probleem voordoet in zijn dagelijk- se werkzaamheden. Het is ook niet een goede inleiding tot de moderne kartografie, zoals op de omslag- flap ten onrechte wordt vermeld. Daarvoor springt het boek teveel 'van de hak op de tak' en komen de konkrete kartografische Problemen (generalisatie, symboolontwerp en dergelijke) in samenhang met de technologische ontwikkelingen on- voldoende aan bod. Het boek is vooral interessant voor kartografen die zieh - al dan niet bezorgd - af- vragen wat er momenteel gaande is en wat er (mogelijk) nog alle- maal gaat gebeuren. Een uitgangspunt dat meteen al in het eerste hoofdstuk wordt gepre- senteerd, en daarna vele malen terugkeert, is de verwachte ver- vanging van de 'papieren kaart' door de digitale en beeldscherm- kaart. In het tweede hoofdstuk over plaatsbepaling en navigatie in sa menhang met verplaatsingen over land en zee en door de lucht wordt de opmars van de digitale kaart overduidelijk aangetoond (zie ook de artikelen in KT 1986. XII. 2). In dit hoofdstuk stelt Monmonier bo- vendien nog eens vast dat het be lang van de nationale veiligheid (dat wil zeggen de defensie-inspan- ning) de voornaamste Stimulans blijft voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van kaartvervaardi- ging en -gebruik ('Mapping thrives on war and threats of war'). Met enige vertraging zien we dan ook toepassing voor civiel gebruik van wat militairen in eerste instantie hebben bereikt. Hoofdstuk 3 en 4 gaan in op de tech nologische ontwikkelingen in samen hang met de gegevensverzameling ten behoeve van de kaartvervaardi- ging. Het derde hoofdstuk handelt over de gevolgen van elektronische ontwikkelingen voor de geometri sche nauwkeurigheid. Het gaat over oude en nieuwe landmeetkundi- ge, geodetische en fotogrammetri- sche technieken voor het verkrijgen van basisgegevens over de horizon tale en vertikale ligging van geo- grafische verschijnselen. In Hoofd stuk 4 gaat het om de invulling van de basiskaart middels technieken als luchtfoto-interpretatie, remote sensing en beeldverwerking. Opval- lend gemis in dit hoofdstuk is het ontbreken van informatie over ont wikkelingen op het gebied van de automatische patroonherkenning. 'Decision support'-systemen zijn Computersystemen die gemakkelijk te hanteren zijn en die op snelle en doeltreffende wijze informatie (bijvoorbeeld in de vorm van cij fers, diagrammen of kaarten) kun- nen leveren, welke nodig is voor het nemen van beslissingen door verantwoordelijke personen bij overheid en partikulier bedrijfs- leven. Met dergelijke Systemen kunnen ook allerlei thematische kartografische (bijvoorbeeld sta tistische) gegevens op snelle wijze toegankelijk zijn. Het hoofdstuk gaat daarom dan eigenlijk ook over de toename van het gebruik en de bruikbaarheid van kartografische gegevens als gevolg van de ontwik- keling van de Computertechnologie in vergelijking met een situatie waarin papier nog het belangrijk- ste medium is en de kast de voor naamste manier van opslaan. In dit hoofdstuk wordt ook aandacht besteed aan geografische en land- informatiesystemen in het alge- meen en aan (elektronische) natio nale atlassen. Hoofdstuk 6 is niet alleen gewijd aan de ontwikkeling van kartogra fische (re-)produktietechnieken en -materialen, maar ook aan het vaak verwaarloosde aspekt van de uitgave en verspreiding van kaar ten. Wat dit laatste betreft zullen ontwikkelingen op het gebied van telekommunikatie (bijvoorbeeld glasvezeltechnologie, Teletext enz. van invloed zijn op de snel- heid waarmee (digitale) kaarten van de producent naar de consu- ment kunnen worden getranspor- teerd. Kaarten moeten in toene- mende mate gezien worden als 'Software' en niet meer als mate- rieel Objekt. Het laatste hoofdstuk bevat de sa- menvatting en konklusies. Boven- dien plaatst Monmonier nog wat aanvullende opmerkingen die hij kennelijk nergens anders kwijt kon; bijvoorbeeld over 'Copyright' en over het bewaren (van bepaalde versies) van digitale kaarten voor het nageslacht. De uitgebreide Verklärende Woor- denlijst, die met de noten, litera- tuurlijst en index achterin het boek is opgenomen, is zeker nuttig, vooral voor nieuwelingen op het gebied van de kartografie. Maar 'Technological Transition in Cartography' is met name geschikt voor min of meer ervaren karto grafen, die graag 'bij' willen blij- ven en veel meer ook niet. Het boek stimuleert de gedachten, maar men moet wel goed beseffen, dat er misschien meer vragen wor den opgeroepen dan dat er antwoor- den worden gegeven. C. P. J. M. van Elzakker BIOLOGISCHE WAARDERINGS- KAARTEN VAN BELGlE, Ministe- rie van Volksgezondheid en van het Gezin, Instituut voor HygiSne en Epidemiologie, Coördinatiecen- trum van de Biologische Waarde- ringskaart. Brüssel: Coördinatie- centrum van de Biologische waar- deringskaart, 1985. 1:25.000, 72 bladen, veelal bestaand uit 8 deelbladen, 48x35 cm in plastic hoes, met verklärende tekst. Waarvoor men in Nederland is teruggeschrokken, is in Belgie met voortvarendheid uitgevoerd. In 1978 is gestart met het projekt dat heeft geleid tot de 'Biologische Waarderingskaart van BelgiB'. Het is een bithematische kaart waarop zowel fyto-ecologische ba sisgegevens staan vermeld, als een daaruit afgeleide waardering. De twee leganda's die daarvoor zijn opgesteld, zijn pragmatisch en arbitrair van aard. De 17 Mas sen van karteringseenheden omvat- ten zowel geomorfologische eenhe- den bijvoorbeeld stilstaande waters, als bodemgebruiksvormen bijvoor beeld akkers, urbane gebieden, en vegetatiekundige formaties zoals mesofiele bossen, heiden. In de verdere verfijning tot 127 eenheden wordt vaak gebruik gemaakt van de vocht- of nutriSntenvoorziening van het substraat zoals droge graslan den, zure bossen. In andere geval- len wordt de leeftijd als kenmerk gebruikt voor onderverdeling bij voorbeeld jonge respektievelijk oudere dennenaanplant. Er zijn maar weinig karteringseenheden waar niet het milieu of het beheer tot de kenmerken behoort, maar waar de aanwezigheid van bepaalde plantesoorten het voornaamste ken merk is zoals beukenbos met wilde hyacint. Overigens wordt wel van elke eenheid een lijst van diagnos tische plantesoorten genoemd. Daardoor worden tenslotte toch al le eenheden gedefiniberd op de sa- menstelling van de vegetatie. Tegen het kombineren van kenmer ken van verschillende aard is geen bezwaar als het resultaat geschikt 54 KT 1986 XII. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 64