kaartgebruik De kaart van de grondwaterstroming op de Nederlandse zandgronden T-fe— "LT N.H.S.M. de Wit d fstmm Inleiding De snelle ontwikkeling van de intensieve veehouderij op de Nederlandse zandgronden gedurende de laatste decen- nia heeft naast economische voordelen ook een aantal ne- gatieve gevolgen voor natuur en landschap. Höge mestgiften leiden op diverse plaatsen tot een toenemende verontreiniging van grond- en oppervlaktewater, met name met nitraat. Via het grond- en oppervlaktewater kunnen verontreini- gingen worden afgevoerd van de agrarische brongebieden naar gebieden die afhankelijk zijn van water met een goe- de kwaliteit, zoals natuur en waterwingebieden. De funk- ties die de laatste beide gebieden vervullen worden door deze externe verontreinigingen in toenemende mate be- dreigd. Vanuit het oogpunt van ruimtelijk beleid met be- trekking tot het behoud en beheer van genoemde natuur- en waterwinfunkties is een inzicht in de hydrologische re- laties tussen delen van het landelijk gebied van groot be lang. Indien de voedingsgebieden, die de natuurgebieden van grond- en oppervlaktewater voorzien, bekend zijn, kunnen meer uitgebreide gebiedsgerichte beschermings- maatregelen wordt genomen. Om een inzicht te verkrijgen in deze ruimtelijke effekten van bemesting had de Rijksplanologische Dienst behoefte aan een kaart, waaruit de verplaatsing van Stoffen via het grondwater en de bedreiging van de natuurgebieden en drinkwaterwinningen kan worden afgeleid. Deze kaart is ontwikkeld door de Vakgroep Fysische Geografie van de Rijksuniversiteit Utrecht en in 5 bladen gepubliceerd op schaal 1 125.000 (Vissers etal, 1985; De Wit en Bleuten, in voorbereiding). De kaart is vervaardigd met behulp van bestaand kaart- materiaal op de schaal 1 50.000. Door integratie van monothematische kaartvlakken, die direkt of indirekt in- formatie verschaffen omtrent de hydrologische situatie, zijn de zandgronden ingedeeld in kwel-, infiltratie- en hy drologisch geisoleerde gebieden. Doordat tevens belang- rijke drainerende waterlopen en waterscheidingen zijn weergegeven, zijn stroomgebieden van ondiep grondwater ontstaan, waarbinnen kwel- en infiltratiegebieden een samenhang vertonen. Omdat daarnaast het landgebruik is weergegeven, is de kaart goed bruikbaar bij planvorming op nationaal of re gionaal niveau, zoals de Ruimtelijke visie op de intensieve veehouderij in zone C en de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (Van der Klundert en Veelenturf, 1986), bij streekplannen en bij de aanwijzing van grondwater- en bodembeschermingsgebieden Toepassing van de kaart op lokaal niveau zal, gegeven de schaal van het gebruikte basis materiaal, echter altijd aan- vullend hydrologisch onderzoek vereisen. Onderscheiding van de hydrologische kaart- eenheden Op basis van het stromingspatroon van het ondiepe grondwater kunnen de volgende funktionele kaarteenhe- 56 KT 1988.XIV.3 Infiltratiegebied 5m - 50m 50m - 5000m Hydrologisch geisoieerd gebied 50m Kwelgebied Im - 3m 50m Grondwaterspiegel -> Lokale grondwaterstroom Regionale grondwaterstroom ÖOOO\ Hydrologische basis Siecht doorlatende laag Drainerende watergang Figuur 1. Stromingspatroon van het grondwater binnen de on- derscheiden hydrologische eenheden (schematisch).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 58