Gei'ntegreerde topografische kaartproduktie: een oud koncept in een nieuwe technische omgeving R. Groot Inleiding Dit artikel is niet bedoeld als het laatste woord over de geschiedenis van de topografische kaartproduktie. De be- doeling is om een proces van verandering te schetsen dat misschien een aanzet kan zijn tot bezinning op de gebeur- tenissen die wij om ons heen waarnemen en die voort- vloeien uit nieuwe technische ontwikkelingen, met name de kombinatie van rekenautomaat, kommunikatie- en proces-technologie. Vervolgens kan men zieh afvragen welke veranderingen daaruit voortvloeien voor de officiele landskartering en hoe die wijzigingen gerealiseerd zouden kunnen worden. Omdat ik het meest bekend ben met de situatie in Canada, zal ik een en ander toelichten aan de hand van Canadese voorbeelden. Daarmee wil natuurlijk niet worden gezegd dat deze ervaring automatisch geex- trapoleerd kan worden naar andere landen. Thematisch gerichte topografische kaart produktie Gei'ntegreerde topografische kaartproduktie is het bijeen- brengen van data uit verschillende bronnen, die te ver- werken met een juistgekozen kombinatie van technieken, om een topografische kaart te maken die voldoet aan be- paalde goed gedefinieerde gebruikerseisen. De topografische kartografie in Canada was aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw zeer speeifiek doelgericht. Topografische kaarten werden in feite ge- maakt door geologen, landmeters, militaire ingenieurs of hydrografen die een zekere topografische/kartografische kennis hadden en deze direkt toepasten op hun vakgebied. Zij beperkten zieh voornamelijk tot weergave van de to pografie zoals die nodig was voor hun bepaalde themati sche toepassingen. Hoe kwam de gespecialiseerde topografie tot uitdrukking omstreeks 1910? In het handboek voor Canada's Dominion Land Survey (1913) Staat de volgende instruktie voor de landmeter: 'Kaarten moeten het volgende inhouden: opgemeten ka- dastrale grenzen, topografie, hydrologie en andere de menten die betrekking hebben op het meten'. Het veldnotitieboek moest een beschrijving geven van het re- lief, de kwaliteit van het water, het potentieel voor water- kracht, het voorkomen van mineralen, soorten bodem en vegetatie en een beschrijving van landeigendom en land- gebruik. De landmeter was ook verantwoordelijk voor het schatten van de kwaliteit en van het potentiele gebruik van bos met een gedetailleerd houtvolume-rapport. In fei te was hij dus verantwoordelijk voor het kwantificeren en kwalificeren van de topografie en de geografie en werd hij verondersteld schattingen te maken over het toekomsti- ge gebruik van de natuurlijke hulpbronnen. De resultaten van dit werk werden weergegeven in rap- porten en in kaarten (planimetrie en relief) geprodueeerd door de landmeter (zie figuur 1 en 2). Deze aktiviteiten werden onder meer ontwikkeld ter be- vordering van een ordelijke vestiging op de Canadese prairies van de tienduizenden immigranten die na de Eer- ste Wereldoorlog het land binnenstroomden. Er moet daarbij opgemerkt worden dat de eigenlijke meetaktiviteit van de landmeter zeer beperkt was omdat als kadastraal systeem een rechthoekig 6x6 mijl stelsel toegepast werd, begrensd door breedtegraden en meridianen. Deze blok- ken werden dan weer verdeeld in sekties, kwart-sekties of 'townships', 'concessions' en 'lots'. In de opdracht van het Dominion Land Survey systeem voor de landmeters was het begrip van een land informatiesysteem dus reeds als embryo aanwezig. Bij beschouwing van de topografische kaarten die werden geprodueeerd door en voor geologen, wordt het duidelijk dat de aandacht in de eerste plaats gericht was op een ge- iJt .^i^c coir.y -As/t-Htm ßTJU^U lotll WLL*- Std* 10 d 11Iii iii-i i Cru tu t jsüJ~ --».f 4 4. Figuur 1. Een topografische kaart uit 1859 voor kolonisatie en kadastrale doeleinden. (Bron: Weaver, 1968. 28 KT 1988.XIV.3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 30