nu afwisselend op Duits en Belgisch grondgebied te
liggen. In het vredesverdrag tussen beide landen werd
bepaald dat de spoorlijn met berm Belgisch gebied zou
zijn, ook al werd ze geheel door Duits gebied omgeven.
Deze situatie bestaat thans nog steeds, ook al wordt de
lijn nog slechts zo nu en dan door een körte goederen-
trein bereden.
Buiten Europa zorgden alleen de opdeling van
Brits-Indie en van Korea voor het afsnijden van
spoorlijnen door grenzen. Een geval apart vormt de
grens tussenTurkije en Syrie. Toen het Ottomaanse Rijk
werd opgedeeld in Turkije en in door Europese landen
bestuurde gebieden, ging de spoorlijn Aleppo naar
Bagdad over een afstand van bijna 400 km de grens
vormen, waarbij de spoorlijn aan de Turkse zijde ligt.
Tot slot de derde manier waarop een grens - in dit geval
een oude verdwenen grens - het verloop van spoorlijnen
en de struktuur van een spoorwegnet kan bepalen. De
auteur zijn slechts een paar voorbeelden bekend. Het
meest expressief is de vorm van het Poolse spoorwegnet
(kaart 65C, Bosatlas 49e druk). Duidelijk zijn in de
struktuur van het net de grenzen van het Duitse Rijk van
voor 1914 te zien, alsook de grens met Oostenrijk-Hon-
garije. Vermeldenswaard is dat het grootste deel van de
voormalige Duitse gebieden behoort tot de dunstbe-
volkte gebieden van het huidige Polen. Andere
voorbeelden vinden we in Duitsland. In het oude
Kaiserreich streefde ieder prinsdom en koninkrijk naar
zijn eigen 'Landesbahn'. Pruisen en Beieren hadden
uiteraard de grootste netten maar ook de kleinere staten
hadden hun eigen bedrijf. In Zuid-Duitsland bracht het
groothertogdom Baden tegen hoge kosten een spoorlijn
tot stand dwars door/over het Zwarte Woud om de
oostelijke en westelijke delen van het land met elkaar te
verbinden (Schwarzwaldbahn, Offenburg-Donaueschin-
gen-Singen-Konstanz) maar dan zonder over het
grondgebied van Württemberg te gaan. Had men dat wel
gedaan dan waren vele dure kunstwerken niet nodig
geweest. Eigenaardig is ook de Landesbahn van het
kleine vorstendom Hohenzollern die ook thans nog als
aparte maatschappij bestaat.
Figuur 14. Amsterdam-zuidoost
zelfs nog een rol als ze reeds lang van de kaart verdwenen
zijn. Ik wil daarom eindigen met een blik op de kaart van
Amsterdam-zuidoost, waar de omgeving van de
Wibautstraat er heel anders zou hebben uitgezien indien
hier niet op de plaats van de huidige straat de spoorlijn
naar het Weesperpoortstation had gelopen (figuur 14).
De Wibautstraat dankt haar ruime profiel aan het
vroegere spoorwegemplacement. De bouwers van de
Amsterdamse metro hadden zieh geen beter werkterrein
kunnen wensen. Op het Rhijnspoorplein, waar tot in de
jaren dertig het Station lag, staan nu het belastingkantoor
en het gebouw van de Raad van Arbeid. Iets zuidelijker
zijn op de vrijgekomen emplacementsterreinen
kantoorgebouwen van dagbladen neergezet. Het
patroon van de oude bebouwing in de buurt verraadt
niettemin de oude grenzen van het spoorterrein.
Tot slot
In het voorafgaande zijn een aantal voorbeelden
gegeven van faktoren die de loop van spoorlijnen en de
vorm van spoorwegnetten deden afwijken van wat men
'de meest logische vorm' zou kunnen noemen. Het is
verbazingwekkend hoe veel historie er achter een
ogenschijnlijk toevallige afwijking van het rechte trace
kan zitten. Voor wie uit interesse graag op kaarten kijkt
of er beroepshalve dagelijks mee bezig is, is dit wellicht
een Stimulans om met behulp van historische bronnen
eens wat vaker achter de patronen op de kaart te kijken.
Vele van de aangehaalde voorbeelden kunnen ook bij de
bestudering van netwerken van wegen en gegraven
waterwegen worden herkend. Zelfs vliegroutes volgen
om politieke redenen niet altijd de meest logische,
kortste weg. Overigens speien sommige spoorwegtrace's
Alexander, Economic Geography.
Boorn, P. H. J. van den (1982), Spoorwegen en Landkaarten.
Op de Rails 1982/2.
Boorn, P. H. J. van den (1983), Spoorwegen als leidraad in de
aardrijkskundeles. De Nieuwe Geografenkrant 1983/5.
Dijksterhuis, R. (1984), Spoorwegtracering en stedebouw in
Nederland. Historische analyse van een wisselwerking. Delft.
(Veel van de Nederlandse voorbeelden werden aan dit werk
ontleend.)
O'Dell, A. C. and P. S. Richards 1971), Railways and
Geography. Hutchinson Co Ltd.
Verder werd geput uit een veelheid van kaarten, atlassen en
uitgaven speeifiek op het gebied van spoorwegen.
KT 1987. XIII.2
31
Literatuur
Oosterpark
Amstelstation
Oude vooroorlogse
verkaveling
Nieuwe bebouwing
i i i Huidige spoorlijn
Oude spoorlijn
1 Belastingkantoor
2 Raad van Arbeid
3 Volkskrant
4/5 Het Parool/Trouw
6 Fiats uit de jaren'50