ven: een registratie waarin de uniforme beschrijvingen
uitwisselbaar zullen zijn, en door middel van terminals
van een Computer ook inderdaad worden uitgewisseld,
door het hele land, of zelfs daarbuiten.
Het is niet mijn bedoeling al te sceptisch te klinken, want
ik vind dit echt een prachtig plan en een schitterend stre-
ven. Maar is het uitvoerbaar? En dan bedoel ik niet: is
het praktisch uitvoerbaar, maar is het theoretisch uitvoer
baar? Deugt de methode van een dergelijke ontsluiting
wel?
Vooropgesteld zij, dat niet de kwaliteit van een dergelijke
wijze van beschrijven ter diskussie Staat, maar slechts de
efficientie ervan, en wel de efficientie om er een optimale
informatieverschaffing aan de kaartgebruiker mee te be
werkstelligen. Is het wel efficient of zelfs wel mogelijk,
om een algemeen overzicht te willen bieden en bij het
kleinste en dus meest bijzondere element te willen begin
nen, en dat eerst op een zo uniforme en volledig mogelij-
ke wijze te willen behandelen?
Het kartografische veld
Om deze twijfel aanschouwelijk te maken heb ik datgene
wat wij beheren op generaliserende wijze in beeld ge
bracht (figuur 1 tot en met 4). Onder de beherende in-
stellingen reken ik hier ook de kaartproducenten, ervan
uitgaand dat elke producent van betekenis ook kartografi
sche dokumenten (basismateriaal en winkelwaar) beheert.
a. De kleinste eenheid noem ik het dokument (figuur 1),
waaraan twee aspekten zijn te onderscheiden: het
beeld, waarin de (karto)grafische informatie is vervat,
en de overige met het dokument samenhangende gege-
vens, zoals auteur, datum, bewaarplaats, reproduktie-
techniek, formaat, funktie, prijs en wat dies meer zij.
b. Op een hoger (niet hierarchisch bedoeld) niveau wor
den meerdere van de dokumenten samengenomen tot
een groep (figuur 2). Op papier of in werkelijkheid
zullen we op grond van uiteenlopende kriteria doku
menten groeperen: tot een kollektie bijvoorbeeld (regi
onaal, thematisch, van een persoon), tot een archief
(een taakuitvoerende instantie), tot een serie (door de
producent samengesteld), tot een projekt (basiskaarten
voor een uitgave) of tot een groep van kaarten die niet
in de gewone kästen passen en dus apart geborgen
worden. Het zal duidelijk zijn dat de aard van de do
kumenten - of dat nu hun inhoud is of de zaken er
omheen - van invloed is op de groep waarbij ze wor
den ingedeeld, en tevens dat een dokument tegelijker-
tijd tot meer dan een groep kan behoren.
ZU
c. Nog een stap verder en dan zijn we beland bij wat ik
beschouw als het kardinale niveau: dat van de instel-
ling waar de dokumenten berusten (figuur 3). De be-
zoekerslijsten van de studiedagen van de werkgroep
Kaartbeheer geven opsommingen van deze instellingen:
bibliotheken, musea, verenigingen, onderwijsinstellin-
gen, archiefdiensten, topografisch historische atlassen
en kaartproducenten. De groepsvorming genoemd on
der b. die, zoals we zagen, beinvloed wordt door de
aard van de dokumenten, wordt in nog veel sterkere
mate bepaald door de instelling die de dokumenten be
heert (en dus meestal bezit). Het ligt immers voor de
hand dat elke instelling het materiaal groepeert naar
gelang de eisen die vanuit de instelling aan de doku-
mentenverzameling worden gesteld.
d. En tenslotte, op het hoogste niveau, laat figuur 4 het
beeld zien van kaartbeheer en kaartproduktie in Neder-
land. Met dien verstände dat in deze weergave datgene
waarin de instellingen van elkaar verschillen, is wegge-
vallen en ze zijn voorgesteld als dat wat ze gemeen
hebben. strukturen waarbinnen groepen van dokumen
ten worden beheerd, in welke dokumenten kartografi
sche informatie is vervat.
Ontsluiting van het kartografische veld
De ontsluiting van het kartografische veld vertoont op elk
van deze niveau's het volgende beeld:
a. Het dokument wordt ontsloten door een individuele
beschrijving. Daarbij laat ik in het midden of deze be-
schrijving de inhoud betreff, zoals bij titelbeschrijvin-
52
KT 1988.XIV.3
Figuur 1. Dokument.
Figuur 2. Groep dokumenten.
Figuur 3. Instelling.