versie-programma's op hun Systemen
te hebben, waarbij dat van SysScan
ook in Staat is om, binnen voorafgege-
ven marges, gaten in lijnen automa
tisch te dichten.
Maar rastervektor-konversie is pas
echt zinvol als dit gekombineerd wordt
met automatische patroonherkenning,
waardoor uit een spaghettibestand een
gestruktureerd bestand wordt
gevormd.
Automatische patroonherkenning in
rasterbestanden wordt al vrij algemeen
toegepast, zowel voor vlakken (bij-
voorbeeld bij satellietbeelden) als voor
Symbolen. Daarom werd door prof.
Lichtner alleen de toepassing in gevek-
toriseerde bestanden nader uitge-
werkt. Deze is vooral gericht op het
herkennen van lijnen, schrift en Sym
bolen. Hierbij wordt meestal uitgegaan
van gescande zwart-wit lijnenkaarten.
Gekleurde originelen zijn beter
geschikt, maar meestal niet voorhan-
den.
Er zijn verschillende manieren om een
automatische patroonherkenning uit
te voeren, maar altijd moet er eerst
een trainingsset worden opgesteld.
Met andere woorden: de Computer
moet eerst worden verteld op welke
kenmerken hij letten moet en welke
marges hij daarbij moet aanhouden.
Gezien de daarvoor benodigde voor-
bereidingstijd is toepassing alleen zin
vol bij een uniforme Serie kaarten en
niet bij een enkel eksemplaar of een
sterk heterogene verzameling. Maar
met geschikt materiaal zijn nu al bespa-
ringen in tijd mogelijk van 30 tot 50%
vergeleken met handmatig digitalise-
ren.
In de lezingen en demonstraties van
zowel Klauer (SysScan) als Paeslack
(Intergraph) werden programma's
gepresenteerd die rasterbestanden
automatisch vektoriseren en door
patroonherkenning struktureren en
eventueel ook geometrisch korrigeren.
Hierbij bleek SysScan het verst met
zijn ontwikkelingen te zijn: zij kunnen
ook handgeschreven cijfers (bijvoor-
beeld van lodingsbladen) herkennen.
Lijnen die door een getal lopen vormen
geen probleem, maar de getallen
mögen niet aan elkaar zijn geschreven,
hoewel ook aan een oplossing daarvan
wordt gewerkt. Een blad met 5000
getallen wordt in 30 minuten gescand,
waarna het vektoriseren 75 minuten
computertijd kost. Het eigenlijke her
kennen duurt dan ongeveer3 minuten,
maar vooraf was wel een trainingsset
ingevoerd met per cijfer enige tiental-
len voorbeelden. Dit geeft een score
van 99,2% goed.
Een interessante toepassing gaf Rie
mer (IKF, Bonn) met de opbouw van
een landinformatiesysteem (ofwel:
digitaal topografisch bestand) voor de
deelstaat Nordrhein-Westfalen uit een
inhomogene verzameling oude basis-
en kadasterkaarten. Afhankelijk van
de kwaliteit worden deze handmatig
gedigitaliseerd, of gescand en half- of
volautomatisch omgezet. Daarbij wor
den tevens de nodige geometrische
korrekties uitgevoerd, waarna de
diverse raam- en eilandkaarten ook
naadloos aan elkaar gepast kunnen
worden.
Vers uit de Hannover Messe van de
week daarvoor kwam Theissing (Sie
mens) met lezing en demonstratie van
het prototype van hun hybride sys-
teem. Daarop kan gelijktijdig met ras-
ter- en vektorbestanden gewerkt wor
den. Het systeem heeft programma-
modules voor de normale vektorbe-
werkingen en voor raster-vektor- en
vektor-raster-omzettingen. Ook is
voorzien in Software voor digitale
beeldverwerking (van satellietbeel
den), inklusief geometrische korrektie
met behulp van paspunten. Vektorge-
gevens kunnen on-line bijgedigitali-
seerd worden. Hiermee is een toe-
komstverwachting, zoals uitgesproken
op de NVK Themadag Automatisering
van april 1986, al snel realiteit gewor
den.
Overigens beschikt ook Intergraph
over hybride mogelijkheden.
Een viertal lezingen waren gewijd aan
automatische navigatiesystemen voor
auto's. Prof. Lichtner gaf weer een
algemene inleiding en ging dieper in
op de mogelijkheden van optische
geheugendragers zoals compact disc
en beeldplaat hierbij.
Daarna beschreef Meyer (IfK) hoe een
bestand wordt opgebouwd voor EVA,
het experimentele navigatiesysteem
van Bosch/Blaupunkt, dat sterk ver-
want is aan het CARIN-systeem van
Philips.
Tenslotte vertelde Mettenmeier iets
over gegevensinwinning en -verwer-
king buiten met behulp van het elek
tronisch veldboek EF 80, dat hij ook
zelf op de markt brengt.
De belangrijkste indrukken van dit
seminar kunnen als volgt worden
samengevat.
Bij het automatiseren van thematische
kaarten met veel vlakken en kleur
heeft het werken met rastertechniek
zijn nut al bewezen.
Door het volwassen worden van pro
gramma's voor raster-vektor-konver-
sie en automatische patroonherken
ning komen de voordelen van raster
techniek nu ook beschikbaar voor
andere kaarttypen. Zo kunnen analoge
zwart-wit lijnenkaarten (zoals groot-
schalige basiskaarten en kadasterkaar
ten) na scannen nu veel sneller worden
omgezet in digitale vektorbestanden
dan met handmatig digitaliseren het
geval is.
De ontwikkeling van hybride Syste
men, waarop gelijktijdig met rasterbe
standen (bijvoorbeeld satellietbeel
den) en vektorbestanden (zoals meet-
gegevens) kan worden gewerkt, is ook
veelbelovend. Het is zeer waarschijn-
lijk dat dit de standaard gaat worden
voor de kartografische Systemen in de
nabije toekomst.
Over voor- en nadelen van raster- of
vektortechniek bij de uitvoer (plotters
en dergelijke) werd vrijwel niet gerept.
Automatische navigatiesystemen zijn
nog in het ontwikkelingsstadium, maar
zullen binnen enkele jaren rijp zijn
voor massaproduktie. De vraag is dan
alleen nog of de konsument er ook aan
wil.
M. A. Damoiseaux
Japanse schoolatlassen en projekties
Hoewel projekties 'uit' zijn, in die zin
dat hun konstruktie door de komst van
Computer en plotter zo sterk vereen-
voudigd is, dat er in het kartografie-
onderwijs minder aandacht aan wordt
besteed, wordt er nog onvoldoende
van deze nieuwe konstruktiemogelijk-
heden gebruik gemaakt. Wanneer we
weer eens gewezen worden op de
gebruiksproblemen van de traditionele
afbeeldingsmethoden in onze schoolat
lassen is het zinvol zo'n vingerwijzing
wat extra aandacht te geven. De aange-
ver is ditmaal prof. Kei Kanazawa,
hoogleraar kartografie aan het Kochi
Technical College in Japan. In een aan-
tal recente publikaties (iCA-kongres
Warschau 1982 en in het tijdschrift Chi-
zu, 1985) heeft hij de mogelijkheden
voor het ontwerpen van projekties
voor schoolatlassen nog eens onder-
zocht, en de uitkomst ook toegepast in
schoolatlassen, zoals de Shakaika Shirt
Koto Chizu (Atlas ter begeleiding van
16
KT 1987. XIII.2