Verouderde en oude kaarten: Kaartbeheer en archieven
De Archiefwet, inspektie en vernietiging van kaarten en
tekeningen
M.A. Bakker
Archiefwet
e meeste artikelen in dit tijdschrift betreffen de vervaardiging van kaarten. Soms wordt aandacht besteed aan kaartprodukten uit het
verledertoude kaarten, die zieh dan veelal in verzamelingen bevinden. Minder aandacht krijgen de kaarten daartussen in: als de tijd
verstrijkt verouderen kaarten, ze verliezen hun belang, en de kaarten die deze komkommerperiode overleven bevinden zieh niet altijd in
(oude) kaartenverzamelmgen, maar in de administraties van voormalige en huidige kaartproducerende instellingen. De meeste kaartma-
kerszullen op een of andere wijze een neerslag van hun produktie bewaren en voor wat betreft de overheid is dit zelfs voorgeschreven in
de Archiefwet. De hierbij betrokken ambtenaar is de archiefinspekteur. Over diens werk schrijft M.A. Bakker, archiefinspekteur van de
gemeente Rotterdam.
Als bovengenoemde administraties nog ouder zijn, worden ze, geschoond, overgebracht naar archiefbewaarplaatsen: van het rijk van de
gemeenten en van de waterschappen. Beheer van de kaarten aldaar is het werk van P. Ratsma, hoofd van de Topograftsch-Historische
Atlas van het Gemeentearchief van Rotterdam.
Beide artikelen zijn een resultaat van de studiedag die de Werkgroep Kaartbeheer op 11 november 1987 aan het beheer van kaarten in
archieven xvijaae.
Mijn funktie wordt aangeduid met de prozaische naam:
archiefinspekteur, waaraan toegevoegd: gemeentelijk; dit
ter onderscheiding van de provinciaal archiefinspekteur,
die zijn titel aan de Archiefwet-1962 ontleent. In deze wet
Staat mijn taak omschreven als een onderdeel van de taak
van de gemeentearchivaris. De titel 'inspekteur' kan bij
buitenstaanders vreemde associaties oproepen en van de
verwarring die dit onder onze doelgroep zaait, maken wij
soms gaarne gebruik.
Voor honende opmerkingen, als zouden wij dooie archie
ven inspekteren, halen wij onze schouders op: wij, ar-
chiefinspekteurs, inspekteren namelijk geen archieven
maar onze kollega's ambtenaren. De zoveelste ambtenaar
die ambtenaren kontroleert. Dat zou voer voor een terug-
tredende overheid kunnen zijn, wäre het niet dat in plaat-
sen zoals bijvoorbeeld Rotterdam veel valt te koördineren,
te adviseren en uit te leggen. Organisaties worden inge-
steld, gefuseerd, gereorganiseerd, geprivatiseerd en opge-
heven, en bij dit alles dreigt het element 'dokumentaire
informatievoorziening' wel eens in de knel te komen.
Basis voor de inspektie is de Archiefwet van 1962. Deze
is pas in 1968, bij de uitvaardiging van het onmisbare uit-
voeringsbesluit, het Archiefbesluit, in werking getreden.
De Archiefwet betreft voornamelijk bescheiden van de
overheid, en maakt daarin onderscheid tussen archieven
die in archiefbewaarplaatsen berusten en archieven nog
berustende onder de administratie: de zogenaamde lopen-
de archieven.
Er bestaan gemeentelijke, rijks- en waterschapsarchiefbe-
waarplaatsen. In iedere provincie bevindt zieh een rijksar-
40