Dienst, anwb (sie!) en nvk. Steeds
wordt er informatie gegeven over de
geschiedenis, de produkten, de kaartin-
houd, de funktie en het gebruik.
Voor de illustraties werd niet altijd een
kontaktfilm of lijnopname gebruikt,
maar werden ook vaak halftoonopna-
men toegepast. Sommige kaarten zijn
daar echter te licht voor, waardoor de
kwaliteit van de illustraties hier en daar
te wensen overlaat (p. 226, 228, 230).
Ook het verwisselen van de oude en de
nieuwe topografische kaart 1:25.000
valt te betreuren (p. 218).
De eindindruk is dat we te maken heb-
ben met een bijzonder belangwekkend
boek voor de Nederlandse kartografie,
dat echter door de vele onnauwkeurig-
heden heel voorzichtig gehanteerd dient
te worden. En dat is een uitgangspunt
dat in de kartografie eigenlijk niet
thuishoort.
Ook zou de inhoud van het boek beter
worden gedragen door de titel: Thema
tische kartografie; vormgeving, produk-
tie en gebruik van kaarten met een
thema.
A.H. Verroen
Ormeling sr, F.J.25 Years Internatio
nal Cartographic Association
1959-1984. International Cartographic
Association, 1987. 138 pp.44 foto's,
2 kaarten, 21 x 30 cm.
ISBN 90 70310 11 2.
Verkrijgbaar bij: Elsevier Applied
Science Publishers Ltd, Crown House,
Linton Road, Barking, Essex, IG11
8JU, England. Prijs £20,-.
25 Jaar geschiedenis van de Internatio
nale Kartografische Vereniging (ica)
geeft een schat aan informatie over de
vereniging in de eerste kwart eeuw van
haar bestaan.
H. Fullard schrijft in het voorwoord
onder meer: In alle organisaties bestaat
het probleem om de tijd en de midde-
len te vinden het verleden voor de toe-
komst vast te leggen, omdat men te
zeer is bezet met de bezigheden van al-
ledag en het maken van plannen voor
de toekomst. Toch is het waardevol de
geschiedenis vast te leggen, met name
voor nieuwe snel groeiende organisa
ties met beperkte middelen; veel wat is
gebeurd is alleen aanwezig in het ge-
heugen van enkelen en zal, indien niet
vastgelegd. snel verdwijnen. Fullard
vervolgt dan dat de ICA zieh gelukkig
prijst dat prof. Ormeling sr die taak op
zieh heeft genomen, omdat juist hij in
de unieke positie is de verschillende
aspekten van de iCA-geschiedenis te
overzien. Immers Ormeling was in de
beginperiode een aktieve supporter van
de vereniging en daarna twaalf jaar se-
kretaris/penningmeester (1964-1976) en
voorzitter (1976-1984).
In het eerste gedeelte van het boek
worden achtereenvolgens besproken:
de voorgeschiedenis en oprichting;
de algemene organisatie van konfe-
renties en een kort overzicht van 12
konferenties;
de tentoonstellingen ter gelegenheid
van konferenties (meestal een voor
elk deelgebied: nationale, internatio
nale en historische kaarten, en een
technische tentoonstelling);
de kommissies en werkgroepen met
hun mandaten, en
de publikaties onder de iCA-vlag.
In de verschillende hoofdstukken vindt
men informatie over onder andere de
bestuurssamenstellingen, de landen
welke lid zijn (geworden), de konferen-
tiethema's, welke landen deelnamen
aan de konferenties en het aantal ge-
presenteerde papers. Van de vele publi
katies uitgebracht door of onder
auspicien van de ICA worden natuurlijk
genoemd het Internationale Kartogra-
fisch Jaarboek en het Meertalig Woor-
denboek van Kartografische Termen.
In een afzonderlijk hoofdstuk worden
de seminars besproken, welke sedert
1978 in verschillende ontwikkelingslan-
den in Azie en Afrika zijn gehouden.
