netwerk
Afscheid ir L. van Zuijlen
Bij zijn terugtreden als hoogleraar aan
het ITC in 1987 nam ir L. van Zuijlen
ook afscheid van de kartografische vak-
wereld. Toch betekende dit nog niet
een definitieve breuk met het vak en de
vakgenoten. Hij bleef in funktie als
adjunkt-direkteur van de Topografische
Dienst totdat hieraan - noodgedwongen
- door het bereiken van de pensioenge-
rechtigde leeftijd een limiet werd
gesteld.
De Topografische Dienst is nog steeds
gespreid over twee vestigingen, zodat
ook zijn afscheid in twee fasen plaats-
vond: in Emmen tijdens een gezellig
samenzijn met het voltallige personeel,
in Delft tijdens een wäre happening
met zeer vele oudgedienden.
Het afscheid nemen stond tevens in het
teken van zijn 40-jarig ambtsjubileum.
Deze viering kreeg in Delft op 29 april
1988 een bijzonder accent door de uit-
reiking van een koninklijke onder-
scheiding.
Na jarenlange plichtsvervulling als bur
ger bij het Ministerie van Defensie, is
hij van nu af naast ambteloos burger
ook Officier in de Orde van Oranje-
Nassau.
Na Van Roermund was Van Zuijlen de
tweede landmeter-geodeet die, op
1 april 1948, bij de Topografische
Dienst zijn loopbaan begon. In diverse
funkties heeft hij een belangrijke rol
gespeeld bij de opbouw en uitbouw
van de fotogrammetrische kartering, de
ontwikkeling van de kaartreproduktie
en de invoering van digitale technie-
ken. Naast zijn technische, vakgerichte
inbreng heeft hij zieh ook heel inten-
sief beziggehouden met organisatori
sche en financiele zaken zoals de
problematiek rondom de civiele kaart-
produktie (met name de kaart 1:25.000)
en de spreidingsoperatie. Vooral op de
ze terreinen heeft hij zieh ingezet, en
uitgeleefd, met alle improvisatievermo-
gen, vechtlust en overtuigingskracht
hem eigen.
Nadat de dienst weer eens op kundige
wijze längs gevaarlijke klippen was ge-
loodst, viel het wel eens tegen wanneer
daarachter het water nog altijd bleek te
kolken.
Vanuit de dienst, van de kant van zijn
kollega's en medewerkers kon hij altijd
op steun rekenen, omdat hij zelf ook
altijd oog had voor de man of de
vrouw aan de tekentafel of achter de
drukpers. En voor hun kinderen... als
de meest overtuigende Sinterklaas die
ik ooit meemaakte. Wij hopen zelfs dat
Sinterklaas niet met pensioen gaat!
Als herinnering aan zijn afscheid kreeg
Van Zuijlen onder meer een facsimile-
uitgave van Cruquius' kaart van het
Hoogheemraadschap van Delfland, met
de hand ingekleurd door een medewer-
ker van de dienst.
P.W. Geudeke
Hoos met de VUT
Op vrijdag 30 September j1heeft ing.
S.C. Hoos afscheid genomen als Hoofd
van de afdeling Kartografie van de
Meetkundige Dienst van Rijkswa-
terstaat.
De drukbezochte reeeptie vond plaats
in de fraaie ambiance van het Tech
nisch Tentoonstellings Centrum in het
voormalige geodesiegebouw te Delft.
Dit was ook de plaats waar Hoos in ja-
nuari 1952 zijn kartografische loopbaan
begon en wel in de rang van bediende,
want er gold (toen ook al) een wer-
vingsstop voor leerling-tekenaars.
In zijn loopbaan heeft Hoos de hele
ontwikkeling meegemaakt in de groot-
schalige kaartvervaardiging van volledig
hand werk naar vrijwel volledige auto-
matisering. Daarbij heeft hij zieh
steeds sterk gemaakt voor handhaving
van de kartografische kwaliteit, iets wat
zeker in de beginjaren van de automati-
sering niet voor iedereen even van-
zelfsprekend was.
In de toespraken werden met name
twee eigenschappen van Hoos gepre-
zen: de brugfunktie die hij altijd heeft
vervuld tussen de geodesie en de kar
tografie, en zijn gevoel voor public re-
lations.
Een en ander blijkt onder meer uit de
vele bestuursfunkties die Hoos vervuld
heeft, waaronder het voorzitterschap
van het Nederlands Genootschap voor
Landmeetkunde, zijn reprografische ar-
tikelen in Geodesia en zijn inzet voor
de PBNAopleiding technisch-kartograaf.
Ondanks zijn pensionering is Hoos nog
lang niet uitgeteld. Zo blijft hij betrok-
ken bij de aktiviteiten rond de feestelij-
ke heropening van het inwendig geheel
gerenoveerde gebouw van de Meetkun
dige Dienst. En verder blijft Hoos lid
van de Begeleidingscommissie pbna
technisch-kartograaf en breidt hij zijn
taken als docent bij deze opleiding
zelfs uit.
M.A. Damoiseaux
KT 1988.XIV.3
15