gelegd op manuale kaartkonstruktie-
technieken (tekenen, graveren, mon-
tage, bergschaduwing), semiologie
en kaartontwerp, kaartkunde, re-
protechniek en de beginselen van ge-
automatiseerde gegevensverwerking.
Tijdens de volgende hoofdstudie (2
semesters) ligt het accent op thema
tische kartografie, kaartredaktie,
computerkartografie en op de eco-
nomisch-organisatorische aspekten
der kaartvervaardiging. Als toela-
tingseis wordt onder meer vastge-
houden aan een vooropleiding van
2 jaar in kaarttekenen welke sedert
1983 aan het Oberstufenzentrum
Drucktechnik, Berlijn, gevolgd kan
worden. Ter afsluiting van de inge-
nieursstudie wordt een werkstuk
verlangd veelal bestaande uit de ver-
vaardiging van een kaart ab initio
inklusief voorbereidend onderzoek,
dikwijls gerealiseerd op aansporing
en met medewerking van derden,
overheidsinstituten dan wel parti-
kuliere ondernemingen. In de onder-
zoeksektor heeft de studierichting
kartografie zieh in de jongste decen-
nia voornamelijk toegelegd op de
kaartering op basis van luchtfoto's
en satellietbeelden van aride gebie-
den in ontwikkelingsladen, Tsjaad,
LibiS, Soedan en Egypte. Tot de
opmerkelijke resultaten op dit
terrein, onder leiding van prof. dr.
G. Pöhlmann bereikt, behoren onder
meer een nieuwe opzet voor basis-
kaarten voor thematische kaartering
van aride gebieden, een alternatief
1 1 miljoen blad met grotere in-
formatiewaarde dan de Internationa
le Wereldkaart van aride gebieden
en tenslotte de indrukwekkende kaart-
bedekking van geheel Egypt General
Petroleum Corporation en bedoeld
als basiskaart voor pianologische
en administratieve doeleinden en
voor kaartering van thematische
gegevens.
In totaal hebben in de periode 1946-
1985 circa 800 kartografiestudenten
(waarvan 275 vrouwelijke) hun studie
te Berlijn volbracht. Samen met hun
kollega's aan de jongere Fachhoch
schulen te München en Karlsruhe
dragen zij in belangrijke mate de
ambtelijke en partikuliere kaart
vervaardiging en bepalen zij aldus
het gezicht der Duitse kartografie.
F. J. Ormeling sr.
VERSLAG VAN DE THEMADAG
AUTOMATISERING 25 NOVEM
BER 1986
Op 25 november j. 1. werd weer
een themadag automatisering ge-
organiseerd door de NVK. Het
onderwerp was deze keer: 'Geo-
grafische Informatiesystemen'
(GIS). Op de agenda stond een
7-tal sprekers, allen werkend aan
of met een 'GIS'. Alle sprekers
deden hun best om ook de karto-
grafische aspekten van een GIS
te belichten, al viel dat niet altijd
mee door de aard der zaak. De
dag viel, zoals bedoeld, uiteen
in twee delen: 's ochtends de
theorie, 's middags de toepas-
singen.
Het ochtendprogramma was voor
namelijk bedoeld om een idee te
geven wat een GIS is, en welke
twee belangrijke stromingen hun
weg zoeken door GIS-land. Een
algemene beschouwing over GIS
werd verzorgd door de heer
Damoiseaux, waarna de beide
profs Bogaerts en Burrough
(Technische Universiteit Delft
en Rijksuniversiteit Utrecht) iets
over hun speeifieke vakgebied
vertelden.
Na de opening van de dag door ir.
Aalders, ging Damoiseaux eerst
in op het begrip 'GIS'. Zijn defi-
nitie luidde: een verzameling geo-
grafische informatie waarmee
analyse en manipulatie mogelijk
is. Hij onderscheidde en typeer
de twee soorten GIS: 1. het als
zodanig (GIS) aangeduide systeem,
waarin voornamelijk kleinschalige
kartografische verwerking plaats-
vindt met een thematisch karak-
ter; 2. het LIS, of Land Infor-
matiesysteem, bij ons beter be-
kend als vastgoedinformatie-
systeem, Daarin ligt de nadruk
op grootschalig karteren en wordt
veel aandacht besteed aan de
meetkundige en administratieve
juistheid van gegevens. Een over-
zicht van de historie van het be
grip GIS ging vooraf aan een kort
overzicht van funktionele eenheden
binnen een GIS. Verschillende
mogelijkheden van invoer, opslag,
verwerking, analyse en uitvoer
passeerden de revue.
Een interessant onderdeel was de
bespreking van het verschil IGS
(interaktief grafisch systeem) en
GIS. Dit mondde uit in de vraag:
waarom is veel uitvoer van een
GIS van zo'n siechte kartografi
sche kwaliteit? Damoiseaux sloot
af met de aansporing aan de karto-
graaf om zieh met GIS bezig te gaan
houden. Verwissel de tekenstoel
voor de terminalstoel.
Prof. Bogaerts nam het 'LIS' deel
van het vakgebied voor zijn reke-
ning. Hij werkte dit uit in een bij
zonder duidelijk overzicht van de
aktiviteiten van wat in Nederland
de 'vastgoedinformatie' heet. De
toepassing van dit vak vindt men
voornamelijk bij gemeenten. Pro
blemen die bij het invoeren of ge-
bruik van een LIS een rol speien
zijn onder andere decentrale gege-
vensbestanden, juridische regels,
verschillende nominale aanduidin-
gen, de integratie van alfanume-
rieke en grafische bestanden, en
de conversie, dat wil zeggen het
digitaal maken van dokumenten.
Bogaerts gaf aan welke soorten ba-
sisregisters (databases) een rol
speien in een LIS. Daarin bevinden
zieh zowel topografische gegevens,
zoals gebouwen, percelen en straat-
meubilair, als thematische gege
vens bijvoorbeeld rechtstoestand,
waarde, gebruik, alsook de rela-
ties met overige gemeentelijke re-
gisters. Vrij uitgebreid werd in-
gegaan op het onderwijs en onder
zoek zoals dat plaatsvindt binnen
het vakgebied van de vastgoedinfor
matie en kartografie in Delft. De
onderwerpen die daarbij genoemd
werden, waren: gegevenstheorie,
toepassing van vastgoedsystemen,
methoden en technieken, afweging
van kosten en kwaliteit, informatie
ten behoeve van modellen en Proces
sen, en informatie en wetgeving.
Bij zijn bespreking van de toepas
sing van vastgoedsystemen ging
Bogaerts kort in op het probleem
van de kwaliteit van de gegevens.
Wat zijn de kriteria voor de invoer
van enigszins onbetrouwbare kaar-
ten Tussen goed en siecht zit hier
nog een 'grijs' gebied.
Ook prof. Burrough is bij zonder be-
zorgd om de kwaliteit van de gege
vens in een GIS. Of, beter nog, van
een goed begrip van de GlS-gebrui-
ker ten aanzien van hoe gegevens
verzameld en geklassificeerd wor
den. De grens van een vlakelement
is niet altijd een grens in de natuur.
Hij lichtte dit toe aan de hand van
bodemkundige en landschapskundige
voorbeelden. Daarnaast ging hij in
op een aantal andere oorzaken van
'fouten' in de gegevens van de data-
base, of in de uitvoer van analyses
en bewerkingen. Zijn illustraties
12
KT 1986 XII. 4