ma's plaats. Het ene was meer op het (recente) verleden gericht, het andere op de (nabije) toekomst. In het eerste programma werd ver slag gedaan van de voortgang van een projekt van de ICA-commissie Geschiedenis van de Kartografie, dat als doel heeft het samenstel len en publiceren van chronolo gische informatie op regionale basis ten behoeve van de datering van kartografische produkten ver- vaardigd tussen 1500 en 1900. Ook werd kond gedaan van een projekt in Edinburgh gericht op het konser- veren van kartografische methoden en materialen van de afgelopen 50 jaar. Tenslotte was er ook een lezing over de vormgeving van de omslagen van de Ordnance Survey- kaarten. De meeste belangstelling ging ech ter op de zaterdagmiddag uit naar het parallelprogramma over nieuwe hulpmiddelen voor kartografisch ontwerp en weergave. Storey ver- zorgde een inleiding over MAPDATA, een softwarepakket dat kan worden gebruikt op micro-computers voor het invoeren (digitaliseren), be- werken en weergeven van groot- en kleinschalige kartografische gegevens. W. A. Mackaness deed verslag van zijn onderzoek op het gebied van de ontwikkeling van zgn. kartografische 'expert' Systemen. Er zijn op dit vlak nog vele Problemen die nog niet zijn opgelost; de kartografie moet eerst met nog veel meer 'regels' op de proppen komen opdat de program- matuur kan worden aangepast. Sheath gaf een samenvatting van de karakteristieken van het elek trostatisch plotten in kleur en Platt gaf een overzicht van de toepassing van rastertechnieken in de kartografie. Interessant voor met name kaartbeheerders, maar natuurlijk ook voor kaart- gebruikers, was de lezing van Verity Brack over het 'Mapfinder'- systeem, dat ontwikkeld is op de Universiteit van Sheffield. Met deze geautomatiseerde kaarten- katalogus kunnen op snelle en zeer eenvoudige wijze benodigde kaar- ten worden opgespoord. Na de (geografische) exkursies op zondagmorgen kon 's middags op- nieuw uit twee lezingenprogram- ma's worden gekozen. Het ene programma bestond uit een aantal voordrachten rondom het thema 'Kartografische weergave met be- hulp van elektronische hulpmidde len'. In 1984 begon M. Page een eigen bedrijf gericht op het op- slaan van kaarten op beeldplaten, welke op een beeldscherm met an dere grafische gegevens gekom- bineerd kunnen worden. In samen- werking met Shell is een informa- tiesysteem voor weggebruikers ontworpen, dat bij wijze van proef al op verschillende benzinestations in Oost-Engeland is geinstalleerd. Bij dit systeem kan met de vinger op het scherm worden aangewezen wat men wil (bijvoorbeeld welk gebied en verandering van schaal en kaartinhoud door 'inzoomen' en 'uitzoomen'). Als kritiek werd geuit dat bestaande gedrukte kaar ten eigenlijk niet geschikt zijn voor opname in het systeem, maar Page antwoordde dat speciaal ont worpen kaarten nog te duur waren. Op het zelfde thema, maar dan gericht op topografische kaarten, werd ingegaan door de Australiör Greenwell. Deze had de opdracht gekregen om een voorstel te ma- ken voor een 'Ordnance Survey Videodisc Standard'. Het resul- terende systeem kan worden ge bruikt op verschillende micro- computers: een gebruiker kan zijn eigen gegevens op het scherm brengen met een topografische kaart van de Ordnance Survey (op verschillende schalen) als on- dergrond. De andere twee lezin- gen in deze sessie gingen in op het gebruik van kaartbeelden in televisie-uitzendingen. Weerman Bob Ellis gaf een toelichting op het in Engeland gehanteerde systeem, waarbij alle informatie over het weer gekodeerd wordt en als zo- danig rechtstreeks overgeseind wordt naar de Computer van de BBC. Daarna wordt de informatie door de BBC vertaald in grafische Symbolen en op het TV-scherm ge bracht. D. Mclean verzorgde een luchtige maar niettemin interes sante presentatie over de recente ontwikkeling van het ontwerp van journaalkaarten op 'het andere net', de commerciSle televisie ITN. Bij de eerste toepassingen van de com- puterkartografie in 1974 was het doel om kaarten te maken die zo goed mogelijk leken op de traditio- neel gebruikte kaarten. Tegen- woordig maakt men gebruik van een modern 'Paintbox'-programma met vele grafische mogelijkheden, onder meer voor wat betreft kleur- gebruik en animatie. In het alternatieve lezingenprogram- ma stond ook weer de vervaardi- ging van kaarten met behulp van de Computer centraal. De lezing van Sheperd over de automatische ge- neralisatie van riviernetwerken bracht jammer genoeg niet veel nieuws. Meer interessant was de lezing van F. Brown en P. Wright, die verslag deden van een op de Hydrografische Dienst in Taunton ontwikkelde methode voor de ge automatiseerde vervaardiging van kaarttekst van reproduktiekwaliteit via een plotter met lichtkop. Daar bij kon ook gebruik gemaakt wor den van computercommando's in- gegeven door de menselijke stem. Een kartograaf (Nigel Venters) en een programmeur (Cläre Hadley) van de Ordnance Survey berichtten vervolgens over de visie van elk van hen op de problemen en over de kompromissen die zij samen hadden bereikt bij het totstandko- men van een digitale kleinschalige wegenkaart. En de lezing van Robert M. Taylor (een psycholoog met kartografische belangstelling) over een pereeptie-onderzoek van gekleurde lijnen en vlakken op beeldschermen vormde, geheel in de tränt van dit symposium, een waardige, hersenaktiverende, af- sluiting. De tentoonstelling sloot prima aan op de lezingen en in een aantal ge- vallen (Storey, Page, Greenwell) werden er ook demonstraties ge- geven van de besproken Systemen KT 1986 XII. 4 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 11