h fk q |-| rp 1/11"| pA |i i Stichting Wetenschappelijke Atlas van Nederland. Atlas van Nederland deel 2. Bewoningsgeschiedenis. 's-Gravenhage: Staatsuitgeverij1984. 24 pp. 36 x 30,6 cm. ISBN 9012 05002 2 (deel 2), ISBN 9012 05000 6 (kompleet). Prijs f29,50 per deel. Het tweede van de uit twintig delen bestaande Atlas van Nederland geeft een overzicht van de bewoningsgeschie denis van ons land. De manier waarop de mens zieh vestigde, de vorm waarin dat gebeurde en de ruimtelijke ontwik- kelingen die daar het gevolg van wa ren, worden in vier perioden verdeeld: 1. tot 500 na Chr., 2. van 500 tot 1300, 3. van 1300 tot 1800 en 4. van 1800 tot 1930. De atlas wordt besloten met een overzicht van wat is overgeble- ven en in aanmerking zou moeten kö rnen voor bescherming. In de periode tot 1300 na Chr. (hoofd- stuk 1 en 2) staan het gevecht van de mens tegen het water, en de gevolgen daarvan voor de wijze waarop de be- woning plaatsvond, centraal. Daarna komen stedelijke zowel als infrastruktu- rele ontwikkelingen aan de orde. De 'ruimtelijke neerslag' wordt door mid- del van topografische en thematische kaarten, (lucht)foto's en diagrammen weergegeven. De tekst geeft de lezer een goed beeld van de bewoningsgeschiedenis. De ver- wijzing naar de bij de verschillende paragrafen behorende figuren (direkt achter de titel van de paragraaf) draagt hier zeker toe bij. De relatie tussen tekst, titel van de fi- guur en de figuur zelf leidt voor de le zer nogal eens tot onduidelijkheid. Zo wordt de tekst bij figuur 3 ingeleid door de titel 'Nederzettingen in de Ro- meinse tijd'. Figuur 3 zelf heet 'Neder land in de Romeinse tijd'. Overeen- stemming is gewenst. De afwisseling van grafische en foto grafische illustraties werkt verhelde- rend. Het zou prettig zijn als ook het bijschrift bij de foto's het onderwerp aan zou geven dat tot de keuze van de foto heeft geleid. In dit verband zou als bijschrift bij figuur 11 'Verspreide agrarische bebouwing in Fynaarf niet misstaan. Sommige figuren zijn inhoudelijk nogal ingewikkeld waardoor de zin ervan (vi- sualiseren en verduidelijken van de tekst) verloren gaat. Bij figuur 17 is het speciaal voor de figuur bedoelde tekstje niet alleen broodnodig, maar het benadrukt door haar lengte ook het volgende: de Atlas van Nederland blijft een lees- en naslagwerk voor gei'nteres- seerde leken. Het beeld dat een figuur moet geven, hangt niet alleen af van de randinfor- matie, maar ook van de opzet en de keuze van de visuele variabelen, zoals grootte en kleur. De hierarchie in de perioden van uitbreiding van de Steden in figuur 16 wordt niet ondersteund door de kleurkeuze (van grijs naar groen, met het opvallende rood ergens in het midden). De kleurkeuze van fi guur 28 daarentegen is uitstekend en verbeten het beeld, dat samen met de juiste opzet en randinformatie tot stand is gekomen. Om als voorbeeld voor een goede thematische kaart te dienen zou deze kaart (en alle andere in de at las) nog van een visueel meetbare schaalaanduiding moeten worden voor- zien (schaalstok). Als laatste wat opmerkingen over de lay-out: voor een optimale leesbaarheid is konsekwentheid in plaatsing van ti- tels en gebruik van kaders of (gekleur- de) achtergronden gewenst. De achtergrondkleur van de figuren is te overheersend. De plaatsing van de speciaal voor de figuren bedoelde tekstjes is weliswaar eenduidig (per pagina), maar het ver- sterkt de enigszins rommelige lay-out van tekst, subtekst en figuren. Deel 2 van de Atlas van Nederland le- vert voldoende stof tot lezen en 'zien' voor de nieuwsgierige lezer. Het 'zien' kan hier en daar beter. Hierbij wordt gedacht aan de opzet van de figuren (niet te ingewikkeld), de randinformatie in kombinatie met tekst en figuren (be schriften), de keuze van de visuele va riabelen (kleur) en de lay-out. N. van Betlehem-de Vink Van Krimpen, H., Grafisch Zakboek, hedendaagse begrippen. De Bilt: Can- tecleer, 1988. 187 pp. 20,7 x 11,5 cm. ISBN 90 213 0411 2. Prijs f69,50. De grafische wereld is de laatste de- cennia aan snelle veranderingen onder- hevig. Begrippen raken in onbruik, nieuwe komen op. Was enige tientallen jaren boekdruk de meest toegepaste druktechniek, nu is deze geheel ver- drongen door de off-set. Zeefdruk vindt steeds meer toepassing en flexo- grafie maakt een stormachtige ontwik- keling door. De automatisering heeft een kleine revolutie op het gebied van de grafische kommunikatie veroorzaakt die nog in volle gang is. Een van de gevolgen ervan is wel, dat een geheel nieuw skala van termen en begrippen aan de vaktaal is toegevoegd. Er ont- stond daardoor steeds meer behoefte aan een grafische encyclopedie waarin de thans gangbare begrippen duidelijk worden gedefinieerd en, met het oog op de sterk toegenomen internationale kontakten, in de gangbare vreemde ta- len vermeld. Het Grafisch Zakwoordenboek wil in die behoefte aan duidelijke definities en aan een gemakkelijk hanteerbaar gra fisch woordenboek voorzien. Bij de samenstelling is uitgegaan van het principe dat alleen begrippen moes- ten worden opgenomen die in de hedendaagse praktijk regelmatig voor- komen op het gebied van de eigenlijke grafische technieken (zetten, drukken. afwerking), de uitgeverij (boekproduk- tie, redaktie, typografie, verkoop), computergebruik en relevante chemie en natuurkunde. Termen die met 'het lood' te maken hebben komen derhalve niet voor. Huib van Krimpen, de samensteller van het Grafisch Zakboekis er alles- zins in geslaagd deze opzet waar te maken. De 1644 grafische vakuitdruk- kingen worden beknopt en helder om- schreven. Zo mogelijk wordt een equi- valent gegeven in het Engels, Duits, Frans, Italiaans en Spaans. In elk van deze talen is ook een woordenlijst ach terin het boek opgenomen met verwij- zing naar de Nederlandse uitdrukking. KT 1988.XIV.3 61

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 63