kunst hun gasten bezig te houden waar-
bij als uitersten genoemd worden een
rodeo, een prachtig orgelconcert in de
kathedraal en een letterlijk daverend
vuurwerk bij de sluiting.
Nederland was redelijk vertegenwoor-
digd met zeven NVKleden, waarvan
twee met hun dames.
In totaal werden in 16 zittingen en 6
postersessies ongeveer 90 voordrachten
gehouden. De presentatie was, bijna
traditioneel voor kartografen die kom-
munikatie hoog in hun vaandel hebben
geschreven, niet altijd optimaal voor
wat betreft het gebruik van visuele
hulpmiddelen; in vergelijking met vori
ge konferenties treedt echter langzaam
een verbetering op.
Het was de bedoeling dat in de plenai-
re zittingen steeds een bepaald onder-
werp aan de orde zou komen. Om
organisatorische redenen, onder andere
door het te laat verschijnen of geheel
niet arriveren van verschillende spre-
kers, moesten steeds nieuwe indelingen
voor de zittingen gemaakt worden, het-
(met dank aan W.F. Feringa en W.J. Kock
geen soms leidde tot een wat rommeli
ge samenstelling van de onderwerpen.
In de verslaglegging is dan ook niet
gekozen voor een behandeling per zit-
ting, maar per konferentiethema, hoe-
wel die elkaar soms ook overlappen.
Het was ook de bedoeling dat vooraf
alle voordrachten gebundeld zouden
worden. Dit was de Organisatoren ech
ter niet gelukt, met gevolg dat van
slechts enkele voordrachten de tekst
voor de deelnemers beschikbaar was.
De organisatie beloofde alsnog alle
deelnemers begin 1988 de gebundelde
voordrachten toe te zenden. Daarop is
met de verslaglegging dan ook ge
wacht, maar medio maart was er nog
niets, zodat het verslag zonder de toch
eigenlijk wel benodigde tekst van de le-
zingen is gemaakt.
Algemeen
In verschillende voordrachten werd het
ook hier duidelijk dat kartografen zieh
op het ogenblik afvragen waar ze
staan. Titels als: 2000 AD, waar zijn
ICA - ACI
alle kartografen gebleven? en Hebben
we behoefte aan een nieuwe kartogra-
fie? wijzen in die richting.
De oplossingen die worden aangedra-
gen zijn onder meer:
kartografen (zowel de praktiserende
als die in opleiding) meer vertrouwd
maken met de nieuwe techno-
logieen;
bij het gebruik van Software door
andere diseiplines laten zien welke
eisen er aan een goede kaart worden
gesteld en hoe een goede kaart moet
worden ontworpen;
meer aansluiten bij diseiplines die
zieh bezig houden met bewerking
van gegevensbestanden.
Onderwerp 1: Kartografie als gereed-
schap voor management en planning
De meeste voordrachten handelden
over het tot stand komen van informa-
tiesystemen. Verschillende landen zijn
bezig zulke Systemen op te zetten of
voor te bereiden, of werken aan proef-
projekten zoals:
Spanje: een topografisch bestand
van de kaartserie 1:25.000, gereed in
1996, en van de kaartserie
1:200.000, gereed in 1990.
Zweden: er is geld gevraagd voor
het maken van een nationaal geogra-
fisch gegevensbestand.
Israel: Start een proefprojekt voor
een topografische databank.
Frankrijk: in de körnende 30 jaar
wordt een digitaal kadastraal/topo-
grafisch bestand opgezet op basis
van kaartschalen 1:5.000 en, voor
een gedeelte van het land, 1:2.000.
Het beheer van een groot gis is uiterst
moeilijk en komplex, omdat gegevens,
verzameld door diverse instanties,
moeten kunnen worden uitgewisseld
van het ene naar het andere systeem.
Starr (USA) was echter van mening dat
we op dit moment alleen nog maar
kunnen gissen naar wat er allemaal
met een kompleet gis gedaan zou kun
nen worden.
Het rapport van een iCA/iGU-werkgroep
over een werelwijd digitaal bestand
werd behandeld door Bickmore (uk).
De resolutie zal 1 km zijn en het be
stand wordt gezien als een vervanging
van de internationale wereldkaart
1:1.000.000 (imw). Men streeft ernaar
in 1990 gereed te zijn; over de bijhou-
ding waren nog geen beslissingen
genomen.
Informatiesystemen op een meer regio-
naal/plaatselijk niveau waren:
de regio Veracruz in Mexico met
fysische- en sociaalgeografische in-
formatie, tevens met gebruikmaking
van SPOT-beelden (Pelletier,
Frankrijk);
8th GENERAL ASSEMBLY
13th INTERNATIONAL CONFERENCE
MORELIA, MEXICO, 1987
9