(daaronder het heel instruktieve kaartje van het spoorwegnet dat zeer dicht is in het vroegere Duitse gebied, en heel wijdmazig in het vroegere Russische deel); evenzo Canada; en van Belgie, Frankrijk, het Middellandse Zeegebied, Afrika en Zuid-Amerika werd het the matische materiaal elk met een blad verminderd. Ook verdwenen - maar dat lijkt me niet zo'n bezwaar - de drie bladen met detailkaartjes van land- bouwbedrijven, irrigatievormen en energiewinning. Bij Nederland verviel de mooie kaart van de afwateringsge- bieden waar een gekompliceerde kaart van de waterhuishouding (38A) voor in de plaats kwam. Onder de rijke oogst aan nieuwe the matische kaartjes zijn er verscheidene die inspelen op heel aktuele onderwer- pen: mestoverschotten (54C), fosfaat en nitraat in het water (38D, E) en voor Europa de zure regen (61B). Het aantal kaartjes over de bevolking van Neder land is sterk uitgebreid, waaronder ook weer kaartjes met aktuele demografi sche gegevens zoals niet-Nederlanders, bejaarden, politieke voorkeur. AI deze fraaie choropletenkaartjes zijn soms uitgevoerd met variaties van een kleur, soms ook met een grotere kleurvariatie (zoals bij stemgedrag bij de verkiezin- gen van 1986). Bij veel onderwerpen zijn grafieken zeer bekwaam in de kaartjes verwerkt, waarbij blijkt dat staaf- of blokjesgra- fieken veel illustratiever zijn dan cir- kelsektoren daar de waarden direkt afleesbaar zijn; zo is toerisme van Ne- derlanders in Europese landen (55C) een meesterwerkje. Voor de geologische kaart van Neder land (28A) is men in de 50e druk over- gestapt op de formatienamen zoals die door de Rijks Geologische Dienst wor den gebruikt. Men vraagt zieh af of dit formatiebegrip voor de doelgroep niet een te grote komplikatie betekent. De kaart zelf is wat betreft kleurenkeuze haast nog mooier dan zijn voorbeeld in de nieuwe Atlas van Nederland. Dat geldt ook voor zijn pendant, de geo- morfologische kaart (29A), met een voorbehoud: de titel. Deze luidt 'Land- schapsvormen', maar ten onrechte: landschap omvat veel meer, behalve het relief ook begroeiing, water, bodemge- bruik, bewoning. De naam landschaps- vormen zou dan ook evengoed van toepassing kunnen zijn op de 12 topo- grafische kaartfragmenten van kultuur- landschappen op de bladen 32/33. Met de bodemtypen (30A) is juist het omgekeerde gedaan als met de geolo- gie: de kaart is sterk vereenvoudigd op een heel originele wijze: er zijn slechts 5 bodemtypen onderscheiden die door fijne streep- en puntpatronen in zwart zijn weergegeven met als gekleurde on- dergrond de oude grondsoortenkaart. De choropletenkaartjes van Europa of van de E.E.G. laten zien hoezeer het kaartbeeld beinvloed wordt door de toevallig beschikbare statistische cijfers. Bij deze kaartjes zijn de waarden over de ons omringende landen gegeven per regio, en over Nederland zelfs per pro- vincie, wat een gedetailleerd beeld geeft. Daarentegen hebben bijvoorbeeld Spanje, Polen en de Skandinavische landen slechts een tint voor het land als geheel. Het gevolg is dat men deze niet kan vergelijken met de eerstge- noemde West-Europese landen waarvan men de waarde voor het land als ge heel niet kan aflezen. Een voorbeeld van een bizar kaartbeeld als gevolg van het beschikbare cijfer- materiaal is dat van de toeristenstro- men naar het Middellandse Zeegebied (93B). Hierbij zijn in deze druk ook de 'mensen op doorreis' meegeteld, met als gevolg dat jaarlijks een stroom van tien miljoen toeristen uit Zwitser- land naar Italie gaat, dat is veel meer dan de hele bevolking van Zwitserland. We mögen aannemen