De Kaart van Amsterdam 1:10.000 geheel herzien en
verbeterd
A.H. Verroen
Inleiding
Stadskartografie Staat niet zo vaak in de belangstelling.
Voor de kartografie van Amsterdam is daar nu een goede
reden voor, omdat de kleurige wandkaart weer geheel
werd herzien. Maar bovendien werd de inhoud van de
kaart verbeterd en werd de werkwijze grondig gewijzigd,
zodat er alle reden is om daarvan een beschrijving te
geven.
In een periode van vijf jaar versehenen alle negen bladen
opnieuw, met als laatste het blad Schiphol. De verklaring
van tekens en kleuren werd in dit laatste blad opgeno-
men. De herziene kaart is thans verkrijgbaar bij de afde-
ling Kaartverkoop van de Dienst Openbare Werken, zowel
in drie gedrukte uitvoeringen als geplakt op aluminium-
panelen.
Maar tegelijk werden ook de 36 bladen op schaal 1:5000
herzien en in tweekleurendruk opnieuw uitgegeven.
En inmiddels werd er aan een nieuwe herziening en ver-
betering begonnen.
Geschiedenis van de Amsterdamse stadskaart
De vorige volledige herdruk van de gekleurde wandkaart
van Amsterdam verscheen in 1976. Toen werden alle ne
gen bladen nog tegelijk herdrukt; met een totale afmeting
van 228 x 180 cm. De reden daarvoor ligt in het traditio-
nele gebruik van de stadskaart, die na het verschijnen
meestal door de gebruikers werd opgeplakt op 1 innen of
op een houten schot.
Bij de eerste uitgave in 1910 was de stad nog niet zo
groot en kon de hele gemeente gemakkelijk op een blad
van 90,5 x 94 cm worden afgebeeld (zie ftguur 1).
In 1921 werd Amsterdam flink uitgebreid met Waterland,
de IJpolders, Osdorp-Sloten, de Buitenveldertsche polder
en Watergraafsmeer. Er werd dan ook een nieuwe kaart
1:10.000 gemaakt, die in twee bladen verscheen. Maar
ook de kaart in een blad van het bebouwde gebied werd
toen vernieuwd.
Na de oprichting van de afdeling Stadsontwikkeling in
1929 werd eerst de stadskaart van de bebouwde kom op
nieuw getekend. In 1936 werd daarop de kaart van de he
le gemeente vergroot tot vier bladen van 80 x 106 cm. Op
deze vijfde editie van de kaart 1:10.000 komen ook Schip
hol, Amstelveen en de Bijlmermeerpolder reeds voor, in
navolging van de kaarten bij het Algemeen Uitbrei-
dingsplan van 1934.
In de jaren zestig werd om technische redenen besloten
om de stadskaart van Amsterdam te moderniseren en in
kleinere bladen op een grotere schaal te gaan bewerken.
De kaart werd gegraveerd in 36 bladen op schaal 1:5000,
beschrift met voorgezet schrift, en verkleind tot negen
bladen 1:10.000, die werden aangevuld met kleuren. Daar
voor werd een eigen foto-reproduktie afdeling ingericht en
werden nieuwe medewerkers aangetrokken voor het grave-
ren. In 1968 versehenen alle bladen van deze nieuwe edi
tie 1:10.000 in tienkleurendruk en körte tijd later ook alle
nieuwe bladen 1:5000 in grijsdruk (bakker, 1968).
In 1976 versehenen de negen bladen van de kaart 1:10.000
weer tegelijk, zodat de talrijke kaartschotten bij de ge-
meentelijke diensten geheel konden worden vernieuwd
(verroen, 1976). Bij die herziening werd al duidelijk dat
het een onmogelijke opgave is om de kaart in z'n geheel
goed te herzien en alle bladen tegelijk nieuw uit te geven.
Het duurde vervolgens vijf jaar alvorens er weer tijd be-
schikbaar kwam om de kaart grondig te herzien. Allerlei
opdrachten voor themakaarten en een beperkte perso-
neelskapaciteit verhinderden de voorbereiding van een
nieuwe uitgave van de stadskaart 1:10.000. In die periode
werden alleen de aangemelde wijzigingen in de situaties
zo goed mogelijk bijgewerkt in de gravures en de be
schrifting van de bladen 1:5000.
Herzieningscyclus
In 1981 werd er besloten om voor de herziening een an
dere werkwijze te gaan volgen, gebaseerd op nieuwe uit-
gangspunten:
1. Blad na blad zal worden bewerkt in een voortdurende
systematische volgorde.
2. De kaartinhoud zal strikt worden bepaald door de
nieuwste luchtfoto's. Onder de bladen wordt een duide-
lijke datering geplaatst en plannen zullen niet meer
worden opgenomen.
3. De beschrifting zal zo mogelijk wel tot het laatste mo-
ment worden aangevuld.
4. De kleuroriginelen voor water en bebouwing zullen op
dezelfde schaal worden vervaardigd als de gravures en
de beschrifting, namelijk 1:5000. De overige kleurori
ginelen worden nog steeds op de schaal 1:10.000 ver
vaardigd.
Er werd begonnen met de drie noordelijke bladen; daarna
werden in 1982 de middelste bladen aangepakt en in 1984
werd er aan de zuidelijke bladen begonnen. In 1987 werd
de cyclus voltooid (zie ftguur 2) en inmiddels is er op
nieuw gestart met de noordelijke bladen. Maar dat is een
nieuw verhaal.
De drukdata van de verschillende bladen wijken enigszins
af van de opnamedata, omdat aanvankelijk alleen de bla
den 1:5000 in druk versehenen en de bladen 1:10.000 in
grijsdruk. De reden is dat alleen de kleuroriginelen voor
water en bebouwing werden gemaakt en dat de andere
KT 1988. XIV. 2
53