P o bfk Q n fö 1/ i ri rrp ri De Grote Bosatlas. 50e druk. Gronin gen: Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1988. 169 kaartbladzijden, registers. 34 x 24,5 cm. ISBN 90 Ol 121004. Prijs f69,75. Een nieuwe editie van de 'Grote Bos', bijna zeven jaar na de vorige, is een hele gebeurtenis in de kartografie en houdt grote beloftes in. En inderdaad: volgens het 'voorwoord' bevat deze 50e editie 10 pagina's met nieuwe over- zichtskaarten (het zijn er zelfs 12) en 200 nieuwe thematische kaarten of kaartjes en grafieken. Toch is de om- vang maar weinig toegenomen doordat er ook een aantal kaartbladen is verval len. Hierdoor is er ruimte ontstaan voor niet alleen de vele nieuwe kaarten maar ook voor 6 pagina's Landsat- satellietbeelden van zowat 2/3 van ons land (voor mijn gevoel zouden een aan tal fragmenten daarvan, met kaartjes ernaast, voldoende zijn geweest). Als we beginnen met de overzichts- kaarten van landen en werelddelen dan blijkt de grootste vooruitgang bij de nieuwe bladen de belettering te zijn. Dit is het duidelijkst bij de landen- namen, die nu uit vette, schreefloze en dicht opeen staande letters zijn gezet en daardoor onmiddellijk opvallen, wat van groot belang is voor het onderwijs. Er is dus afgestapt van het oude karto- graftsche beginsel dat een naam van een groot gebied zö wijd uiteen gezet moet worden dat de naam zieh over dat hele gebied uitstrekt. Een voorbeeld hiervan uit de hier besproken atlas: op de niet vernieuwde Alpenkaart (p. 88-89) Staat ergens in de Povlakte een A; na enig zoeken vindt men 4 cm verder in de Apennijnen een L en zo is tenslotte de naam Italie te rekonstrue- ren, maar op deze manier heeft een naam op een kaart geen enkele zin. Ook verder is het lettertype bij de nieuwe bladen erg verbeterd; vooral bij de kleinste plaatsen zijn de namen veel duidelijker, terwijl ze op de oude bla den met hun ragdunne lettertjes moei lijk leesbaar zijn. Toch hebben ook sommige nieuwe bladen enige kleine tekortkomingen wat betreft hun belette ring. Zo is het nieuwe blad Marokko (130), het enige Afrikaanse land dat in de atlas nu een afzonderlijke over- zichtskaart heeft (inklusief een deel van de Sahara), wel erg vol met namen, wat de overzichtelijkheid schaadt (P.R. Bos gaf al in de eerste druk in 1876 de waarschuwing: 'niet met namen overla den', 'alleen het nodige geven'). Op het nieuwe blad Indonesie onderbreken de vele namen op Java zozeer de spoorwe- gen dat deze soms niet zijn te volgen, en wat de kursieve namen van de hoofdeilanden betreft: deze zijn duide- lijk als ze naast het eiland in zee staan, maar temidden van een volle topografie (zoals bij Sumatra en Mindanao) gaan ze geheel verloren. Het nieuwe lettertype was in de vorige Grote Bos (1981) nog slechts op enkele kaarten toegepast, maar de 57e druk van de Kleine Bos uit 1985 was voor de overzichtskaarten al geheel van het nieuwe lettertype voorzien; in dat op- zicht is het zijn grote broer verre voor- uit. Zo is de gedetailleerde overzichtskaart van Belgie in de Kleine Bos al geheel op de nieuwe manier be- letterd, terwijl de identieke kaart in de nu versehenen Grote Bos het nog met het oude lettertype moet doen. Een verbetering bij alle overzichtskaar ten is dat de zeetinten donkerder zijn afgedrukt zodat het onderzeese relief beter tot uitdrukking komt. De vorige druk had al als verbetering dat op de fysische kaarten van de werelddelen ro de Staatsgrenzen waren aangebracht waardoor men er zieh op kon oriente- ren. Dit zou nog beter gaan als er nu ook nog de (voornaamste) landennamen op vermeld zouden worden, wat in de 50e druk alleen nog maar gebeurd is op de nieuwe Pacific-kaart (122/123), een bijna ideale kaart. Deze geeft met rode lijnen ook de (in zee uiteraard fiktieve) grenslijnen aan tussen staat kundig afzonderlijke eilandengroepen. Deze grenzen ontbreken (helaas) op de fraaie nieuwe staatkundige wereldkaart (150/151). De nieuw toegevoegde overzichtskaar ten sluiten wat betreft hun hele relief- weergave natuurlijk aan bij de overige: de atlas hoort nu eenmaal vanouds tot de groep waarbij de hoogtetinten naar boven toe naar een sterk bruinrood gaan (evenals die van Diercke, Holzel enzovoort, ook overgenomen in bij- voorbeeld Rusland en Italie). Een te- genstelling hiermee vormt de meer 'naturalistische' groep, waarbij de ge- bergten naar boven toe lichter worden, zoals dit bijvoorbeeld het geval is bij de 'Schweizer Manier', in de atlassen van Imhof, en bij die van Rand McNally. Bartholomew vertegenwoor- digt een tussengroep, waarbij de hoog- tekleuren van grijsbruin via grijs naar lichtpaars gaan, zoals men verre ber gen ook ziet. Zou er eens een tijd kö rnen dat Wolters-Noordhoff van het onnatuurlijke rood afstapt en tot meer paarsige hoogtekleuren overgaat? Voor de buitenlandse namen volgt de atlas de in Nederland meest gebruikte schrijfwijze, dus Kuweit en niet Quwayt, maar wel het officiele Beijing met tussen haakjes (Peking). Voor het Duitse taalgebied is men er eindelijk van afgestapt om het woorddeel -see te vertalen door -meer. Het is nu weer Walensee en niet Walenmeer, een naam die nooit in Nederland werd gebruikt. Ook is het eindelijk Vierwaldstättersee geworden in plaats van het kunstmatige Vierwoudstrekenmeer; maar om Zwarte Woud te vervangen door Schwarzwald heeft men toch niet aangedurfd. Ook op de kaart van Noord-Amerika zien we nog enige archaische namen zoals het Grote Slavenmeer, terwijl daar vlakbij toch de Engelse naam Slave Ri ver Staat. In Zweden vinden we nog rare riviernamen: Dal en Klar in plaats van het korrekte Dalälven en Kla- rälven. Onder de in deze druk vervallen bla den bevinden zieh ook twee overzichts kaarten: het zijn die van Nieuw-Zeeland, waarmee helaas tevens de gedetailleerde kaart van de Hawaii eilanden is verdwenen, en Zuidwest- Azie, waar het Midden-Oosten op wat grotere schaal voor in de plaats is ge- komen. Daardoor valt India nu buiten de overzichtskaarten en heeft het ook zijn thematische kaarten verloren, zelfs het kaartje met de veel gebruikte na men van de deelstaten. Ook Polen raakte zijn thematische kaartjes kwijt 59

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 61