Deze seminars waren vooral bedoeld
om ter plekke kartografen van de
nieuwste ontwikkelingen in automatise-
ring en onderwijs op de hoogte te stel
len. Immers juist in die landen bestaan
vaak financiele beperkingen voor deel-
name aan internationale konferenties.
Door een team van experts bij die se
minars in te zetten, kon voor relatief
weinig geld een groot publiek worden
bereikt.
In een volgend hoofdstuk staan vermeld
de relaties en de samenwerking met in
ternationale zusterverenigingen op de
vakgebieden van de geografie, de foto-
grammetrie en remote sensing, en het
landmeten.
De bekende Russische kartograaf K.A.
Salichtchev geeft in een 20-tal bladzij-
den een overzicht van de kartografische
tijdschriften in de wereld. Alle regel-
matige lezers van het KT zullen zeker
instemmen met hetgeen Salichtchev
schrijft over ons tijdschrift: "Zijn be-
langrijkste Verdienste is dat kartografi
sche onderwerpen in de breedte
worden behandeld, dat het regelmatig
verschijnt en dat de inhoud weten-
schappelijk-technisch relevant is. Indien
men ook kijkt naar de sociale en orga
nisatorische rol welke het tijdschrift
speelt, dan is het zeker te rechtvaar-
digen dit tijdschrift als een model voor
kartografische periodieken in kleine
landen te beschouwen". Een terecht
kompliment voor de redaktie van het
KT.
In het laatste hoofdstuk worden in het
kort de Verdiensten geschilderd van een
11-tal personen die een belangrijke rol
in de ica hebben gespeeld, zoals Im-
hof, Salichtchev en Robinson. Zonder
twijfel zou, indien Ormeling dit boek
niet had geschreven, een twaalfde arti-
kel over hem op zijn plaats zijn ge-
weest. Met dit boek heeft hij zieh
echter opnieuw geprofileerd als een
van de grote mannen in de ICA-
geschiedenis.
Voor allen die interesse hebben in de
geschiedenis van de ica, maar ook in
de grote ontwikkelingen in de kartogra
fie tussen 1959 en 1984 geeft dit boek
een uitstekend overzicht. Daarnaast is
het voor nu en voor de toekomst een
nuttig naslagwerk en voldoet daarmee
aan hetgeen Fullard in de inleiding
schreef.
A.J. Kers
Donkersloot-de Vrij (Marijke), De
Vechtstreek - Oude kaarten en de ge
schiedenis van het landschap. Weesp:
Uitgeverij Heureka, 1985. 143 pp.,
31 x 24 cm. ISBN 90 6262 222 4.
Prijs f69,50.
In de snel aangroeiende reeks van pu
blikaties die zieh bezig houden met de
historische kaarten van grotere en klei
nere gebieden, dient dit boek gesigna-
leerd te worden als een in vele
opzichten nieuw geluid. Tot betrekke-
lijk kort geleden hielden de meeste pu
blikaties op dit gebied zieh voorname-
lijk bezig met de karto-bibliografische
aspekten van het historische kaartmate-
riaal. Het ging daarbij om ordening en
beschrijving van de vaak zeer verspreid
voorkomende kaartdokumenten, om
vaststelling en datering van opeenvol-
gende edities en 'staten', om auteurs en
uitgevers, eventuele navolgingen en pla-
giaten, lokaties, kortom: de vaststelling
van de 'status' van de kaart in de
karto-bibliografie. Goede voorbeelden
hiervan, zoals de boeken van mevr.
Vredenberg-Alink over de kaarten van
Groningerland en Gelderland, en dik-
wijls de kommentaren bij de heruitga-
ven van grote kaarten door Canaletto,
dragen min of meer dit karakter. Met
name voor kaartenverzamelaars en
kaartbeheerders zijn en blijven deze
publikaties van groot nut.
Intussen is ook in Nederland de regio
nale geschiedbeoefening, en met name
de zogenaamde landschapsgeschiedenis,
62