derwerpen ter sprake die meer tot het gebruik van een vastgoedsys- teem zouden kunnen worden gere- kend. Hiertoe behoren ondermeer de voorwaarden die gesteld moe- ten worden aan een data-base managementsysteem, het gebruik van grote (=dure) grafisch inter- aktieve Systemen of van zogenaam- de 'low cost' Systemen, de moge- lijkheden op het gebied van geauto- matiseerde herwaardering en de mogelijkheid voor het vervaardi- gen van thematisch kaarten. De totale map geeft een heel aardig overzicht van wat zieh afspeelt op het gebied van de vastgoedregis- tratie. De volgorde van de artike- len lijkt echter niet geheel logisch; de achtergronden van de onroerend- goedbelasting passen beter aan het begin van de map, evenals de ver- gelijking tussen de beleidsinforma- tie bij de overheid en bij het be- drijfsleven. Door de niet geheel logische volgorde zal een aantal lezers waarschijnlijk moeilijk een verband tussen de verschallende artikelen kunnen leggen. Ondanks deze tekortkoming biedt deze map veel informatie als men een overzicht wil krijgen van de stand van zaken en een idee van de mogelijke toekomst op het gebied van de vastgoedregistratie. C. H. de Voogd Conversie van GROOTSCHALIGE LEIDINGENBEHEERKAARTEN en het genereren van een verzamel- kaart met behulp van een inter- actief grafische voorziening in het proefgebied Vleuten-De Meern. Projectgroep Conversie, Stichting Studiecentrum voor vastgoedinfor- matie (SSVI), 62 pp. en 15 pp. uit- slaande kaarten. Publicatiereeks SSVI 1983-3b. Prijs f 15,— (incl. BTW en verzendkosten. Bestel- adres: SSVI, Thijsseweg 11, 2629 JA Delft). In het onderzoek waarvan dit rap- port verslag uitbrengt gaat het er- om na te gaan in hoeverre de grootschalige basiskaart van Ne- derland geschikt is om als leidin- genverzamelkaart te dienen, en in hoeverre dit digitaal kan worden gerealiseerd. Het onderzoek is gefinancierd door de overheid en uitgevoerd door vertegenwoordi- gers van de Nutsbedrijven, Fugro en Kadaster. Het scheppen van een digitaal be stand levert weinig problemen op, noch het uit dit verzamelbestand laten plotten van beheerskaarten. Wat wSl problematisch kan zijn is de conversie door digitalisering van analoge beheerskaarten tot een digitaal bestand - ze moeten hiervoor vaak worden gekontro- leerd en opgeschoond. Van de onderzochte digitale conversie- technieken blijkt konstueren en interaktief uittekenen op basis van de maatvoering, aangegeven op de kaart, het meest nauwkeurig, en een mengvorm van digitaliseren en konstrueren het snelst te zijn. Door de gebruikers zelf is een laagindeling van de verschallende thema's (gas, water, telekommu- nikatie, elektriciteit) gemaakt, waarbij aangegeven was welk deel van elk thema voor opname in de verzamelkaart in aanmerking kwam. Er zijn Symbolen ontwor- pen en uitgetest op formaat, lees- baarheid en dichtheid. En tenslot- te is gemeten hoeveel tijd de ver schallende procedures, voor de conversie van de verschallende thema's in beslag namen. Hierbij is ruimte voor een vervolgonder- zoek opengelaten door de hier ver- kregen resultaten niet voor extra- polatie geschikt te achten. De vele kaartbijlagen vormen een goede aanvulling van de tekst; vooral ook de verzamelkaart daar zicht- baar gemaakt is in welke mate het gebruik van een kleurkodering en een kleurenschema de leesbaar- heid van dit kaarttype verbetert. F. J. Ormeling KT 1986 XII. 4 57

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 67