olle Renon Rappersbich! ostaktvar st. Vanga Rpchloss Wangen rAssunta*^ M.Himmelfahrt) Cast. Röncgtb *aa (Schloss Runkelstein) &Ho iSotto terinn Wff/\c a[ 1136 olle KohiarnJ y c rat rneüV^i/r/szrccF (Karneid) r - Co/Iepiel (Steinegg GRÖNLAND (dan) J ISLAND FARÖER 4 (dän) DANEMARK Ii AN! 5t in SCHI BUNDES- bprachengrenze OSTFRRFICH F RANKREICH NIEDERLANDE B- BELGIEN LUXEMBURG HWEIZ .1 ANll N Akkomodierungsmaß bezüglich Mlnoritätssprachen Gut (Randangaben. Legende und Kartenfeldnamen in Minoritätssprache) I: 1 Teilweise akkomodiert (nur Kartenfeldnamen in Minoritätssprache) l__j Noch nicht akkomodiert (keine Texte in Minoritätssprache) Figuur 7. De mate van aanpassing van topografische kaarten in West-Europa aan de minderheidstalen. Bij 'Gut' zijn zowel de randinformatie als de plaats- namen (ook) in de minderheidstaal weergegeven; bij 'Teilweise' alleen de plaatsnamen en bij 'Noch nicht' geen van beide. Bij het kaartgebruik worden door Bertin drie fasen onderscheiden, namelijk de externe en interne iden- tificatie en het eigenlijk kaartlezen. De externe identificatie vereist dat men nagaat wat het thema en het gebied van de kaart zijn; daarvoor is het kun- nen lezen van de titel noodzakelijk. De interne iden tificatie vereist dat men kan lezen hoe de informatie met Symbolen is weergegeven - het lezen van de le- genda dus. Pas daarna komt men toe aan de eigen- lijke kaartinhoud, waartoe men de weergegeven toponiemen moet kunnen 'plaatsen'. Wil een lid van een minderheidstaalgemeenschap de kaarten van zijn woongebied behoorlijk kunnen gebruiken dan zal hij dus een kaart nodig hebben waarop titel, legenda en plaatsnamen ook in zijn eigen taal zijn gesteld. Figuur 7 laat zien in hoeverre dat in West-Europa al mogelijk is - eigenlijk alleen nog maar in de Faerizfer, Groenland, Zweeds Finland, de oostelijke kantons van BelgiB en de Ierse republiek. Aanbevelingen Kaarten met tweetalige namen zijn in zoverre moei- lijk hanteerbaar, omdat vaak niet duidelijk is waar de namen bijhoren (zie figuur 8), en omdat er minder Figuur 8. Omgeving van Bolzano met tweetalige be- schrifting (Touring Club Italiano, detail wegenkaart). Objekten kunnen worden benoemd omdat men anders Problemen krijgt met de leesbaarheid. Als overgang naar de ideaal geachte situatie waarin (randinformatie tweetalig en) de kaartnamen allBBn in de minderheids- versie zijn opgenomen kan een (partieel) tweetalige editie verwarring voorkomen. Bij een dergelijke op- lossing sluit men aan op de oriöntatiefunktie ter plaat- se en fungeert de kaart meteen als een concordantie om te tonen voor welke namen de nieuwe versies in de plaats komen. De optimaal geachte oplossing - de weergave van zo wel toponiemen, legenda, kaarttitel en randinformatie in de minderheidstaal op de bladen van topografische kaarten die minderheidstaalgebieden bedekken - is be- reikbaar indien de volgende aanbevelingen worden ge- volgd: a) Voor minderheidstaalgebieden dienen taalgrenzen te worden vastgesteld waarbinnen de namen in de minderheidstaal worden aangegeven. b) Bij de publikatie van gazetteers (officiöle plaats- namenlijsten) dienen de namen uit de betreffende gebieden in de minderheidstaal te worden aange geven. c) Op kaarten van minderheidstaalgebieden dienen serietitel, randinformatie en legenda (ook) in de taal van de minderheid te worden gesteld. d) Op kaarten van minderheidstaalgebieden dienen de toponiemen in de taal van de minderheid te worden gesteld. e) Op kaarten van minderheidstaalgebieden dienen, voor zover topografische soortaanduidingen nodig zijn, deze mede in de minderheidstaal te zijn ge steld. f) Ten behoeve van kaartgebruikers van buiten het minderheidstaalgebied dienen de meest gebruikte termen in de minderheidstaal te worden verklaard KT 1986 XII. 4 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 27