FRIARSTOW
(E D Roxboroijgh)
BAILE NA mBRÄTHAR
(T Baile an R<iistigh)
Figuur 2. Detail van de kadastrale kaart 1 5000 van
de Ierse republiek met Ierse en verengeiste naam-
vormen.
doen vergezellen van de originele Ierse, die soms
met veel moeite worden gerekonstrueerd. Per county
is men bezig met het zowel in de gangbare verengei
ste vorm als in het Iers beschriften van de kadaster-
kaart 1 2500/1 5000, die later de basis voor de
schrijfwijze van namen op kleinschalige topografische
kaarten zal vormen (zie ook figuur 2).
Bij het bepalen van de spelling van Gaelische namen
in Schotland eind vorige eeuw veranderde men de
reeds verengeiste plaatsnamen op de kaart niet terug
in de oorspronkelijke versie omdat de schrijfwijze
daarvan reeds tezeer ingeburgerd zou zijn. De topo
grafische kaart heeft, door de namen in een bepaalde
spelling te codificeren, een grote invloed. Het werd
in Groot-Brittannie regel dat - ook wanneer namen
oorspronkelijk foutief op de kaart terecht gekomen
waren - men ze, 66nmaal ingeburgerd, later niet
meer wijzigde.
In Frankrijk heeft men lang het standpunt gehuldigd
dat op een Franse kaart ook Franse (of verfranste)
toponiemen hoorden (RECORDON, 1947, p. 311). In
alle zes behandelde minderheidsgebieden is dat ook
te zien: in de loop van de tijd krijgen de namen door
allerlei vöör- en achtervoegsels, accenten en trema's
of andere aanpassingen een Frans uiterlijk (bijvoor-
beeld Le Kastenwald, Foröt de Hohwald, Loon-Plage).
Het aandeel van de oorspronkelijk gebleven namen op
de kaart is afhankelijk van de aard van het gebied.
Komen er veel Steden voor, zoals in Frans-Vlaande-
ren of de Elzas, dan zijn die stadsnamen betrekkelijk
weinig gewijzigd, terwijl namen van kleinere Objekten
veel sterker door het Frans zijn bei'nvloed. Het aan
deel van de verfranste namen hangt daarmee ook af
van de schaal van de kaart. In de Elzas is het aandeel
verfranste namen op grootschalige kaarten groot
(60%); op de schaal 1 250. 000 lager (40%) omdat
hier de kategorie stadsnamen het meeste voorkomt,
en op nog kleinere schalen weer hoger, omdat de na
men van de grootste Steden van oudsher ook een ver
franste versie kenden. Dat laatste kan men het 'schaal-
effekt' noemen. Daarmee wordt aangegeven dat hoe
kleiner de schaal wordt, hoe groter het percentage
toponiemen dat in de versie van de meerderheidstaal
is weergegeven. Ook op de Topografische Kaart van
Nederland 1 25. 000 vindt men in Friesland thans een
aantal Friese namen. Op kleinschaliger kaarten zoals
de 1 250. 000 is daar echter niets van over.
De oostelijke kantons van Belgib, vroeger Eupen-
Malmßdy geheten, vormen een duitstalig gebied dat in
1919 bij Belgiü gevoegd is. Op de kaart werden de na
men van het gebied toen verfranst. Inmiddels voert
men weer de oorspronkelijke Duitse namen (Sankt
Vith in plaats van Saint-Vith), en ook de soortnamen
op de kaart zijn hier in het Duits gesteld. De kaart-
serie 1 25. 000 van BelgiB heeft voor de bladen van
de oostelijke kantons ook een legenda in het Duits.
Op topografische kaarten die Friesland afbeelden komen
sedert 1979 ook Friese namen voor - zij het alleen voor
de minder belangrijke Objekten (zie ook ORMELING,
1986). De bestaande Nederlandse naamversies in Fries
land (zoals Leeuwarden of Harlingen) zijn voor een deel
Oudfriese naamversies die thans, omdat ze niet meer
als zodanig door de Friezen worden herkend, als niet-
Nieuwfriese, en dus als Nederlandse namen worden
ervaren. Doordat het Fries lang nauwelijks als schrijf-
taal heeft gefungeerd zijn de geografische namen met
de spreektaal mee veranderd, en zijn ze niet meer
identiek aan de door de Nederlandse bestuurders/kar-
teerders gecodificeerde versies. Datzelfde geldt ook
voor een aantal franstalige versies van Vlaamse plaats
namen.
In de Bondsrepubliek Duitsland worden de Friese en
Deense taalminderheden op de kaart niet erkend: geen
spoor van Friese of Deense namen, ook niet in de
gazetteers (officiöle plaatsnamenlijsten) die de BRD
uitgeeft, en waarin nog wel een kolom voor andere
naamversies is opengehouden.
Op de Faer/er hebben de vroegere Deens beschrifte
kaarten nu geheel plaats gemaakt voor kaarten met in
het Faeringisch gestelde namen en verklaringen. De
kaarten van Groenland waren van de aanvang (1930)
af ook al in het Inuit (de Eskimo-taal) beschrift. Voor
zover er zowel Deense als Inuit namen voor dezelfde
Objekten voorkomen, plaatst men de Inuit-versie thans
eerst.
Noorwegen is een moeilijk studiegebied omdat er eigen-
lijk twee officiöle Noorse talen zijn, Bokmülen Nynorsk.
Die zijn echter voor niet-taalkundig geschoolden niet
van elkaar te onderscheiden. Dat gaat beter met Noor
se en Samische namen (zie ook figuur 3). De laatste
worden nu allemaal omgespeld in de nieuwe gemeen-
schappelijke Noordsamische spelling, waarover tus-
sen Noorwegen, Zweden en Finland een overeenkomst
is gesloten. Het betreffende gebied is ook zö dunbe-
volkt, dat er voldoende plaats is om de namen zo no-
dig in twee verschillende taalversies weer te geven.
Over de Finstalige gemeenschap in Noorwegen kon
nauwelijks informatie worden gevonden. De finstaligen
die in Zweden wonen hebben niet dezelfde faciliteiten
als de zweedstaligen in Finland, maar op de kaart is
dat nauwelijks te merken: deze geeft voor hun woon-
gebied Finse namen, met slechts enkele Zweedse
soortnamen ertussendoor. In het Zweedse taalgebied
KT 1986. XII. 4
21