kolonie een uitgebreid netwerk van lijnen aan. De Chinezen verzetten zieh tegen invloeden van buiten en ook tegen de aanleg van spoowegen, de instrumenten bij uitstek voor koloniale uitbuiting. Een ander voorbeeld is het kontrast tussen Pakistan, onderdeel van Brits-Indie en dus in het bezit van een redelijk spoorwegnet, en Afghanistan, dat tot op heden geen spoorlijn heeft. Over het algemeen gaat de regel op dat ontwikkelingslanden veel minder uitgebreide spoorwegnetten tot hun beschikking hebben dan de gei'ndustrialiseerde wereld in Oost en West. Hierbij speelt tevens een rol dat sinds het volledig tot ontwikkeling komen van het wegverkeer de noodzaak tot de aanleg van spoorlijnen (duurder dan de aanleg van wegen) zieh ook minder doet gevoelen. Grondstofvindplaatsen Vindplaatsen van grondstoffen als ijzererts en steenkool, Produkten met een grote massa die in grote hoeveelhe- den gebruikt worden en daardoor enorme vervoersstro- men veroorzaken, hebben in het verleden ook aanleiding gegeven tot een Sterke verdichting van het spoorwegnet. Bovendien gaf het delven van deze grondstoffen tot in de jaren vijftig aanleiding tot migratie naar de wingebieden, zodat het proces van bevolkingskoncentratie de verdichting kon versterken. Goede voorbeelden van gebieden waar zieh deze processen hebben afgespeeld zijn de Franse departementen Nord en Pas-de-Calais (rondom Lille), de Belgische Borinage, Noord-Lotharin- gen, het Saargebied, het Ruhrgebied, Opper-Silezie, het Donetsbekken enzovoort. Met uitzondering van de voorbeelden uit het Oostblok staan deze gebieden vrijwel zonder uitzondering heden ten dage bekend om de sociale problematiek die het gevolg is van de sluiting van vele steenkoolmijnen en de achteruitgang van de ijzer- en staalindustrie. De economische problemen brengen met zieh mee dat vele spoorlijnen gesloten worden. Wanneer de vindplaats van de delfstoffen of de produktiegebieden van grondstoffen ongunstig zijn gelegen ten opzichte van de verwerkingscentra, worden er spoorlijnen aangelegd voor de afvoer van deze massagoederen uit de produktiegebieden. Dit geeft een netwerk van spoorlijnen dat primair bedoeld is voor de afvoer van produkten en weinig nut heeft vor het vervoeren van reizigers. Een aardig voorbeeld in Europa is het netwerk van spoorlijnen in Zuid-Wales waarover de kolen uit de mijnen in de vele smalle valleien naar de havens van Cardiff, Newport en Port Talbot worden vervoerd voor verder transport. Het net was vroeger nog veel dichter. Hetzelf de principe ligt ten grondslag aan het spoorweg'net' van West-Afrika. De koloniale machten legden hier vooral spoorlijnen aan om Produkten uit het binnenland snel te kunnen afvoeren naar de havens (figuur 6). Dit verschijnsel zette zieh trouwens na de onafhankelijkheid voort: 80% van de spoorlijnen die sinds 1950 in de ontwikkelingslanden zijn aangelegd (met uitzondering van China) zijn primair bedoeld om grondstoffen naar de kust te vervoeren en vertonen boven beschreven beeld. Het partikulier initiatief Ook het feit dat in Europa en de vs het aanleggen van spoorlijnen meestal een zaak was van partikuliere maatschappijen, heeft zijn invloed gehad op de loop van spoorlijnen en de vorm van het spoorwegnet in sommige gebieden. Zo zijn er met name in de VS en Groot-Brittan- nie vele voorbeelden (geweest) van doublures van spoorverbindingen omdat twee of meer maatschappijen ieder een eigen verbinding op een bepaalde route wilden onderhouden. Figuur 7 laat de doublures tussen Figuur 6. Flet spoorwegnet in West-Afrika KT 1987. XIII.2 Figuur 7. Spoorwegen tussen Liverpool en Manchester Liverpool en Manchester zien; soortgelijke situaties bestonden tussen Londen en Birmingham en tussen vele Steden in de vs. Na de Tweede Wereldoorlog konden bij reorganisaties en nationalisaties vele van deze lijnen als overbodig worden opgebroken. Zo werd bij voorbeeld in Spanje een eind gemaakt aan de absurde situatie tussen Teruel en het aan de kust gelegen Sagunto. Twee spoorlijnen liepen hier over een afstand van 150 km volledig parallel aan elkaareen situatie die ontstaan was doordat de direktie van de Sierra Minera-mijn het niet eens kon worden met de spoorwegdirektie over de tarieven voor het ertsvervoer naar de haven. Hadden de doublures in het spoorwegnet meestal positieve effekten op de reismogelijkheden van personen en goederen, de gevolgen van konkurrentie en winststreven konden ook negatief zijn. Partikuliere maatschappijen hadden er namelijk geen belang bij dat 27 BURKINA V FASO GUINEE BISSAU GUINEE IVOORKUST GHANA) NIGERIA) (E) TOGO (D,F) LIBERIA KAMEROEN (D.F) EQUAT. GUINEA^ MAURETANlE (F) j i i MALI (F) NIGER (F) TSJAAD SIERRA LEONE (E) Spoorlijn 1000 mm 1067 mm litt 1435 mm 0 1000 km Staatsgrens F Vroegere Franse kolonie E Vroegere Engelse kolonie D,F Eerst Duitse, daarna Franse kolonie i J GABON(F) S i i Railwayl Railway noord Committee MANCHESTER //LIVERPOOL 10km Lancashire Yorkshire London North Western Cheshire Lines Station

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1987 | | pagina 29