Tabel 2. Programma van de kursus Thematische kartografie. Onderwerpen Aantal lesuren (inkl. praktika) 1 Inleiding 8 2 Soorten thematische kaarten en hun toepassing 24 3 Kaartontwerp en semiologie 24 4 Klassificeren van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens 8 5 Het gebruik van kleur 8 6 Kaartreproduktie inkl. oefeningen 72 7 Gebruik van rasters 32 8 Het weergeven van socio-econo- mische verschijnselen 8 9 Voorbereiding druk meerkleuren- kaart 24 10 Kleurproef 16 11 Toepassing satellietbeelden 32 12 Kartografische gegevensbestanden 24 13 Kaartredaktie en kwaliteitskontrole 16 14 Evaluatie en diskussie 24 Totaal 320 Zo komt bijvoorbeeld de kursus Computerkartografie (niveau 3; duur 10 weken) in aanmerking voor 5 credit points, dat wil zeggen zij geeft een verlichting van 5 lesuren per week per semester van 12-15 weken tijdens de geografie/kartografiestudie op baccalaure- aatsniveau; de kursus Hedendaagse kartografie (ni veau 4; duur 6 weken) scoort 4 credit points, dat wil zeggen verschaft een verlichting van 4 lesuren per week tijdens een semester van 12-15 weken tijdens de kandidaatsstudie. Overige b i jzonderheden Wanneer het aantal deelnemers voor een bepaalde kursus minder is dan zes kan de kursus worden uitge- steld of kunnen de kandidaten alternatieve vervangen- de opleidingen worden voorgesteld. Wanneer het aan tal deelnemers de kapaciteit van een bepaalde kursus overtreft behoudt zieh de schoolleiding het recht voor het aantal gegadigden op billijke wijze over de landen van herkomst te herverdelen. In het geval een der OAS-lidstaten 10 of meer kandi daten aanmeldt voor het volgen van een der basiskur- sussen kan de opleiding plaats vinden in het betreffen de thuisland onder leiding van nationale hulpinstruk- teurs die te Fort Clayton hebben gestudeerd onder toezicht van een vaste docent van de school die begin en einde van de kursus begeleidt. In individuele gevallen kunnen speciale studieprogram- ma's worden samengesteld gericht op de verwerving van vaardigheden die buiten de standaardprogramma's vallen. Tenslotte bestaat de mogelijkheid onder toe zicht van een der docenten met gebruikmaking van het Instrumentarium van de school bepaalde onderzoeks- programma's uit te voeren. Aan het volgen van de kursussen zijn voor deelnemers geen lesgelden verbonden. Voorts worden leerboeken en ander lesmateriaal gratis door de school ter be- schikking gesteld. De kursist betaalt bij aankomst slechts een symbolisch bedrag van US 10,- aan inschrijvingsgeld, dat hem tevens toegang verschaft tot de Cartographic Students Association. De kosten voor huisvesting en onderhoud worden geacht door de moederinstituten in de thuislanden te worden gedragen. Voor huisvesting in een der studentenverblijven te Fort Clayton betaalt de kursist US 6,- per nacht, terwijl zijn levensonderhoud op US 28,- per dag wordt geraamd. Voor tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten kan een beroep worden gedaan op diver se Sponsors zoals de Organisation of American States (OAS), de Food and Agricultural Organisation (FAO), de U. S. Agency for International Development (USAID) en op het International Military Education and Training Program (IMETP). Vergelijking met het ITC Na de kennismaking met de Kartografenschool te Fort Clayton ligt de vergelijking voor de hand met het 66n jaar oudere ITC te Enschede. De bijna gelijktijdige oprichting van het ITC en van het opleidingscentrum van de IAGS is geen toeval. Beide instituten zijn voort- gekomen uit het na Wereldoorlog II baanbrekende be- sef dat het met de kaartering van de wereld maar droevig was gesteld. Wie nog daaraan twijfelde kon kennis nemen van de resultaten van een enquöte van de Verenigde Naties uit 1948 waaruit bleek dat bijna 60% van de wereldlandoppervlakte nog niet of geheel onvoldoende in kaart was gebracht. De direkte aanlei- ding tot de oprichting van beide instituten was de bij- eenkomst van een vijftal experts, waaronder de Ne- derlander prof. ir. W. Schermerhorn (1894-1977), te Lake Success (V. S. van 21 maart-1 april 1949, die zieh op uitnodiging van de Verenigde Naties beraadden op een leniging van de achterstand. De besprekingen vonden plaats onder leiding van de Amerikaan R. H. Randall, voorzitter van de Commission on Cartogra- phy van het bovengenoemde PAIGH, het Lichaam dat de stoot had gegeven tot de vorming van de IAGS. Men kwam unaniem tot de konklusie dat de achterstand in de wereldkaartering te wijten was aan het gebrek aan deskundig technisch personeel en aan modern Instru mentarium. Als een van de mogelijke oplossingen van het probleem werd de oprichting gesuggereerd van een internationaal opleidingscentrum, in het bijzonder voor ontwikkelingslanden, waarbij expliciet aan prof. Schermerhorn werd gevraagd de kansen voor een der- gelijk centrum in Nederland te onderzoeken. Gerugge- steund door dit verzoek van de Verenigde Naties slaagde Schermerhorn er in binnen een jaar tijds het ITC als Nederlandse bijdrage in technische hulp aan ontwikkelingslanden van de grond te krijgen. De Amerikanen lieten zieh niet onbetuigd. In 1952 vond de oprichting van de IAGS school in de Panamakanaal- zone haar beslag. Beide instituten hebben zieh overeenkomstig hun doel- stellingen geheel verschillend ontwikkeld. Terwijl het ITC als hoger onderwijsinstituut met ruim 300 man personeel, waarvan circa 130 akademici, in de eerste plaats is bedoeld voor Studenten uit de Derde Wereld, doch in principe open staat voor de gehele wereld, is het debiet van het onder Defensie ressorterende Ame- rikaanse instituut beperkt tot de lidstaten van de OAS. Terwijl vervolgens de school te Fort Clayton is ge richt op de opleiding van personeel (voornamelijk la- ger en middelbaar) betrokken bij de uitvoering van 38 KT 1986 XII. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 48