R. J. M. J. Bertrand (Ed. LA FORMATION DES CARTOGRA- PHES. Compte Rendu du Sßminai- re de Rabat, 16-21 avril 1984. 254 pp. A5, uitgegeven door de International Cartographic Asso ciation en de Direction de la Con- servation Foncifere et des Travaux Topographiques te Rabat, Ensehe de 1985. ISBN 90-70301-09-0. Prijs 10, De Internationale Kartografische Vereniging (ICA) heeft een aantal programma's opgezet om derde- wereld landen te laten profiteren van nieuwe ontwikkelingen in het vak: 'technology transfer' program ma's. Ook de commissie voor de opleiding en training van kartogra- fen werkt daaraan mee, en heeft net (april 1986) zijn tweede Semi nar achter de rüg, in Wuhan in China, waarop behandeld is hoe het beste kartografische onderwijs- programma's kunnen worden opge zet. Het hier besproken boek be- vat de tekst van de lezingen van een eerste congres van die aard, dat in april 1984 in Rabat is gehou- den. Hiervoor was een 6-man Ster ke groep deskundigen uit Europa samengesteld die samen 22 lezin gen voor hun rekening namen: over welke opleidingsmethoden, topografische en thematische kar- tografie, methoden en technieken van de traditionele en moderne kartografie, en over het kaartge- bruikonderwijs. De sprekers wa ren, met uitzondering van de com- missievoorzitter Meine van de Universiteiten van Leuven, Ham burg, Utrecht, het ITC en de op- leidingsschool van het IGN in Parijs afkomstig. Een aantal van hen besprak de nieuwe ontwikkelingen in deelge- bieden van de kartografie, zoals over projekties, graveermethoden, kleurenscheiding en kleurenproe- ven, en ook de automatisering. Daarnaast werden lezingen gehou- den over de manier waarop het onderwijs het beste in verschillen- de niveaus zou kunnen worden in- gedeeld, of hoe bepaalde onder- werpen het best aan jonge karto- grafen kunnen worden overgedra- gen. Hoewel niet als leerboek bedoeld is het op deze manier toch een nut tig overzicht geworden van de on- derdelen waarvan de commissie- leden vinden dat ze op het ogen- blik in de kartografie curricula thuishoren. Het boekje is uitge- breid geillustreerd met tijdens de lezingen getoonde voorbeelden, overzichtelijk ingedeeld en in ele- mentair Frans geschreven, zodat het ook voor Nederlandse lezers redelijk toegankelijk is. F. J. Ormeling MONMONIER, M. S. Technolo- gical Transition in Cartography. Madison, Wisconsin: The Univer- sity of Wisconsin Press, 1985, 282 pp. 87 ill. 22,5x15 cm. Engels. ISBN 0-299-10070-7. Prijs f 115,40. Het zal geen der lezers van het Kartografisch Tijdschrift ontgaan dat er in de kartografie momen- teel sprake is van vele en snelle veranderingen. Deze veranderin- gen hangen onder meer samen met ontwikkelingen op het gebied van digitale computertechnieken, remote sensing en telekommunika- tie. In het boek 'Technological Transition in Cartography', dat alweer enige tijd geleden is ver sehenen, probeert Monmonier een overzicht te verschaffen van de technologische ontwikkelingen op een aantal gebieden van kaartver- vaardiging en -gebruik rnavigatie, landmeten, geografische informa- tiesystemen, zgn. 'decision sup- port'-systemen en het uitgeven van kaarten. Daarbij beperkt Mon monier zieh niet alleen tot heden- daagse technologische ontwikkelin gen, maar gaat hij ook terug naar de technologische revoluties waar- mee de kartografie in het verleden te maken heeft gehad en kijkt hij veelvuldig vooruit naar de te ver- wachten toekomstige ontwikkelin gen. Bovendien plaatst hij de ont wikkelingen in de kartografie voortdurend in een veel breder maatschappelijk kader: het boek zou eigenlijk veel beter 'Techno logical Transition änd Cartogra phy' als titel kunnen hebben. De schrijfstijl van Monmonier is, zoals in zijn andere publikaties, bijzonder plezierig. Het boek kan gelezen worden als een op vele plaatsen boeiende verzameling ver- halen, mede omdat de tekst niet wordt onderbroken door literatuur- verwijzingen en dergelijke: die zijn opgenomen in een omvangrijk notenapparaat achterin. Daar staat echter toch tegenover dat het het boek wat aan overzichtelijkheid ontbreekt. De hoofdstukken staan teveel op zichzelf en bovendien zijn er tamelijk grote verschillen in de wijze van behandeling van de onderwerpen: zonder dat duidelijk is waarom, behandelt hij bepaalde onderwerpen zeer oppervlakkig, terwijl andere zeer diepgravend worden uitgeplozen. Daarnaast lijkt het soms of Monmonier bij verschillende onderdelen van de tekst - ook binnen de hoofdstukken - verschillende lezersgroepen in ge dachten heeft gehad: op sommige plaatsen gaat hij zeer 'inleidend' te werk (zoals in Hoofdstuk 2 waar hij het verschil uitlegt tussen geo grafische lengte en breedte), op andere plaatsen is het boek duide lijk filosofisch voer voor vakgeno- ten. In dat laatste ligt trouwens de grootste waarde van het boek. On- danks de aanwezige trefwoorden- lijst is het niet zozeer een boek dat een kartograaf ter hand zal nemen als er zieh een praktisch KT 1986 XII. 4 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 63