Besluit 52 pelijke tijdschriften, week- en dagbladen of televisie- Noi programma's. In het eerder genoemde eindrapport Derde editie Atlas van Nederland stelt de commissie een nieuwe inhoud voor van het begrip nationale atlas, namelijk dat van een nationale-atlas informatiesysteem. Hiermee wordt een centraal gegevensbestand bedoeld waaraan op een aantal verschillende manieren ruimtelijke informatie te ontlenen is. Uit dat centraal gegevensbestand moet het mogelijk zijn zowel traditionele, papieren, atlassen te produceren als digitale kaarten, te genereren op een beeldscherm. Dit is slechts mogelijk wanneer het nais ook als nationaal distributiepunt van ruimtelijke informatie fungeert, waar- bij het weer beschikbaar stellen van de ruimtelijke infor matie in gestandaardiseerde en (karto)grafisch bewerkte vorm aan de leverancier de verstrekking van de informa tie aantrekkelijk moet maken. Konsequentie van een der- gelijke opbouw zou een permanent atlasbureau zijn, zoals dat bijvoorbeeld in Canada, Finland en Noorwegen aan- wezig is. Om de haalbaarheid hiervan na te gaan is voor de tweede helft van 1988 een onderzoek gepland, in overleg met de Staatsuitgeverijmogelijk in samenwerking met het Mini- sterie van Economische Zaken en het Nederlands Bureau voor Bibliotheekwezen en Informatieverzorging. Indien dat onderzoek de haalbaarheid van het projekt aantoont, zal ernaar gestreefd worden een proefprojekt van circa drie jaar op te zetten, waarin de fmanciele, organisatori sche en technische aspekten die tijdens het haalbaarheids- onderzoek zijn geinventariseerd, verder worden uitgewerkt, eventueel in samenwerking met een weten- schappelijke instelling met Gis-expertise zoals bijvoor beeld een universiteit, het itc, of de Afdeling Informatie- voorziening van de Rijksplanologische Dienst in Zwolle. Het onderzoek zal onder meer de optimale datastruktuur moeten bepalen, een analyse moeten maken van het ge- bruik van geografische informatie, de opbouw van een kartografisch kennissysteem moeten opstarten, kortom de basis leggen voor een nais. Er dient snel begonnen te worden met bestandsopbouw, zodat na twee jaar al uit- voer van een beperkte hoeveelheid ruimtelijke informatie in de gewenste vorm mogelijk is. De Ad-hoc Commissie voor de Evaluatie van een Derde Editie van de Atlas van Nederland bestond uit drs N.J. Bak- ker, drs J. van Beckum, C.A. van der Beek, drs E.S. Bos, prof. dr P. Burrough, drs C.P.J.M. van Elzakker, mw drs W.J.M. Hoogendoorn-Beks, ir C.A. van Kampen en prof. dr F.J. Ormeling (voorzitter). De Commissie werd in 1987 inge- steld door het Bestuur van de Stichting Wetenschappelijke Atlas van Nederland. Bij de samenstelling van dit artikel werd vooral veel steun ondervonden van mw drs W.J.M. Hoogendoorn-Beks. 2. Derde Editie Atlas van Nederland. Eindrapport van de Ad- hoc Commissie voor de Evaluatie van een Derde Editie van de Atlas van Nederland, uitgebracht in opdracht van de Stichting Wetenschappelijke Atlas van Nederland in februari 1988. Van dit rapport is een beperkt aantal exemplaren nog op aan- vraag verkrijgbaar bij de Staatsdrukkerij/uitgeverij (mw N. Spieksma, Secretariaat, Postbus 20014, 2500 EA 's Gra- venhage). Literatuur Aalders, H.J.G.L. (1988), Overzicht en toepassingen van opti sche opslagtechnieken. In: Kartografisch Tijdschrift 1988.XIV.1, pp. 31-39. Bakker, N.J. (1984), New policy for a national atlas. In: Natio nal Report 1980-1984. Nederlandse Vereniging voor Kartografie, pp. 33-44. Bakker, N.J., C.P.J.M. van Elzakker en F.J. Ormeling (1987), National atlases and development. In: ITC Journal 1987-1, pp. 83-92. Groot, R. (1979), Canada's national atlas program in the Com puter era. In: The Purpose and Use of National and Regional Atlases (red. B.J. Gutseil). Cartographica Monograph No. 23, University of Toronto Press, pp. 41-52. Monmonier, M.S. (1982), Cartography, Geographie Information and Public Policy. Journal of Geography in Higher Education. Vol. 6-2. Monmonier, M.S. (1985), Technological transition in carto graphy. Madison, Wisconsin. Schee, J.A. van der (1987), Kijk op kaarten. Dissertatie, Vrije Universiteit Amsterdam. Nederlandse Geografische Studies no. 36. KT 1988.XIV.2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 54