zo kan het. maar zo kan het ook! De ontwikkeling van de automatisering binnen de geografie en de kartografie zorgt voor een toenemende stroom karto- grammen, die zonder tussenkomst van een kartograaf of kar- tografisch tekenaar vervaardigd worden. De softwarepakketten zijn in een aantal opzichten nog niet vol- maakt, maar dat zal slechts een kwestie van tijd zijn. Toch zullen kartografen in de toekomst nodig blijven, met name bij het proces waar de verzamelde informatie gei'nterpreteerd en grafisch vormgegeven wordt. Dat zonder de kartografische kennis en ervaring er nogal eens wat verkeerd gaat, möge blijken uit het feit dat bij het Kartografisch Laboratorium van het Geografisch Instituut in Utrecht het aantal verkeerd opgezette (geplotte) kartogram- men sinds de explosieve groei van de automatisering enorm is toegenomen. Een van de vele voorbeelden daarvan is hierbij afgebeeld: de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de industriele joint- ventures per Corop-gebied tussen 1980 en 1984 (figuur 1). De absolute toe- en afname is hier weergegeven in vlaksym- bolen. De hoogste grijswaarde Staat voor de grootste, de lichtste voor de kleinste aantallen. Het lijkt op het eerste ge- zicht in orde, maar toch geeft de kaart geen juiste informa tie, en wel om een aantal redenen: De visuele indruk van de grijswaarde in een gebied wordt mede bepaald door de grootte van het gebied; bij twee gebieden van ongelijke grootte en gelijke grijswaarde komt het grootste gebied belangrijker over dan het kleinste gebied. De oorspronkelijke gegevens zijn op ratio-niveau, dat wil zeggen; we weten van elk toegenomen aantal werknemers in elk gebied hoeveel dit meer of minder is toe- of afge- nomen ten opzichte van de andere gebieden (zie het arti- kel van J.H. Geels in KT 1987. XIII .4). Bijvoorbeeld: een gebied met een toename van 150 werknemers, heeft een twee maal zo grote toename dan een gebied met een toe name van 75 werknemers. Uit de grijswaarden in figuur 1 kunnen we dit niet aflezen; wel kun je er uit opmaken welk gebied meer of minder toename heeft dan een ander gebied. Wat ook niet goed is te zien, is de tegenstelling tussen toe- en afname. De enig juiste manier om absolute toe- en afname van het aantal werknemers af te beeiden is gebruik te maken van puntsymbolen waarbij de oppervlakte de verhouding van de aantallen aangeeft. Dit is te zien in figuur 2: positief en ne- gatief zijn onderscheiden door gebruik te maken van zwarte en witte Symbolen. Om de witte Symbolen visueel gelijk- waardig te maken aan de zwarte, is de kaartondergrond van een grijze toon voorzien. G.W.J. van Omme -100 -100 -1 0 99 100 - 249 250 Figuur 1. Ontwikkeling van de werkgelegenheid van de in dustriele joint-ventures, 1980-1984. Figuur 2. Verbeterde versie van figuur 1. 57 Aantal werknemers: - -1 werknemer - +1 werknemer Bron: CBS (industrie statistiek) 0 50km

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 59