Klant of koning. Kaartgebruiker en kaartbeheerder
M. Kok
Informatieverschaffing over kaarten
Inleiding
Op 1 juni 1988 werd aan de Vrije Universiteit in Amster
dam een studiedag van de werkgroep Kaartbeheer gewijd
aan het thema Met het kaartbeheer op weg (zie verslag in
KT 1988. XIV. 2).
Ondergetekende Voerde daar het woord over het onder-
werp 'Klant of Koning, kaartgebruiker en kaartbeheerder'.
Omdat mijn betoog (overigens onbedoeld) deels een ant-
woord was op een vraag gesteld in het redaktionele voor-
woord van het KT 1987.XIII.3, volgt de strekking
hieronder als een soort ingezonden brief. Ik beaam het in
dat voorwoord gestelde en wil het niet alleen op recent
geproduceerde kaarten betrekken, maar op al het beheer-
de kartografische materiaal.
Wat was het probleem van de redaktie van het KT? De
distributie van kartografische produkten van de overheid
(waarvoor de Staatsdrukkerij een monopolie heeft), laat te
wensen over: de bekendheid bij de konsument, zowel par-
tikulier als institutioneel, is gering. Het belangrijkste
middel hiertoe, de Catalogus van Kaarten, Staat boven-
dien op het punt van verdwijnen. Wordt het geen tijd
voor een Kartografisch Informatie Centrum, vroeg de re
daktie zieh af.
Inderdaad. Het is de hoogste tijd voor een dergelijk do-
kumentatiepunt, waar het vakgebied van de kartografie in
de ruimste zin des woords zieh zou kunnen verkopen1.
Op 1 juni heb ik trachten aan te tonen dat dit ook, en
minstens evenzeer, een zaak van de kaartbeheerders is,
die immers te beschouwen zijn als gedecentraliseerde kar
tografische informatiecentra. Die uiteenzetting, in korter
bestek, volgt hieronder.
Ook hoop ik hiermee enige theorievorming te plegen voor
het vak kaartbeheer: door te analyseren waarin de diverse
kaartbeheerders en hun kollekties in ons land verschillen
en overeenkomen, is het mogelijk in de methoden van het
vak algemeen en bijzonder uit elkaar te houden en aldus
te bepalen welke vormen van samenwerking suksesvol
kunnen zijn. En voor een centrale informatieverschaffing
is samenwerking een absolute vereiste.
Klant of koning
De aanduiding 'klant of koning' slaat op de twee gedaan-
ten die, extreem gesteld, de relatie tussen kaartgebruiker
en kaartbeheerder aan kan nemen. De suggestie 'de klant
is koning' duidt op wat ik het winkelmodel noem: de be-
heerder is een middenstander die zijn klant weliswaar
dienstverlenend tegemoet wil treden, maar daarbij fors
gehinderd wordt door het feit dat hem eigenlijk de tijd
ontbreekt om daarnaast ook zijn voorraden up to date, in-
geruimd en op tijd aangevuld te krijgen. De kaartgebrui
ker is een klant in dat model, maar niet altijd even
welkom.
In het andere, het zogenaamde thesauriermodel, dat voor-
al in het verleden een bloeiend bestaan kon leiden2,
vormt de klant öök een probleem maar niet zo besmuikt.
Hij wordt openlijk en zo snel mogelijk weggewerkt omdat
de beheerder het als zijn taak ziet zelf het onderzoek in
de kollektie te doen. Koning is hier niet de gebruiker
maar de beheerder. Wij hopen dat die tijden thans wel
voorbij zijn, want wij achten dit nu niet meer juist. Wij
zijn onverkorte aanhangers van het winkelmodel: wij wil
len de bezoekers zo goed mogelijk van zoveel mogelijk
kartografische informatie voorzien en stuiten daarbij op
bovengenoemde problemen (en soms ook op het spijtige
feit dat de bezoeker nooit een echte klant is omdat hij
niet betaalt).
Ontsluiting met behulp van de Computer
Dat streven om de kaartgebruikers van zoveel mogelijk
informatie te kunnen voorzien, gekombineerd met het
wondermiddel van de Computer, heeft al omstreeks 15
jaar geleden geleid tot een ogenschijnlijk nationale poging
om de inhoud van beheerde kartografische dokumenten
op geautomatiseerde wijze uniform te ontsluiten. Als re-
sultaten van een dergelijke aanpak kunnen genoemd wor
den de Kaartencatalogus van de Stichting voor Bodem-
kartering en de Bibliografie van in Nederland versehenen
kaarten3.
De hoeveelheid toegankelijke informatie in met name de-
ze laatste uitgave is indrukwekkend: lijsten met volledige
(men mag wel zeggen: uitputtende) kaartbeschrijvingen
per uitgever, met indices en registers die regio en thema
ontsluiten. Inderdaad heeft de Computer hier zeer volledig
en diepgravend beschrijvingswerk mogelijk gemaakt.
Maar zoals bij alles in dit leven, moet de diepgang toch
uit de lengte of uit de breedte komen: de Bibliografie be-
schrijft alleen nieuwgemaakte kaarten, en dan alleen in
Nederland gemaakte kaarten, en dan alleen in Nederland
in 1982 (of 1981 of 1980.dus per jaar) gemaakte kaar
ten. Deze opmerking behelst geen kritiek want een en an
der is geheel volgens de opzet van het (vrijwillig) depot
van de Koninklijke Bibliotheek, maar het geeft aan dat
men volledigheid met uitputting moet bekopen, en met
een verhoogde kans op stagnatie.
Voor de kaartgebruikers lijkt het ideaal om over een vol
ledige registratie te beschikken van alle kaarten in Neder
land, beschreven volgens de in de Bibliografie toegepaste
methode. Voor de beheerders lijkt het derhalve de taak
een dergelijke ontsluiting op nationaal niveau na te stre-
KT 1988.XIV.3
51