Besluit
Grafmonument
de met Kraijenhoff over de afleiding van het rivierwater
naar zee. Kraijenhoff had aanvankelijk gepleit voor de af-
voer naar de Zuiderzee via de IJssel, maar koos in 1823
voor de uitmonding in de Zeeuwse wateren door een
nieuw te graven Merwede. Het betrof een alternatief voor
het Nieuwe Merwedeplan dat Blanken reeds in 1818 had
ontworpen. In 1828 werd ten koste van Blanken door de
tweede Riviercommissie gekozen voor Kraijenhoffs
Merwede-plan, dat tenslotte na 1850 werd uitgevoerd.
Door de litho-kaart van 1838 te antidateren met 1815
hoopte Blanken als ontwerper van de Nieuwe Merwede
bij het publiek erkenning te vinden26.
Samenvattend kan worden gesteld dat waterstaatsinge-
nieurs als Blanken tussen 1798 en 1829 een belangrijke
bijdrage hebben geleverd aan de kartering van Nederland.
De ambtelijke beheerskaarten van rivieren en wateren
hebben als basis gediend voor zowel de topografisch-
militaire kartering van Nederland als de Verponding.
Hieruit blijkt tevens dat tussen de verschillende over-
heidsdiensten belast met de karteringsarbeid niet alleen
sprake was van konkurrentie maar ook van samen-
werking.
Doordat de waterstaatskaarten uit 1798-1829 niet in druk
zijn versehenen, is de bijdrage van de ingenieurs aan de
kartografie onbekend gebleven. Hierdoor kan de indruk
ontstaan dat in de periode tussen de gedrukte 18e eeuwse
rivierkaarten en de uitgave van de Algemene Rivierkaart
in 1829, geen vooruitgang is geboekt in dit typisch Ne-
derlandse onderdeel van de kartografie. Na 1798 ontwik-
kelt zieh echter een nieuwe Nederlandse waterstaatskarto-
grafie, zoals wordt weerspiegeld in het kartografische
werk van Blanken. Deze ontwikkeling wordt gekenmerkt
door de overgang van pluriforme gewestelijke naar unifor
me boven-gewestelijke kaarten, onder invloed van de
vestiging van de nationale eenheidsstaat en de opkomst
van de bureaukratie. Weliswaar resulteerde deze ontwik
keling niet direkt in een nationale waterstaatkundige kaart
van Nederland, maar het leidde wel tot een uniformiteit
in de diverse beheerskaarten.
De waterstaatskartografie uit de periode 1798-1829, ver
dient naast de rivier- en waterschapskartografie, meer
aandacht in de geschiedbeoefening van de Nederlandse
kartografie.
In 1988 is het 150 jaar geleden dat Jan Blanken overleed.
Terwijl de kaarten voor het grootste deel bewaard zijn ge
bleven in archieven en bibliotheken, dreigt het unieke
gietijzeren grafmonument, dat ter herdenking van deze
belangrijke Nederlandse waterbouwer in Vianen werd op-
gericht, verloren te gaan.
Om dit historische monument van de ondergang te redden
is een stichting opgericht die zieh ten doel heeft gesteld
het grafmonument in oude luister te herstellen. Voor de
restauratie is een bedrag van circa /40.000,- nodig. De
werkzaamheden van de stichting kunnen fmancieel wor
den ondersteund door het overmaken van een gift aan
Stichting Herstel Grafmonument Jan Blanken, p/a Stad-
huis Vianen, Postbus 46, 4130 EA Vianen, bankrek. Am-
robank Vianen nr. 49 64 46 304 (gironr. bank: 2900).
Noten
R.M. Haubourdin is medewerker inventarisatie bij de afdeling
Kaarten en Tekeningen van het Algemeen Rijksarchief te 's Gra-
venhage.
1. Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage (ARA) 2de Afdeling
(2) Binnenlandse Zaken Afd. Waterstaat voor 1830, inv. nr.
