fische namen op de kaart zijn aangebracht. Wat opvalt is
de schaalaanduiding: een schaalstok met verklaring "om-
trent een Uuer jagens met een schuyt". Een ongebruike-
lijke formulering, die ons op het idee kan brengen dat de
kaart iets met een trekschuitverbinding te maken zou kun-
nen hebben. Nu zijn er in de zeventiende eeuw plannen
geweest om een trekvaart tussen Rotterdam en Gouda aan
te leggen. De kaart beeldt het gebied tussen deze Steden
af. Zoekend in de inventaris van het Oud-Stadsarchief van
Rotterdam stuiten we op een rapport uit 1661. Het is op-
gesteld door de gewezen stadstimmerman Dirck Davidsz.
Versijden, die met zijn opvolger Claes Jeremiasz. Per-
soons heeft onderzocht längs welk trace een trekvaart tot
stand zou kunnen worden gebracht. In het rapport wordt
verscheidene keren verwezen naar "de caert". Ook alle in
het rapport genoemde plaatsen zijn op de kaart terug te
vinden. Aangezien er bij het rapport zelf thans geen kaart
meer is, mögen we veronderstellen, dat de kaart in de
topografisch-historische atlas de door Versijden bedoelde
kaart zou kunnen zijn. Bovendien is het handschrift waar-
in het rapport is geschreven, duidelijk hetzelfde als dat
op de kaart. We kunnen de kaart dus veilig toeschrijven
aan Dirck Davidsz. Versijden, dateren omstreeks 1661 en
als doel van vervaardiging de plannen tot aanleg van een
trekvaart noemen.
Het beheer van archiefkaarten
Na te hebben besproken wat we onder archiefkaarten
moeten verstaan en wat hun betekenis is in hun archivali-
sche context, moet de vraag aan de orde worden gesteld:
waarop moet de kaartbeheerder letten bij de behandeling
van archiefkaarten?
Acquisitie
Aan het begin van dit artikel heb ik geprobeerd duidelijk
te maken dat het essentiele verschil tussen archiefkaarten
en niet-archiefkaarten hierin ligt, dat archiefkaarten hören
bij een archief, waar niet willekeurig kaarten aan toege-
voegd of uit verwijderd kunnen worden. Niet-archief-
kaarten zijn daarentegen verzamelobjekten. De kollektie-
beheerder kan zelf vaststellen volgens welke kriteria hij
verzamelt. Na vaststelling van wat het verzamelgebied is,
zal hij een verzamelbeleid ontwikkelen, waarin prioritei-
ten worden gesteld in relatie tot de beschikbare middelen.
Wat betekent nu acquisitie in verband met archiefkaarten?
Hierover twee opmerkingen:
Bij de acquisitie zal het vaak gaan om hele archieven.
Een gemeente-archief is ingesteld om de archieven van
gemeentelijke instellingen te beheren. Daarnaast kan de
archivaris proberen om archieven van niet-gemeentelijke
instellingen te verwerven, bijvoorbeeld archieven van ver-
enigingen, Scholen, kerken, polders, bedrijven en derge-
lijke. Het acquisitiebeleid in deze ligt in principe bij de
archivaris, niet bij de kaartbeheerder. Of de aanwezigheid
van interessante kaarten in een archief in de praktijk van
deze acquisitie een doorslaggevende faktor is, hangt dan
ook hoofdzakelijk af van de invloed die de kaartbeheerder
heeft op zijn superieur, de archivaris.
De tweede opmerking betreft kaarten die uit een archief
zijn afgedwaald, die zelfs niet meer bij de eigen archief-
dienst berusten. Hiervoor is al opgemerkt dat archiefkaar
ten dikwijls in privebezit zijn geraakt. Het kan
voorkomen dat de archivaris of zijn kaartbeheerder in de
gelegenheid komt een afgedwaalde kaart te verwerven.
Het is evident dat zij een dergelijke kans zullen trachten
te benutten.
Het komt ook voor dat een afgedwaalde archiefkaart in
de kaartenverzameling van een andere instelling is te-
rechtgekomen. Ook dan ligt het voor de hand te proberen
deze kaart te verwerven door Schenking, ruil of koop.
Lukt dit niet, en dat is meestal de praktijk, dan kan in
ieder geval een reproduktie worden gevraagd en kan door
middel van een aantekening, zowel in de archiefinventaris
van de benadeelde archivaris als in de katalogus van de
gelukkige kaartbeheerder, administratief de band tussen
archief en kaart worden hersteld. Gericht zoeken naar
verloren gegane archiefkaarten in Nederlandse en buiten-
landse archieven en verzamelingen zal bij de huidige
stand van ontsluiting der kaartenkollekties veel tijd vergen
en misschien weinig vruchten opleveren.
Onlangs is iets dergelijks gelukt voor het heerlijkheidsar-
chief van Capelle aan den IJssel. Dit archief wordt be-
heerd in het Rotterdams gemeente-archief, omdat de
gemeente-archivaris van Rotterdam tevens gemeente-
archivaris van Capelle aan den IJssel is. Een kaart van
Balthasar Florisz. van Berckenrode uit het begin van de
zeventiende eeuw, die in het bezit was van het Stedelijk
Museum van Gouda, kon door ruil worden verworven
voor de Rotterdamse topografisch-historische atlas. Kaart
en archief zijn dus weer onder een dak gebracht; de ene
is echter eigendom van de gemeente Rotterdam, het ander
van de gemeente Capelle aan den IJssel.
Beschrijving en toegankelijkmaking
Ten aanzien van de beschrijving van archiefkaarten moe
ten we de beschrijving in de archiefinventaris onderschei-
den van die in de daaraan toegevoegde kaartenlijst en in
de kaartenverzameling of topografisch-historische atlas.
Verscheidene auteurs hebben over dit onderwerp
gepubliceerd10. Het laatste woord had tot nu toe Marjanne
Kok, die Steide dat in een archiefinventaris de kaart moet
worden beschreven als een archiefstuk en in de aan de in
ventaris toe te voegen kaartenlijst volgens de Regels voor
de titelbeschrijvingnHierbij kan ik me volledig aan-
sluiten.
Door vermelding van een kaart in een archiefinventaris
wordt een onderzoeker in het archief op het bestaan van
de kaart attent gemaakt. Om de kaart eveneens onder de
aandacht te brengen van kaartgebruikers die niet via de
archiefinventaris naar gegevens zoeken, wordt de beschrij
ving ervan ook opgenomen in de katalogus van de kaar
tenverzameling. Daar Staat hij dan niet vermeld onder het
archief waartoe hij behoort, maar onder het gebied en het
onderwerp waarop de kaart betrekking heeft. Uiteraard
wordt de relatie met het archief daarin wel vermeld.
Van de grote massa kaarten uit het Rotterdamse Stadsar-
chief en het Fabricage-archief van vöör 1800 is zelden be-
kend wat precies hun plaats is in het archief.
Ongetwijfeld moeten veel van deze kaarten als verzamel-
de kaarten worden beschouwd, die bij gebrek aan onder-
scheidingsvermogen in het verleden bij de archiefkaarten
zijn gevoegd. Enkele jaren zijn zowel het Fabricage-
archief als het Oud-Stadsarchief gei'nventariseerd. Bij die
gelegenheid is slechts een zeer klein aantal kaarten thuis-
gebracht en in de inventarissen vermeld. Deze inventari-
saties bieden de atlasbeheerder weliswaar
aanknopingspunten om ook andere kaarten te identifice-
49