dat deze stroom voor een groot deel bestaat uit de tien miljoen Duitsers die jaarlijks naar Ita lie trekken en dus dubbel zijn geteld. Hetzelfde zal wel gelden voor de tien miljoen toeristen die van Frankrijk naar Spanje gaan. Ook verder is het toerisme niet de sterkste kant van de atlas, terwijl dit toch het middel is waardoor ook veel jeugdigen het buitenland leren kennen. Zo is er van Spanje een nieuw kaartje over toerisme opgenomen waarin wel de herkomst van de toeristen voor alle kustdelen is vermeld, maar waarop geen enkele plaats voorkomt. Zelfs op de hoofdkaart van Spanje is Benidorm niet te vinden. Een verrijking van de atlas is de opna- me van een paar kaartjes over de ge- schiedeniszoals dat van de minderheden en de 20e eeuwse ge- schiedenis van de grenzen in Europa (67C), dat van de uitbreiding van het Russische Rijk (106A) en vooral de ve- le kaartjes van de groei van de Vere- nigde Staten (137A, MOB, C). De kaartjes over industrie en mijnbouw zijn op de bekende manier bewerkt met losse verspreide symbooltjes, die mijns inziens, zoals ik al eerder heb betoogd, geen aanschouwelijk overzicht geven en bij de gebruikte kleine schalen vaak ver verwijderd zijn van de plaatsen waar ze bij hören. Een veel overzichte- lijker beeld krijgt men van de, ook in de vorige druk reeds voorkomende, fraaie economische wereldkaartjes (162-166), die slechts een of enkele on derwerpen bevatten en deze kwantitatief weergeven. Nieuw en zeer aktueel in deze 50e uitgave is de reeks mooie we reldkaartjes van de economische ont- wikkelingsstadia en de demografische omstandigheden van de landen van de wereld (169-170). Deze 50e druk van de Grote Bos zal de talrijke gebruikers van de atlas weer vele uren van visueel genot en intellek- tueel inzicht kunnen geven bij het grondig doornemen van de rijke in- houd, wederom gepresenteerd met be- hulp van een superieure kartografische techniek. A.J. Pannekoek Ormeling, F.J. en M.J. Kraak, Karto- grafie. Ontwerp, produktie en ge- bruik van kaarten. Delft: Delftse Universitaire Pers, 1987. 246 pp. 24 x 16,5 cm, 340 ill., waarvan 10 in kleur. ISBN 90 6275 337 X. Prijs f49.85. De uitgave van een leerboek over kar- tografie in de Nederlandse taal is een zeldzame gebeurtenis, die extra aan- dacht trekt. Van de recensent wordt verwacht dat hij niet alleen objektieve informatie geeft over de inhoud van het boek, maar dat hij ook een waarde- oordeel geeft voor mogelijke ge bruikers. Welnu: de eerste indruk is dat we hier te maken hebben met een bijzonder rijk geillustreerd, op goed papier ge- drukt en stevig gebonden boek, met een gelijmd kartonnen omslag. Dat omslag toont een landschapstekening, met bergen op de achtergrond, die ge- leidelijk overgaat in kartografische Sig naturen, met kartogrammen en diagrammen op de voorgrond en uitge voerd in zwart met groen. De tekst is gezet met een machine die een kartograaf niet gauw voor zijn kaarten zou gebruiken wegens de onre- gelmatige spatiering en de ruwe letter- vormen. De aandacht wordt bij het doorblade- ren allereerst getrokken door de talrijke illustraties die alle linkerpagina's vul- len. Zonder vaste lay-out treffen we daarbij allerlei bekende en onbekende kaartjes, schema's, tekeningen, foto's en opnamen van kaarten aan, die soms sterk verschillen in kwaliteit en infor- matiewaarde. Acht pagina's in kleuren- druk zijn bij het binden tussengevoegd, met daarop ook vier fragmenten van Nederlandse kaarten, maar zonder toe- lichting of verwijzing naar de be- schrijving. 60

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 62