sehe dienst als producent van de kaarten in het nts ak- koord ging. Er bestaat nu echter in Canada nog steeds een Military Survey, die zieh bezig houdt met gespeciali- seerde zaken zoals de verwerking van militaire inlichtin- gen en het maken van gespecialiseerde kaarten van oefengebieden. Deze ontwikkeling illustreert op interessante wijze hoe lang institutionele processen achter kunnen lopen bij de noodzaak van organisatorische veranderingen en innova- ties. Dat dienen wij vandaag de dag ook voor ogen te houden bij de bespreking van de innovaties die mogelijk en wenselijk zijn als gevolg van de nieuwe technische ontwikkelingen. Kartografie als knelpunt in het produktie- proces Het is bekend dat bovenvermelde specialisatie heeft geleid tot grote verbeteringen in de efficientie van de puntsbepa- ling in de geodesie en fotogrammetrie. Daar tegenover Staat dat de kartografie, ondanks de inbreng van de semi- ologie, met name in de kaartkonstruktie en reproduktie, een 'bottle-neck' is gebleven in vergelijking met de voor- uitgang in andere stadia van het produktieproces. Dat heeft geleid tot hoge verwachtingen voor verbetering van deze situatie door de toepassing van Computers, die in de tweede helft van de jaren zestig werden gei'ntroduceerd als uitvloeisel van ervaringen met grafische computer- toepassingen in de scheepsbouw en bouwkunde. Met betrekking tot het gebruik van rekenautomaten is het nuttig om de opstelling van topografische kartografen te schetsen, zoals die zieh vanaf 1965 heeft ontwikkeld. Toen de eerste aanzetten werden gegeven voor de toepas sing van rekenautomaten in de kartografie, was de ver- wachting dat de achterstand in efficientie snel ingelopen zou kunnen worden. Ofschoon de produktietijd zelf wel verkort werd, bleek echter spoedig dat, door de hoge in- vesteringen die gedaan moesten worden in apparatuur, de winst niet overtuigend was. Ook werd de problematiek van de automatische generalisatie onderschat. Wanneer bijvoorbeeld eenmaal een kaart 1:50.000 in digitale vorm beschikbaar was, bleek het veel minder eenvoudig dan oorspronkelijk verwacht deze digitaal te reduceren tot 1:250.000, of daarmee een 1:250.000 kaart te herzien. In vele opzichten is dit probleem nog steeds niet opgelost. Omstreeks 1972 kreeg men een andere kijk op de digitale produktie. Men vond dat de digitale gegevens niet alleen gebruikt konden worden voor de produktie van de stan- daard kaart, maar ook voor afgeleide produkten voor spe- cifieke doeleinden of voor berekeningen. Dat was een pluspunt voor de efficientie in produktie. Tegelijkertijd werden meer krachtige grafische Computersystemen ont wikkeld, waardoor het tekenen van kaarten binnen het be- reik van niet-kartografen kwam te liggen. Men had echter nog steeds de 'digitale kopie' voor ogen van de traditione- le kaart zonder meer. De relaties tussen ruimtelijke de menten bleven vooralsnog buiten beschouwing. Van kaart- naar informatieperspektief Een volgende stap vond plaats omstreeks 1983, toen het besef doordrong dat het gebruik van de Computer in de ruimtelijke analyse pas goed tot zijn recht kon komen als men een bepaalde struktuur kon creeren in de topografi sche gegevens, waardoor relaties tussen kaartelementen, die normaal bij kaartstudie kunnen worden opgespoord, expliciet of berekenbaar konden worden gemaakt in het bestand. Het doel daarvan is om een bestandsstruktuur te Tabel 1. Geschiedenis van de topografische kartografie na de Tweede Wereldoorlog. I. Traditionele standaard topografische kaart II. Toepassing van de Computer na 1965 III. Digitale kaart of topografisch gegevensbestand (digitale kopie bestaande kaart) na 1972 Meer computer-grafische mogelijkheden IV. Topografisch Informatiesysteem na 1983 Informatie gekodeerd in kleuren en Symbolen. Toegang tot de informatie via de hele kaart of kombinaties van de kleursymbologie door foto mechanische methoden. puntsbepaling, vereffeningen tekenen, graveren. doel: verhoogde efficientie met zelfde 'toegang' als in fase I. doel: zoals in fase I, maar met efficient afgeleide Produkten voor specifieke doeleinden. resultaat: snelle produktie speciale kaarten en bere keningen doch geen principiele verschillen met fase I. Nog steeds een kaartperspektief. resultaat: het tekenen van kaarten komt binnen be- reik van niet-kartografen. doel: uitbreiding van het gebruik van de Computer in de ruimtelijke analyse. gevolg: relaties tussen kaartelementen in het be stand expliciet of berekenbaar. doelwit: informatiegebruikers. Essentieel en prineipieel ander perspektief dan in de fasen I, II, en III. Een informatie-perspektief. KT 1988.XIV.3 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 33