berichten
7
In memoriam J. Ooms
Op Nieuwjaarsdag 1988 overleed op
71-jarige leeftijd de heer J. Ooms,
voormalig hoofd van de afdeling Topo-
grafen van de Topografische Dienst.
Hij werd, na zijn middelbare school-
opleiding, al jong te werk gesteld bij
de Meetkundige Dienst van de Rijks-
waterstaat in Delft en was werkzaam
op de rekenkamer. Prof. dr ir
W. Schermerhorn, die toen nog hoofd
van de Meetkundige Dienst was, gaf
zijn medewerkers de gelegenheid om
kolleges te volgen aan de Technische
Hogeschool, afdeling Geodesie. De
heer Ooms heeft ook van die gelegen
heid gebruik gemaakt en volgde de
kolleges in landmeetkunde en foto-
grammetrie. De uren, welke daarvoor
verzuimd werden, moesten wel
's avonds of 's nachts worden inge-
haald. Dit was mogelijk omdat men bij
de Meetkundige Dienst in de afdeling
Fotogrammetrie werkte in een drieploe-
gensysteem.
Gedurende de mobilisatie in 1939-'40
was hij in militaire dienst en na het
einde van de Tweede Wereldoorlog
werd hij opnieuw opgeroepen en was
tot december 1950 werkzaam als lucht-
machtofficier bij de afdeling Dienst-
plicht op het Ministerie van Defensie.
Hierdoor kwam hij in kontakt met de
Topografische Dienst in Delft en werd
hij op 1 december 1950 in dienst geno-
men als adjunkt-chef van de afdeling
Topografen. Op 1 november 1954 werd
hij tot chef benoemd en volgde de heer
Y. Steenstra op, die toen met pensioen
ging-
De heer Ooms heeft zijn werk met en-
thousiasme verricht en heeft zijn
steentje bijgedragen aan de totstandko-
ming van de kwaliteit en betrouwbaar-
heid van de topografische kaart. Ook
de hoogtemeting behoorde tot zijn
taak. In verband hiermee en met zijn
werkzaamheden bij de Meetkundige
Dienst heeft hij mede bijgedragen aan
de totstandkoming van de Hoogtekaart
van Nederland 1:10.000. De Meetkundi
ge Dienst levert namelijk hiervoor de
vele hoogtecijfers, terwijl de verdere
afwerking in de handen ligt van de To
pografische Dienst.
Om zijn kennis nog meer te verbreden,
volgde hij in de jaren zestig gedurende
drie jaar kolleges fysische geografie en
kartografie aan het Geografisch Insti-
tuut van de Rijksuniversiteit Utrecht en
legde verschillende examens af. Mede
door dit kontakt heeft men bij de To
pografische Dienst later geografen, met
specialisatie kartografie, bij de afdelin-
gen Topografen en Kartografie in
dienst genomen.
Ook aan de generalisatie voor de kaart
1:50.000 heeft hij veel aandacht gege-
ven. Hij ijverde er vooral voor om to
pografen, met veel terreinervaring, met
dit werk te belasten.
Bij de diskussies over de kaartinhoud
wist hij met veel verve zijn standpunt
te verdedigen en men moest met goede
argumenten komen om hem, als dit no-
dig bleek, tot een andere overtuiging te
brengen.
Na zijn pensionering in 1981 bleef hij
nog enkele jaren in Delft wonen, maar
het hart van hem en zijn vrouw trok
toch naar het oosten van het land. Zij
besloten om in Nijverdal een fijn huis
te betrekken. Zijn Delftse vrienden kon
hij echter niet vergeten en regelmatig
kwam hij in Delft terug en maakte dan
altijd ook nog een ritje naar het Strand
en de Noordzee, waar hij zo van hield.
In de laatste jaren kreeg hij wat last
met zijn gezondheid. Het lopen werd
moeilijker, wat hij zonder veel moppe-
ren verwerkte. Totdat hij omstreeks
half december 1987 hoorde dat hij lij-
dende was aan een ongeneeslijke
kwaal. Gelukkig heeft hij maar een
kort ziekbed gehad, waardoor hem
wellicht veel lijden is bespaard. Zijn
begrafenis vond onder grote belangstel-
ling plaats op 6 januari in Hel-
lendoorn.
L. van Zuijlen
In memoriam M. Dansen
Op 21 februari 1988 overleed Rinus
Dansen. Onverwacht, ook voor hen
die al op de hoogte waren van de ziek-
te waarmee hij de laatste tijd heeft ge-
worsteld. De instelling, die hij daarbij
toonde, was die zoals wij in de profes-
sionele kartografische wereld zo goed
van hem kenden: knokken voor een
goede zaak en met het vertrouwen er
goed uit te komen.
Nadat Rinus Dansen aanvankelijk
werkzaam was als foto-lithograaf en
grafisch ontwerper, kwam hij op 23
mei 1955 bij de Rijks Geologische
Dienst (RGD) als tekenaar. Ruim tien
jaar later bekroonde hij deze funktie
met de aanstelling als hoofd van de
nieuw ingestelde Afdeling Kartografie
van de RGD. Achttien jaar lang zette hij
zieh in die funktie in voor de geologi
sche kartering in Nederland en leverde