240: 'Memorie wegens het nationaal belang van het corps
ingenieurs', J. Blanken Jz., 1814-1816.
2. R.M. Haubourdin, Jan Blanken Janszn. (1755-183 8) nationaal
bouwer. In: De Physique Existentie dezes Lands. Jan Blan
ken, Inspecteur-Generaal van de Waterstaat. Tentoonstellings-
catalogus Rijksmuseum Amsterdam, 1987, pp. 11-28.
Vanwege het ambtelijke en militaire belang kreeg Blanken
geen toestemming voor publikatie. De patronage-relaties van
Blanken met invloedrijke personen, gaf de kaarten nog meer
een exklusief karakter.
3. ARA lste Afdeling (1) Staten-Generaal inv. nr. 3849: Rapport
van de personele commissie tot inspectie van havenen en
dokken 1783-1785, fol. 857-859. Ook van de Zuiderzee werd
een nieuwe kaart verlangd.
Ibidem inv. nr. 9259: Generaal rapport omtrent de personele
commissie van het Defensiewezen, 1785-1789.
ARA 1, collectie Van der Heim inv. nr. 181: Instructie d.d.
3-5-1786 voor de opname voor Haringman en Hartman en
'een deskundig persoon'.
De kaart: R.M. Haubourdin, Inventaris van kaarten, tekenin
gen en modellen van de waterbouwkundige ingenieurs
J. Blanken Jz. 1755-1838A. Blanken Jz. (1764-1824) en
J. van Lakerveld Blanken (1793-1885), 1784-1838. 's-Graven
hage, 1984. BLF inv. nr. 13. Nog voordat de originele kaart
in 1787 aan de Defensiecommissie werd overhandigd, kreeg
Blanken in 1786 deze kopie-kaart van J. Florijn.
4. ARA Afdeling Kaarten en Tekeningen ARAKT BLF inv.
nrs.:l-4; 12; 24 en 58.
Dit blijkt ook uit de titels: MTSH 986 Militaire kaart van
het Goedereesche Zeegat, de Maas.uit 1803.
5. C.Koeman, Geschiedenis van de kartografie van Nederland,
zes eeuwen land- en zeekaarten en stadsplattegronden. Alp-
hen a/d Rijn, 1983, pp. 220-221. 'De Commissie tot de Za
ken, het bepalen der lengte op zee en de verbetering der
zeekaarten betreffende.tekende geen kaarten.
6. ARAKT BLF inv. nr. 4.
ARAKT MCAL 446-447: kopie-kaarten uit 1794-1795.
ARA 2 De archieven van de Inspecteurs en commissies van
de Waterstaat voor 1850 (CIES), inv. nr. 378: Blanken-archief
met net-kaart in rapport.
ARA 2 Marine 1795-1813 inv. nr. 406: d.d. 26-5-1795 werd
de kaart persoonlijk bezorgd.
7. ARA 2 Marine 1795-1813 inv. nr. 451-18: Blanken verbleef
een maand te Parijs en kopieerde op brouillon-papier kaarten
en tekeningen bij de Ecole des Ponts et Chaussees voor de
Bataafse waterbouwkunde. Slechts 66n tekening is bewaard
gebleven: ARAKT VEL inv. nr. 70.
8. G.P. van de Ven, Jan Blanken en de Waterstaat. In: De Phy
sique Existentie dezes Lands, Jan Blanken Inspecteur-
Generaal van de Waterstaat. Tentoonstellingscatalogus
Rijksmuseum Amsterdam, 1987, pp. 59-63.
9. C. Koeman, Handleiding voor de Studie van de Topografi-
sche kaarten van Nederland 1750-1858 Groningen, 1963,
pp. 57-61.
K. Zandvliet, De groote waereld in't kleen geschildert: Ne
derlandse kartografie tussen Middeleeuwen en industriele re-
volutie. Alpen a/d Rijn, 1985, pp. 180-181.
KT 1988.XIV.3
45