m.
ht
^rGOLFO
ont Baron
P.^deH'Inf&Pne
Pierre-Sait
PPdlVaet
Wala
Vitadelle
V/LL£T,
Batteria
"Ji Brauhen
u/itn dl Pierre-}
S-Jmbroqio
infa diJfouciaci
S.fronccsco
rC
arini
utrÜL
<7^ oeauueu
Lautem« di Villafranca
tMdrJ/a Ciprei
Caussiniere
lingiia
Mac
Cu/oUes
Crau de N
Figuur 5. Detail van Italiaanse en Franse kaarten van Nice, van resp. vöör en na 1860.
Italiaanse gebieden in 1919 (Zuid-Tirol en delen van
het huidige Joegoslavie). In de 19e eeuw betrof het
hier vaak aanpassingen aan de nieuwe dominante taal.
De meeste nieuwe namen stammen uit de 20e eeuw,
toen men zieh pas goed bewust werd van de propagan
distische waarde van de plaatsnamen.
In de Donaumonarchie Oostenrijk-Hongarije met zijn
vele nationaliteiten kende men vöör 1919 een zeer
liberale politiek met betrekking tot de toponiemen: de
legenda's op de kaarten waren in het Duits, Hongaars
en Italiaans gesteld; alle diakritische tekens in bij-
voorbeeld het Pools en Kroatisch werden gehandhaafd,
de kaarten bevatten uitspraakregels voor minder be-
kende letterkombinaties uit andere talen, hn er werden
meerdere naamversies op de kaart gebruikt wanneer
een plaats door meerdere nationaliteiten werd bewoond.
Dat alles veranderde in 1919. De tot op dat moment
gangbare Sloveense namen in Karinthih - die hetzij
alleen hetzij samen met de Duitse naamversies voor-
kwamen - verdwenen van de kaart (zie figuur 6).
Over de veronderstelde invloed van een groep geogra-
fische faktoren kan het volgende worden gesteld: rege
ringen blijken een ontvankelijker standpunt in te ne-
men tegenover namen uit taalgemeenschappen welke
dunbevolkte, economisch minder ontwikkelde gebieden
bewonen dan tegenover minderheden uit welvarender,
gei'ndustrialiseerde streken. De bereidheid de taal-
kundige identiteit van minderheidsgebieden te aeeep-
teren blijkt daarmee omgekeerd evenredig te zijn aan
het economisch of demografisch' potentieel van deze
gebieden.
Onder de kartografische faktoren welke de weergave
van minderheidsnamen beinvloeden is het gebruik
afkortingen op de kaart in plaats van kaartsymbolen
te plaatsen, zoals in Groot-Brittannig en BelgiS,
van grote invloed; deze afkortingen kunnen het kaart
beeld in belangrijke mate kleuren. Wanneer bij de
overgang van Eupen-Malmödy naar BelgiS 10% van
de namen op de kaart verfranst wordt, dan heeft dat
niet zo'n grote invloed op het kaartbeeld. Als daar
nog eens 1800 franstalige soortnamen en afkortingen
aan worden toegevoegd, dan verändert het kaartbeeld
wel degelijk.
Nog belangrijker is de invloed van de schaal. Elke
kategorie van toponiemen (plaatsnamen, riviernamen,
streeknamen, wegennamen enz. kent een kaart-
schaal waarop ze domineert. Op grootschalige kaar
ten zijn dat bijvoorbeeld boerderij- en perceelsna-
men, op middelschalige topografische kaarten
streeknamen, en op kaarten op schalen 1 200. 000
plaatsnamen. Elke kategorie van namen is op speci-
fieke wijze aan de meerderheidstaal aangepast. Het
zijn ook weer geografische faktoren die bepalen hoe
groot het aandeel van bepaalde namenkategoriegn per
gebied is.
Vergelijkt men de Duitse en Franse kaarten van de
Elzas van resp. 1900 en 1925, dan zijn op de eerste
veel streeknamen en namen van militaire barakken
en exercitieterreinen aangegeven. De Franse kaart
laat ze weg, maar geeft ervoor in de plaats de namen
KT 1986. XII. 4
23