fesafffigtsfeffffiSfe
Costa Rica in kaart gebracht
J.J. Krijnders
Het is al jarenlang gebruikelijk dat het Kartografisch
Tijdsehrift regelmatig van kartografie-studenten van
de Rijksuniversiteit Utrecht een bijdrage krijgt aange-
boden in de vorm van een atlasje. Nadat steeds onder-
werpen uit Nederland de revue passeerden (Blik op
wonen, Ontwikkeling van de landbouw) kwam vorig
jaar een atlasje over Mexico uit. In het kursusjaar
1985 is men op deze lijn verder gegaan; begonnen
werd aan een atlasje over Costa Rica, dat als bijlage
bij dit nummer van het Kartografisch Tijdsehrift is
gevoegd (1). Aanleiding hiervoor was het samenwer-
kingsverband dat de universiteit van Costa Rica is
aangegaan met de universiteit van Utrecht; in dit ka-
der wordt onder andere door de vakgroep 'sociale
geografie van ontwikkelingslanden' onderzoek gedaan
in Costa Rica.
Tegelijkertijd met het atlasje over Costa Rica is een
andere groep Studenten uit hetzelfde kursusjaar begon
nen aan een atlasje over energie in Nederland. De re-
sultaten daarvan zult u in 66n van de körnende Hüm
mers van het Kartografisch Tijdsehrift tegenkomen.
Beide atlasjes werden vervaardigd in het kader van
het praktikum thematische kartografie, dat zowel
door hoofd- als door bijvakkers gevolgd wordt. De
deelnemers dienen aan alle fasen van het kartografisch
produktieproces aktief deel te nemen.
Opzet van de atlas
De kaarten op de pagina's 3 tot en met 6 dienen om
een algemene indruk van het land te geven. Opvallend
hierbij is de sterke koncentratie van de bevolking in
de Centrale Vallei, waar ook de hoofdstad San Jos§ is
gelegen. Aan dit gebied is het middendeel (pag. 7 tot
en met 10) gewijd, waarbij het accent is gelegd op de
bevolkingsgroei in dat gebied. De kaart op pagina 11
toont aan dat de Centrale Vallei ook op het gebied van
de gezondheidszorg een dominante plaats inneemt; in
de perifeer gelegen gebieden aan de noord- en zuid-
grens zijn voorzieningen in de medische sektor afwe-
zig of ver weg. De kaarten op de bladzijden 12 tot en
met 15 gaan over de landbouw als belangrijkste sektor
van de ekonomie. De kaart over temperatuur en neer-
slag die hier bij Staat dient voor een goede interpreta-
tie van deze kaarten. De kaart op pagina 15 -tabaks-
oogst- is in de plaats gekomen van een geplande kaart
over koffie of bananen. Over deze beide, voor de land
bouw veel belangrijker gewassen dan tabak, bestonden
echter geen regionaal uitgesplitste gegevens van re-
cente datum, voor tabak wel. Dit is typerend voor 66n
van de problemen waar je als producent van een derge-
lijk atlasje voor komt te staan; betrouwbare, gedetail-
leerde en recente gegevens zijn zelfs in een rüstig en
vreedzaam land als Costa Rica Schaars. De atlas be-
sluit met twee diagrammen, waarbij de oppervlakte
van de verschillende Symbolen proportioneel is aan
het belang van de produkten voor de import en de ex-
port.
Kaartproduktie
Hierbij waren drie fasen te onderscheiden; een eerste
fase waarin allerlei zaken de revue passeerden waar-
over de groep Studenten als geheel een besluit moest
nemen, een tweede fase waarin individueel werd ge
werkt aan een bepaalde kaart, en tenslotte het samen-
voegen van de individuele kaarten voor het maken van
de eindfilms.
Uitgangspunt voor de groep van 14 Studenten (in de
loop van de produktie zouden er twee afvallen) was dat
de kaart op A2 formaat zou worden gedrukt, waarbij
66n zijde in kleur, de andere in zwart-wit. Door uit te
gaan van een bepaald formaat (gelijk aan het Mexico
atlasje) kwam men tot een bepaald aantal kaarten, het
vouwsysteem bepaalde de volgorde kleur/zwart-wit.
Hiermee moest met het vaststellen van de onderwer-
pen van de verschillende kaarten rekening worden ge-
houden, daar sommige kaarten haast vroegen om een
uitvoering in kleur. Een aantal onderwerpen viel al in
een vroege fase af door het reeds beschreven ontbre-
ken van goede gegevens. In de beginfase werden tevens
allerlei afspraken op het gebied van de layout, de
schaal enz. gemaakt.
Na dit gemeenschappelijk begin werd per student aan
66n of meer kaarten gewerkt. De vorderingen per
kaart waren zeer verschillend vanwege stageverplich-
tingen, bijvakken en dergelijke. De technische gang
van zaken was voor de meeste kaarten hetzelfde. Tot
op het eind is er aan elke kaart afzonderlijk gewerkt
om bovengenoemde reden, hn omdat er op deze manier
grote vrijheid was in het kleurgebruik: de pelfilms
werden per kaart gemaakt, en men hoefde nu geen re
kening te houden met de kleuren van de andere kaarten
om pelfilms uit te sparen. Dit leidde er wel toe dat er
voor het maken van de vier eindfilms steeds voor elke
kaart afzonderlijk inbelichtingen nodig waren. Voor de
afdeling reprografie was dit dan ook een forse klus.
Teneinde alle eindfilms op exakt de juiste plaats te
KT 1986 XII. 4
47