Karteermethode Omdat tijdens de analyse van de H. C. M. M. gegevens geen raster-beeldverwerkingsapparatuur ter beschik- king stond werd met behulp van conventionele vektor- kartografie gezocht naar een efficibnte methode van gegevensverwerking. De digitale gegevensverwerking gebeurde op de IBM ('mainframe') Computer van het Universitair Rekencentrum in Leuven, waarbij gebruik werd gemaakt van een automatische tekentafel met snij- en graveermogelijkheden. De nodige Software werd ontwikkeld voor de geometrische korrekties, voor de klasse-indeling door histogramanalyse van de gegevens spreiding en voor de omzetting van raster- gegevens naar een vectorieel plotbestand. De geome trische transformatie naar conforme Lambertcoördi- naten werd uitgevoerd met behulp van een 20-tal grond- kontrolepunten. De lokalisatie van de grondkontrole- punten gebeurde tot op sub-pixel-niveau. Na korrektie bedroeg de gemiddelde fout slechts 1 pixel. Om tot een optimale beeldvorming van de ruimtelijke spreiding te komen, werd gezocht naar een klasse- indeling die representatief is voor de thermische inertie-patronen in het studiegebied. Het histogram van de gegevens werd daarom opgesplitst in een 6-tal homogene klassen, die in grote mate overeenkomen met topografische landschapselementen zoals bebou- wing, bos, water en grasland. Per klasse werden de grenzen uitgesneden in pel- films, waaruit dan met de hand de verschillende mas kers werden gepeld. Het automatisch uitsnijden van de films gebeurde door het tangentieel sturen van een snijmesje, dat gemonteerd werd op de penkop van de automatische tekentafel. De kaart werd uitgewerkt op schaal 1:500. 000. De 6 ATI-klassen werden in een kleurtintenschaal weer- gegeven van blauw (hoge waarden) naar rood (läge waarden). De zwarte opdruk is volledig met de hand vervaardigd. Ze bestaat onder meer uit een aantal toponymen, die vooral bedoeld zijn voor een snelle lokalisering van significante spectraalbeelden. Dit- zelfde geldt voor de slechts enkele rivieren die wer den opgenomen. De zuidelijke begrenzing van de kaart is onregelmatig als gevolg van de bewolking die in dit gebied optrad op het ogenblik van de opnamen. Deze zone werd dan ook gewoon genegeerd in het kaartbeeld. Interpretatie van de H. C. M. M. -opname Eiders in dit KT-nummer kan men zieh, in het artikel van Beck en Van den Brink over satelliet themakaar- ten, een algemeen beeld vormen van de interpretatie- mogelijkheden en direkte toepassingen van satelliet- opnamen. De praktische bruikbaarheid van deze opna men is afhankelijk van vele parameters, zoals de schaal van het beeld, de pixelgrootte, de aard van de geregistreerde spectraalband(en), de opnamedatum enzovoort. Met deze algemene uitgangspunten moet men rekening houden bij de analyse van de bijgaande kleurenkaart van de 'Schijnbare thermische inertie van Belgiö'. Uit bovenvermelde technische karakteristieken van de opnameprocedure van de H. C. M. M. -satelliet en van de gebruikte methode bij de verwerking van de pixel- matige registratie van de vermelde nacht- en dagopna- me kan men afleiden dat een ongelijke bodembedekking en/of bodemgebruik zijn Stempel zal drukken op het resulterende beeld. Meer nog dan de bodemsamenstel- ling zelf of de aard van het onderliggend gesteente, die beide inderdaad wel medebepalend zijn voor eerst- genoemde parameters, beinvloedt de aard van de bo dembedekking het opnamebeeld. Ook al is het scheidend vermögen van deze satelliet eerder gering te noemen (ca. 500 m), toch is het bij - zonder verrassend welke terreinobjekten zichtbaar zijn en welke niet. Meestal zal men, bij een systematische analyse, de landschapsverscheidenheid trachten herkenbaar te maken. Ook omgekeerd, zullen we hier heel konkreet de regionale en/of plaatselijke beeldverschillen pogen te identificeren en ze doen verwijzen naar de aan de oppervlakte al dan niet zichtbare topografische elemen- ten. We beperken ons hier niet tot het Belgisch land- oppervlak, doch de randgebieden - vooral in Neder- land - zullen tevens het onderwerp van onze aandacht vormen. Hoge A. T. I. -waarden De hoogste waarden van de thermische inertie werden met opzet in het donkerblauw weergegeven op het bij- gevoegde kaartbeeld. We stellen inderdaad vast dat bepaalde wateroppervlakken hierdoor bijzonder scherp worden afgelijnd op de kaart. Niet enkel de Noordzee en de Wester- en Oosterschel- de worden zeer duidelijk in het donkerblauw weerge geven, maar ook kleinere plassen springen zeer op- vallend in het oog. Zo kan men de Scheldemeanders in de benedenloop vanaf Dendermonde tot de monding goed volgen. Bemerk de geometrische aflijning van de Antwerpse havendokken, zowel op linker- als op rechteroever. Net als die van Nieuwpoort komt de haven van Oostende tot uiting en zelfs de spuikom tekent zieh als een donker vlekje af boven de letter t van Oostende. Diep ingesneden rivierdalen, zoals de Ourthe en de Lesse in de Ardennen zijn niet te onderscheiden. Meer opvallend zijn de bospartijen. Zowel de zeer uit- gebreide bosgebieden van de Ardennen en de Hoge Ve nen als de kleine vlekjes in Laag- en Midden-BelgiS tekenen zieh wonderwel af. Tot de eerste groep hören onder meer de (op de kaart) centraal zuidelijke west- oost-band met het Bois de Couvin tot het For6t des Fagnes nabij Saint-Hubert en het Hertogenwald, dat een tiental km ten oosten van Verviers in noordooste- lijke richting loopt over de Belgisch-Duitse grens tot aan de kaartrand ten oosten van Aachen. De hoefijzer- vormen aan de zuidrand van het Massief van Stavelot Liggen er tussen in en zijn ook zeer typische boszones. De tweede reeks bosvlekken is nog meer spektaculair afgelijnd. Met een topografische overzichtskaart er- naast kan men ze bijna stuk voor stuk benoemen. Enkele voorbeelden uit de verschillende landen illus treren dit wonderwel - Forßt de Mormal ligt met zijn 75 km2 uitgestrekt- heid zeer opzichtelijk op zowat 10 tot 20 km ten zuidwesten van Maubeuge in Noord-Frankrijk. - Bois de Baudour begint op enkele km ten noorden van Möns (Belgih) en strekt zieh tot meer dan 10 km verder westwaarts uit. - De beboste Marlagne-kam ten zuiden van Namur en KT 1986 XII. 4 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 55