mmm KgWM Mi S 1 s IIJ ,J I MSÜ 1 ->t Figuur la geeft deze informatieoverdracht in zijn meest eenvoudige vorm weer; dit model van kommu- nikatie kan van toepassing zijn op allerlei soorten in formatieoverdracht: van een gesprek tussen twee personen tot en met een computerverbinding tussen twee terminals. Figuur lb geeft een iets uitgebreider model weer: de bron van informatie ('source') en de ontvanger van de boodschap ('recipient') vormen uiteraard nog de basis, maar er zijn nu twee 'tussenstations' bijgekomen: een 'encoder' en 'decoder'. Deze kunnen vergeleken wor den met twee telefoontoestellen waarvan in 66n het gesproken woord in een elektrisch signaal wordt om- gezet dat, via het kanaal ('Channel') te bestemder plaatse aangekomen, even later door het andere toe- stel weer in een menselijke stem wordt terugveran- derd. Dat de 'telefoonstem' een vervormde natuuriijke stem is, wordt weergegeven door de ruis ('noise') in dit model. Board en Kolaöny, de pioniers Tot zover kommunikatiemodellen die op velerlei ge- bieden kunnen worden toegepast. In figuur 2 is een meer op kaartkommunikatie gericht model te zien dat door Board (1967) is ontworpen. De verschillende onderdelen laten zieh als volgt vertalen: 'source' de wereld om ons heen; 'encoder' de kaartmaker als degene die een onderwerp uit de 'source' kiest en op zijn eigen wijze interpreteert; 'transmitter' de kaartmaker als ambachtsman met de kaart als eind- produkt; 'reeeiver' de ogen van de kaartlezer; 'decoder' de hersenen van de kaartlezer die de kaartboodschap interpreteert, en de 'destination' de reaktie van de kaartlezer (die anders kan zijn dan de kaartmaker verwacht als er bijvoorbeeld verwarrende Symbolen gebruikt zijn of de legenda niet duidelijk is). Kolaöny (1969) voegde aan dit model van Board een belangrijke relatie toe, namelijk die tussen de pereep- tie van de wereld zoals waargenomen door de kaart maker ('cartographer's reality', Ul) en dezelfde we reld maar dan zoals de kaartlezer die beleeft ('map user's reality', U2) (figuur 3). Deze twee opvattingen van dezelfde wereld hoeven zeker niet volledig te over- lappen, met andere woorden: de pereepties van de kaartmaker en de kaartlezer hoeven niet identiek te zijn. Een voorbeeld hiervan is de reaktie van een kaartlezer die een moderne versie van een zeventiende eeuwse wereldkaart onder ogen krijgt. Onze lezer zal denken met een foutieve kaart te maken te hebben, aangezien er nu welbekende (ei)landen en zelfs konti nenten op ontbreken. De 17e eeuwse kaartmaker valt echter niets te verwijten, hij wist in die tijd (nog) niet van het bestaan van de ontbrekende landmassa's af; in zijn eigen ogen had hij een juiste en volledige wereldkaart gemaakt. Het spreekt voor zieh dat hoe meer de pereepties van de kaartmaker en kaartlezer elkaar overlappen, des te sneller de kaartlezer zal begrijpen wat de kaart maker met de kaart duidelijk wil maken. Van belang in dit model is tevens de terugkoppeling die tussen de diverse onderdelen is aangegeven. Zo wijst de pijl tussen 'cartographic language' (L) en 'cartographer's mind' (Sl) op het feit dat de kaartma ker tijdens het kaartvervaardigen tevens een leerpro- ces ondergaat dat hem in staat stelt de kaart te verbe- teren. Tijdens het waarnemen van de kaart ondergaat de lezer tevens een leerproces; zo zal hij na verloop van tijd door een betere kennis van de legenda in staat zijn sneller bepaalde Objekten in de kaart op te sporen (daarnaast leert hij tegelijkertijd uiteraard meer Over het onderwerp van de kaart). De terugkoppeling tussen 'cartographic language' en de 'map' is mij niet duide lijk; gaat het hier immers niet om een passief pro- ces 'Ruis' wordt niet meer apart in dit model ver meld, het is in alle fasen ingekalkuleerd. De kognitie- ve elementen in de kartografische kommunikatie zijn tenslotte ook samengevat in een andersoortig model: het Venn-diagram van Robinson en Petchenik (fig. 4). r\ ss/ss K sssss ssssk yyysyss's- sss sssss S S S S S S Sl rvff'/v ss ssssS ssssss ss s sSsss S/Sss z/SSSSSSSSSSS SSSs s SS S SS SS" Ss sssssssssss ys ssss sssssSs v s s s s ssss /Ssis SSSSSSSSSSSSS T71 V/ Figuur 4. Venn-diagram van de kartografische Figuur 3. Het kommunikatiemodel van Kolaöny (1969). kommunikatie (Robinson Petchenik, 1976). Signal Signal Coded Coded Message Message Message NOISE DECODER ENCODER SOURCE RECEIVER DESTINATION TRANSMITTER Figuur 2. Een gegeneraliseerd kommunikatiemodel (Board, 1967). MIND CART06RAPHIC LAN6UA6E MAP USERS MIND The Meta-Language of Cartography 28 KT 1986 XII. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 30