•WM
1000
225-1000
100-225
25-100
10-25
morfologie
geomorfologie
AARD
van het
RELIEF
RELIEF
KLASSE
LOKAAL
HOOGTE-
VERSCHIL
van tot
meter
naar Geomorfologische kaart
van Nederland Schaal 1:50 000
RELIEF
ARM
vrij vlak
hoog
gelegen
60-115
C
Plateauterras (8E5) en
Schiervlakterest-plateau, al
dan niet bedekt met löss (8D1)
vrij vlak
laag-
gelegen
5-12% B
Lössglooiingen (5H15)
y2-i y2
A
Beekdalbodem (3T3)
toevoegingen
x Betreft reliefklasse C Schiervlakterest-plateau, al dan niet
bedekt met löss (8D1)
Droge dalen
classificatie droge dalen
matig körte
steile hellingen
lange flauwe
hellingen
körte
flauwe
hellin
gen
toevoegin;
maximaal verval van tot meter
30-115
5-30
steilste verhäng
8°
1-8°
matig
diep
(5-30 m]
ondiep
5 m)
zeer
diep
(>30m)
matig
diep
(5-30 m
ondiep
5 m)
zeer
diep
(>30 m)
a
b
c
d
e
f
9
h
EENHEID GEOMORFOLOGISCHE KRT 1 50000
1 7Ä 6S3
1%6R3
15/Wi
15/I4S3
15/
3 4R3
1 V
n ot 1
Figuur 4. Gegevens uit de Geomorfologische kaart 1:50.000 van
blad 62 West Heerlen, die gebruikt zijn voor integratie met
Maat van de ruimte' (a. (geo)morfologie algemeen; b. indeling
droge dalen).
Per gebied dat gekarteerd wordt, wordt een aparte klassi-
fikatie opgesteld (het was vooralsnog niet mogelijk een
algemene lettercodering voor visueel-landschappelijk rele
vante reliefeenheden op te stellen).
Om de klassen (A, B, C enzovoort) op de kaart goed te
kunnen onderscheiden krijgen deze een kleur, van relief-
rijk naar reliefarm met de kleuren rood via bruin naar
groen (grotendeels vergelijkbaar met de Geomorfologi
sche kaart 1:50.000).
In het relief van Zuid-Limburg speien verder de droge
dalen een grote rol. De droge dalen zijn tevens van de
Geomorfologische kaart overgenomen. De meest voorko-
mende dalen en kombinaties ervan binnen een reliefklasse
(A, B, C enzovoort) zijn voorzien van de codes a, b, c
enzovoort (van reliefrijk naar -arm). De wijze van klassi-
fikatie wordt weergegeven in het blok 'klassifikatie droge
dalen' in figuur 4b.
De toevoeging voor de droge dalen (a, b, c enzovoort)
wordt als volgt gekombineerd met de reliefklasse:
kaarteenheid zonder toevoeging toevoeging droge dalen
kaarteenheid met toevoeging. Voorbeeld: D DJ.
In figuur 6 is deze kombinatie weergegeven onder 'toe-
lichting'. In figuur 4a wordt onder 'toevoegingen' weerge
geven hoe de droge dalen op de kaart aangegeven zijn.
Ruimtemaatkaart
De ruimtemaatkaart is wat eenvoudiger te vervaardigen.
Informatie voor de ruimtemaatkaart wordt verkregen uit
de Topografische kaart 1:25.000 (liever niet schaal
1:50.000 omdat hierop diverse visuele barrieres (houtwal-
len en dergelijke) ontbreken). Het principe werd reeds
beschreven in de paragraaf 'Methode'. Op de kaart wor
den ruimten met gelijke grootte samengevoegd en ver-
deeld in klassen (1 tot en met 9, inklusief massa) op de
wijze als in tabel 2 weergegeven.
Tabel 2. Klassenindeling naar ruimtemaat (Buitenhuis e.a
1986).
Hoofdklasse Klasse
Oppervlakte
(in ha)
Benaming
Ruimte
2
3
4
5
6
7
Associatie
ruimte-massa
Massa
0-10 l:b >3
0-10 1 :b <3
n.v.t.
n.v.t.
uiterst groot
zeer groot
vrij groot
vrij klein
zeer klein
uiterst klein, langwerpig
uiterst klein, anders
associatie ruimte-massa
massa
Het verschil tussen klasse 6 en 7 is dat de ruimte bij
klasse 6 bij kijkrichting in de lengte groter wordt ervaren
dan bij klasse 7.
De resultaten van de ruimtemaatkartering worden in de
kaartlegenda ondergebracht op de wijze als in figuur 5
weergegeven. Opgemerkt dient te worden dat in het voor
beeld van figuur 5 de klassen 1 tot en met 3 ontbreken
omdat deze in het onderzochte gebied in Zuid-Limburg
niet voorkomen.
De aard van de randen van de ruimten wordt aangeduid
met het achtervoegsel ...x voor het minst voorkomende
type (zie toevoeging figuur 5).
De gradatie in ruimtemaat wordt op de kaart weergegeven
door middel van een arcering. Hoe dichter deze arcering,
hoe kleiner de ruimtemaat, en omgekeerd. Voor massa
kan eventueel diepzwart gebruikt worden maar deze mo-
gelijkheid vervalt uiteraard bij de gewenste kombinatie
met een 'reliefkleur'.
54