loopt. Hierdoor hoefde men op de Staphorster Es slechts een kavel van meer dan drie kilometer te onteigenen. Ook na de ruilverkaveling bij Staphorst is het verband tussen spoorwegtrace en verkavelingspatroon nog goed te zien. Strategische belangen Was de spoorwegaanleg in de 19e eeuw voornamelijk een zaak van partikulieren, staatsbelangen zorgden er regelmatig voor dat lijnen niet of anders tot stand kwamen dan de initiatiefnemers voor ogen hadden gehad. Soms legde de Staat lijnen aan waarin geen enkele ondernemer ooit brood zou hebben gezien. Vooral militair-strategische belangen speelden een grote rol. Zo was de lijn Utrecht-Arnhem oorspronkelijk over Doorn, Amerongen, Rhenen, Wageningen en Renkum gedacht. Dit trace stuitte echter bij het toenmalige Ministerie van Oorlog op grote bezwaren: de lijn liep te dicht längs de Rijn en zou wanneer deze rivier in een frontlijn zou veranderen (de vijand kwam toen nog uit het zuidende Franse bezetting was pas 25 j aar geleden) in de schootslinie liggen. Daarom ging de spoorlijn ver van de belangrijkste dorpskernen meer rechtstreeks lopen via Maarn, Ede en Wolfheze en bleven de dorpen aan de voet van de Utrechtse Fleuvelrug verstoken van een spoorverbinding. Veertig jaar later (1883) ver- wachtte men de vijand uit het oosten: de lijn Nijmegen- Venlo werd mede daarom op de westelijke Maasoever aangelegd. Op kleinere schaal werden de spoorbruggen en stations in de buurt van ommuurde Steden op die plaatsen aangelegd waar zij vanaf de stadsmuren gemakkelijk konden worden verdedigd zoals te Flaarlem, Zutphen, Venlo en Maastricht. Met name de Duitse militaire autoriteiten zijn in de loop der tijd sterk geweest in de bouw van strategische spoorlijnen, waarvan de ekonomische waarde soms zeer diskutabel was. Vlak ten zuiden van de Zuidlimburgse grens werd tijdens de Eerste Wereldoorlog door krijgsgevangenen en gerekruteerde Beigen de spoorlijn Tongeren-Vise-Montzen-Aken aangelegd om de afstand tussen Antwerpen en het Roergebied te bekorten. De spoorlijn is een zeer duur en degelijk stuk werk met veel tunnels, bruggen en viadukten waardoor de helling in de richting Aken zonder moeite door de zwaarste goederentreinen kan worden genomen, een eigenschap waar de Belgische Spoorwegen heden ten dage nog van profiteren (figuur 10). Veel meer vraagtekens kan men zetten bij het economisch nut van de zeer kostbare strategische spoorlijn die de Duitse generaals 'om Zwitserland heen' lieten aanleggen om in geval van nood geen 'recht van overpad' aan de Zwitsers te hoeven vragen. Thans is de lijn deels opgeheven, deels in gebruik bij een toeristische stoomtrein. Grenzen Nauw verbonden met militair-strategische belangen zijn de nationale grenzen. Grenzen hebben dan ook een zeer indringende invloed op de vorm van de spoorwegnetten. Drie mogelijkheden doen zieh daarbij voor: 1. de grens was er al voordat men met de spoorwegaanleg begon; 2. de grens ontstond nadat het spoorwegnet was aangelegd; 3. de grens verdween nadat het spoorwegnet was aangelegd. Een zeer fraai voorbeeld van hoe het verloop van een grens de spoorwegaanleg belnvloedde vinden we weer dicht bij huis in Zuid-Limburg. Duidelijk is de invloed van de grens, die van Zuid-Limburg een soort schierei- land maakt, zichtbaar. De Stelling is te verdedigen dat wanneer Zuid-Limburg bij Belgie had gehoord verbindingen als Maaseik-Roermond, Hasselt-Sittard en Tongeren-Maastricht zouden zijn aangelegd, terwijl de bovengenoemde Duitse lijn overbodig was geweest (zie figuur 10). In Europa vallen talrijke door de loop van grenzen belnvloede spoorwegtrace's aan te wijzen, zoals längs de grens van Spanje en Portugal, van Duitsland en Spanje en Frankrijk. Veelal gaat het daarbij om het ontbreken van verbindingen, maar ook verdubbelingen ten gevolge van de grens doen zieh voor. De trein van Sofia naar Istanboel hoeft sinds 1974 niet meer een klein stukje door Griekenland te rijden (figuur 11). De Türken legden een rechtstreekse verbinding aan tussen de Bulgaarse grensplaats Svilengrad en de rest van het Turkse spoorwegnet. De Grieken, niet de beste vrienden van de Türken, verlegden op hun beurt de spoorlijn Svilengrad-Pithion geheel op Grieks gebied. Het Station van de Turkse stad Edirne verhuisde een stuk naar het oosten. Hoe sterk de invloed van de politieke grens kan zijn wordt aardig gei'llustreerd aan de hand van de spoorsi- tuatie rond Geneve. Deze Zwitserse stad vormt het economische centrum voor het omliggende Zwitserse 29 Spoorlijn (1980) Goederenspoorlijn (1980) Staatsgrens .h Weert Neerpelt ~T Roermond Dalheim Maaseik W E S T y V Baal f Heinsberg f Born J Houthalen Sittard Genk Eisden Lindern Geleen Hasselt \Heerlen Valkenburg •v >Z KerkradaP j SchinV I opGeul^—J Simpelveld^ Eijsden lHralh .Marianmbe Bilzen Maastricht Tongeren Eschweiler J<- Montzen Ans Welkenraadt Luik 20 km Figuur 10. Spoorlijnen in en om Zuid-Limburg KT 1987. XIII.2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1987 | | pagina 31