bijstand over auteursrechtelijke Pro
blemen.
Deze werkwijze heeft voor auteurs di
verse voordelen:
1. De auteurswet van 1912 is erg inge-
wikkeld. Auteurs kunnen gebruik
maken van de kennis van Beeidrecht
als er sprake is van inbreuk op hun
rechten door bijvoorbeeld werk zon-
der toestemming te publiceren, werk
te verminken of in een verkeerde
kontekst te plaatsen.
2. Afgezien van alle administratieve
rompslomp is uitoefening van het
toestemmingsrecht door de auteur
zelf vaak bijna onmogelijk. Wie kan
vertoning of vermenigvuldiging van
al zijn of haar werken blijven vol-
gen en er op toe zien dat daarvoor
ook eerlijke vergoedingen worden
betaald? Welke gebruiker is in Staat,
als hij dat al wil, om de adressen
van rechthebbenden op te sporen
om zijn plichten na te komen?
Beeidrecht fungeert als centraal
meldpunt voor beide partijen en kan
juist vanuit die positie rechtvaardig-
heid op dit gebied bevorderen. Deze
aktiviteiten beperken zieh niet tot
nationaal niveau. Beeidrecht is lid
van de CISAC en werkt samen met
buitenlandse zusterorganisaties. Elke
organisatie is verantwoordelijk voor
vertoningen en publikaties die bin
nen haar gebied plaatsvinden. Op
die manier behartigt Beeidrecht niet
alleen de belangen van 1200 Neder-
landse auteurs maar ook die van
18.000 buitenlanders en wordt op de
rechten van die 1200 Nederlanders
ook internationaal toegezien.
3. De positie van de auteur ten opzich-
te van de gebruiker is vaak niet van
dien aard, dat de auteur een redelijk
bedrag voor het gebruik van zijn of
haar werk kan eisen. Beeidrecht
daarentegen heeft wel een machtsba-
sis en hanteert internationaal erken-
de tarieven. Die tarieven zijn niet
afhankelijk van de naamsbekendheid
van de auteur maar van kenmerken
als gebruiksdoel, formaat, aantal
kleuren en oplage. Op ongeauthori-
seerd gebruik Staat een boete van
50% boven het geldende tarief.
AI deze diensten worden natuurlijk niet
gratis verricht. Individuele auteurs be-
talen, naast 50,- inschrijfgeld, een
jaarlijkse kontributie van 25,- (voor
bedrijven en instellingen gelden andere
bedragen). Daarnaast houdt Beeidrecht
25% van de gei'nde vergoedingen in
om de gemaakte kosten te dekken. En
75% van de door Beeidrecht gei'nkas-
seerde vergoedingen wordt dus aan de
kunstenaars uitgekeerd.
Ter ere van het tienjarig bestaan van
Beeidrecht is de Beeldrechtwijzer uitge-
bracht. Een bundel van 16 opstellen
over zeer uiteenlopende onderwerpen
op het terrein van het auteursrecht. AI
lezend ontplooit het auteursrecht zieh
in al zijn komplexiteit en gevarieerd-
heid. Wie nog mocht denken dat het
auteursrecht alleen van toepassing is op
boeken en schilderijen wordt hiervan
snel genezen. In een van de opstellen
worden twaalf regels gewijd aan een
(niet eens uitputtende) opsomming van
gebieden waarop het auteursrecht van
toepassing is: van boeken tot bouwwer-
ken, van belichtingsontwerpen tot let
tertypen, van kostuums tot kaarten.
Dat de auteurswet, die uit 1912 stamt,
inmiddels achterhaald is, blijkt glashel-
der uit diverse opstellen. De explosieve
groei van de informatiekonsumptie en
van de technische en kulturele ontwik-
kelingen die daaraan ten grondslag lig-
gen, maken een herziening van de wet
urgent. Denk maar aan het lenen van
boeken uit bibliotheken en het kopieren
van muziek en film op onbespeelde
banden. Hoe omvangrijk het gat tussen
wet en recht inmiddels geworden is
wordt pas duidelijk bij het lezen van
dit boek.
