gen, of de aanleidinggevende zaak, zoals bij
doelgerichte en archivistische beschrijvingen, of het
uiterlijke schoon, zoals in een verkoopkatalogus of in
een restauratieplan.
b. Op het groepenniveau vinden we ontsluitingen, aange-
duid als katalogi, inventarissen, lijsten en folders. The
matische, systematische en regionale katalogi
beschrijven verzamelingen; standkatalogi zijn er voor
groepen in het depot; inventarissen beschrijven archie-
ven, en als folders heb ik die stukken aangeduid die
informatie geven ten behoeve van verkoop van een be-
paalde serie dokumenten. Hoe deze ontsluiting wordt
gedaan hangt, evenals de groepering zelf, voornamelijk
af van de betreffende instelling.
c. En die instellingen verschillen dan ook erg in de wijze
waarop zij de ontsluiting van hun eigen bezit hebben
geregeld. Van sommige bibliotheken en verenigingen
bestaan gedrukte katalogi, maar dit komt weinig voor;
zulk een uitgave is arbeidsintensief en kommercieel
weinig lonend. Een aantal kaartproducenten geeft
verkoopkatalogi4 uit maar, vreemd genoeg, lang niet
alle. De archieven hebben sinds kort een volledig
overzicht5 in gedrukte vorm van de groepen die ze in
huis hebben. Maar de meeste instellingen hebben hun
ontsluiting in enkelvoud, als de een of andere vorm
van een fichesysteem.
d. En dan tenslotte, op het hoogste niveau, is daar de
toegang die veelal met de term gids wordt aangeduid.
Uiteraard is hier de Gids voor Kaartenverzamelingen
in NederlancF bedoeld, maar er zijn ook gidsen die
bepaalde typen kaarten, groepen en instellingen over-
zichtelijk maken.
Bezwaren
Wat gebeurt er nu als we de gebruiker het zo volledige
overzicht zouden willen verschaffen, dat ik zoeven
schetste? Als we die bezoeker dus meteen naar de inhoud
van die dokumenten willen leiden? Dan moet een volledi
ge titelbeschrijving van kaarten tot op nationaal niveau
letterlijk 'van de grond' worden getild. Als lijnen in
beeld gebracht, leveren die titelbeschrijvingen een
grauwsluier op die de onderliggende struktuur negeert.
Deze wijze van doen stuit in elk geval op twee bezwaren.
In de eerste plaats zijn er zoveel dokumenten, dat van
volledigheid op nationaal niveau in nog geen lengte van
jaren sprake kan zijn. Daarbij komt, dat de meeste doku
menten al ooit, beknopter of uitgebreider, beschreven
zijn, maar niet door een geüniformeerde titelbeschrijving.
Het tweede bezwaar is wezenlijker. En dat is de veront-
achtzaming van de institutionele struktuur volgens welke
in ons land ongeveer alles is georganiseerd. Die instellin
gen zijn cruciaal.Ze hebben allemaal hun eigen geschie-
denis, hun eigen achtergrond, hun eigen doelstellingen,
hun eigen middelen, hun eigen gebrek aan middelen, hun
eigen-aardig geschoold personeel en vooral de eigen eisen
die ze stellen aan hun kaartbezit. En als de dokumentatie-
behoefte van de instelling niet verloopt längs de lijnen
van de titelbeschrijving, dan komt die centrale registratie
niet of al te moeizaam van de grond7.
Informatieverschafflng over kaarten
Dat die instellingen slechts met zoveel omslag en voorbe-
houd tot een centrale titelbeschrijving komen, is volstrekt
geen bewijs dat aan een centrale informatieverschafflng
over kaarten geen behoefte zou bestaan.
Ik noemde al de Gids voor Kaartenverzamelingen in Ne
derland, in 1981 door Canaletto uitgegeven. Deze gids
voldoet in een grote behoefte en is dan ook (gelukkig)
bij na uitverkocht.
Voorts is er de behoefte aan informatie over kaarten bij
de kaartgebruikers; een behoefte waarmee juist de kaart-
beheerders elke dag te maken hebben. Aan die behoefte
tracht de beheerder tegemoet te komen met wat zijn in
stelling te bieden heeft, en voorts verwijst hij naar overi
ge instellingen waar men de gebruiker zou kunnen
informeren. Zo'n bezoeker is in hoge mate van de kennis
van de beheerder afhankelijk. Hoe respektabel die kennis
en beheerder ook, het blijft een persoonsgebonden en ook
een beperkte Service die de bezoeker nergens na kan
slaan en die hem ook onthouden kan worden (de thesau-
rier in de beheerder is niet altijd dood!).
Tenslotte wordt de dokumentatiebehoefte ook bij konsu-
menten van hedendaagse kaarten aangetoond in het voor-
noemde voorwoord van het KT 1987.XIII.3. De weinig
kommerciele opzet van de kaartproduktie in Nederland is
inderdaad merkwaardig (zie ook noot 1). De belangrijkste
KT 1988.XIV.3
ontsluiting door
ßidsen
Figuur 4. Kaarten in Nederland.
Catalogi
Overzi eilten
Verkoopeatafogi
Catalogi
Inventarissen
Folders
jrtepen
Beschrijvingen L»iiiü
k flirten
Figuur 5. De 'grauwsluier': ontsluiting van kartografisch materi-
aal door integrale uniformetitelbeschrijving.
53