Soorten recht (wie wil er niet een
'droit moral' of een 'droit desuite' ver-
werven) en soorten inbreuk daarop
(niet alleen onrechtmatig gebruik, maar
ook siechte reproduktie, plaatsing in
een verkeerde kontekst en verminking),
alles wordt behandeld en uitvoerig toe-
gelicht met smakelijke anekdotes.
Speciale aandacht verdient hier de bij-
drage van Ferjan Ormeling en Gerrit
van Omme over kaarten en auteurs
recht. Voortbordurend op de oratie van
Ormeling wordt het oneigenlijk gebruik
- of zelfs ronduit misbruik - van kaar
ten aan de kaak gesteld.
De auteurs wijzen op het verschil in
karakter tussen 'kunst' en kaarten.
Dient kunst primair een esthetisch
doel, kaarten ontlenen hun waarde
vooral aan hun informatieve karakter.
Als gevolg daarvan wordt de kreatieve
prestatie van de kaartauteur onderschat.
Bovendien wordt aan het afdrukken van
kaarten vaak minder zorg besteed dan
aan het afdrukken van bijvoorbeeld fo-
to's. Ormeling en Van Omme wijten
deze dubbele moraal aan een gebrekki-
ge 'graphicacy' bij zowel publicist als
lezer. "Uitgevers moeten hun le-
zers hier dus enig normbesef bijbren-
gen" stellen zij. De wens lijkt hier
echter de vader van de gedachte. Want,
afgezien van het feit dat ook de uitge
vers volgens de auteurs niet bedeeld
zijn met een overmaat aan graphicacy,
ontgaat ons het voordeel dat die uitge
vers vooralsnog in deze opvoeding on-
derkennen. Kartografen zullen
allereerst de hand in eigen boezem
moeten steken en de uitgevers opvoe-
den tot kaartsupporters.
Tot welke kartografische wanprodukten
het passeren van (karto)grafische ken
nis kän leiden wordt in het opstel aan-
schouwelijk geillustreerd. Jammer
slechts, dat een van de 10 Figuren
door een kommunikatiestoornis ver-
keerd is afgedrukt en daardoor juist het
argument weerspreekt.
AI met al een lezenswaardig pleidooi
voor het goed benutten van aanwezige
kartografische kennis, opgenomen in
een al even lezenswaardig boekje.
Ook kartografen kunnen de uitoefening
en bescherming van hun rechten bij
Beeidrecht onderbrengen door zieh bij
het bureau van Beeidrecht in te schrij-
ven. Het adres is: Keizersgracht 321,
1016 EE Amsterdam, tel. 020-277147/
276973.
W. van den Goorbergh
Kroniek van Nederland. Amsterdam:
Agon Elsevier, 1988. 29,5 x 24 cm,
1102 pp.56 kaartjes.
ISBN 90 10 05932 4.
Prijs f 135,-.
De Kroniek van Nederland is een ge-
schiedschrijving van ons land die sterk
afwijkt van wat we op dit gebied ge-
wend zijn. De stijl die in de meer dan
6000 artikelen gebruikt wordt is die
van de journalistieke verslaggeving:
helder, direkt en leesbaar als in een
krantebericht. De opmaak in de vorm
van krantepagina's draagt bij tot een
gemakkelijke toegankelijkheid en over-
zichtelijkheid. Ook in de keuze van de
onderwerpen lijkt de Kroniek veel op
een krant: belangrijke politieke, sociale
en economische ontwikkelingen passe
ren de revue. Er is veel aandacht voor
het dagelijkse leven, maar ook kunsten
en wetenschappen komen ruimschoots
aan bod. De ontwikkeling van de kar-
tografie is eveens vastgelegd in een
vijftiental artikelen, van Van Deventer
tot en met de eerste Bos wereldatlas
voor het middelbaar onderwijs.
In zo'n 600 calendaria, die door een
andere opmaak (kader en grijze onder-
grond) van de artikelen zijn geschei-
den, worden feiten uit de geschiedenis
op een rij gezet.
De historische overzichtskaartjes zijn
vervaardigd door het jonge bedrijf
Geografiek uit Amsterdam. Ten opzich-
te van de kaartjes in voorgangers van
de Kroniek van Nederland, de Kroniek
van de 20e eeuw en de Kroniek van de
Mensheidvalt een aanzienlijke verbe-
82
KT 1988. XIV. 2