sssssSsKsr«-- k. d~WW- Als bijlage wordt een rastermeter mee- geleverd voor de bepaling van raster- fijnheid, rasterpercentages, lijndiktes en grijsschakering. Sarrune«"~- Ullte cür^-._,r. compute' 254. -wwittc van e; i*- \ich*<eVoe^por co« Omdat in de kartografie veel grafische begrippen worden gehanteerd, ligt een vergelijking met het Kartografisch Vak- woordenboek voor de hand. Voor zover dezelfde termen voorkomen geeft het Zakboek vaak uitgebreider beschrijvin- gen en verwijzingen. Een groot voor- deel is dat de vertaling in een van de vijf genoemde vreemde talen direkt achter de beschrijving is opgenomen. Bij het Kartografisch Vakwoordenboek moet je daarvoor altijd terug naar het Multilingual Dictionary of Technical Terms in Cartography en hoeveel kar- tografen hebben dat in de kast staan? Een enkele maal hanteren beide boeken enigszins verschillende termen (bijvoor- beeld: stripfilm en strippingfilm, om- contacten en kontakten, wrijfletters en afwrijfletters). Opvallend is dat wat betreft de moder ne ontwikkelingen het Grafisch Zak boek meer informatie verschaft dan het Kartografisch Vakwoordenboek. Termen als 'pixel', 'laserprinter', 'compatabili- teit', 'front-end', 'back-end' en 'flexo- druk' komen in de laatste niet voor. Daarnaast verschaft het Zakboek een enorme hoeveelheid informatie over termen die misschien niet of weinig in de kartografie worden gebruikt, maar die van belang zijn voor de kartograaf die zieh wat breder wil orienteren, of zieh beroepshalve wel eens over de grenzen van z'n eigenlijke vakgebied begeeft. Woorden als 'Pantone Mat- ching systeem', 'perscorrectie' en 'cameraklaar model' behoren hier on- getwijfeld toe. Samenvattend kan gesteld worden dat het Grafisch Zakwoordenboek een vak- kundig samengesteld boekwerk is. On- getwijfeld zal dit een standaardwerk worden binnen de grafische wereld waar voortdurend naar gegrepen wordt. Gezien de nauwe relatie van de karto grafie met het grafische vakgebied, is het ook voor kartografen een belangrijk naslagwerk. Het hoort thuis in ieder kartografisch bedrijf of kartografische instelling. In de kartografische vakop- leiding kan elke Student er z'n voordeel mee doen. G.W.J. van Omme Renes, J.De Geschiedenis van het Zuid-Limburgse Cultuurlandschap. Maastricht: Van Gorcum en Stichting Maaslandse Monografieen; Heerlen: Uitgeversmaatschappij Limburgs Dag- blad B. V, 1988. 280 pp.24 x 21 cm. gebonden, 2 kaarten, samen in casset- te. 173 fign. ISBN 90 232 2263 6 Prijs f 125,- Deze publikatie, bestaande uit elf hoofdstukken tekst in een boekdeel en twee losse kaarten, 'erd samengesteld door de Stichting voor Bodemkartering, in opdracht van het Provinciaal Bestuur van Limburg. Het onderzoek maakte deel uit van de voorbereiding voor de herziening van het streekplan Zuid- Limburg. Het boekdeel behandelt de historisch-geografische ontwikkeling in vijf perioden; elke van deze beschrij- vingen eindigt met een overzicht van de resterende historische topografische verschijnselen. Aan deze behandeling gaat een hoofdstuk over het fysisch mi- lieu vooraf. Het boekdeel eindigt met aanbevelingen voor het beheer van het cultuurlandschap. Het onderzoek berustte vooral op het gebruik van oudere en nieuwere topo grafische kaarten, waaronder in het bij- zonder de Tranchotkaart (1801-1814) en de oudste kadastrale minuutplans. Kaartvergelijking en daarnaast diverse historische beschrijvingen en studies over plaatsnamen leverden de meeste gegevens; waar nodig werd enig aan- vullend veldwerk verricht. Derhalve lag veel nadruk op het kaartgebruik. Deze, voor het onderzoek zo belang- rijke, werkwijze wordt zonder nadere toelichting kortweg met de termen kaartvergelijking en kaartinterpretatie aangeduid. Daar het gebruik van oude kaarten, als de Tranchotkaart, nogal wat problemen kan opleveren, zou eni- ge verduidelijking van het kaartge bruik, onder andere bij de legenda- bestanddelen betreffende het bodemge- bruik en de vegetatie, zinvol zijn geweest. De talrijke foto's, thematische kaartjes en fragmenten van oude topografische kaarten vormen een wezenlijke aanvul- ling op de tekst. De keuze ervan is veelal zinvol, maar er zijn enkele the matische kaartjes, zoals het overzichts- kaartje van de terrassenniveaus in het Mergelland, die wat minder funktioneel zijn met betrekking tot de gedetailleer- de historische topografie. Ook zijn er onder deze (aan andere publikaties ont- leende) kaartjes enkele die door sym- boolgebruik of door ontbreken van be- paalde gegevens minder duidelijk zijn, en soms zou dan een ander kaartje de voorkeur hebben verdiend. Zo is in fi- guur 5 de loop van de Oostmaas en van de Westmaas niet duidelijk, in fi- guur 55 ontbreekt de zo belangrijke 'gebergterand', figuur 59 zou beter spreken door toevoeging van hoogtetin- ten, figuur 127 ontbeert een geologi sche ondergrond en is ook overigens onduidelijk door de aard der Symbolen. Sommige teksten bij de figuren zijn wat onvolledig (bijvoorbeeld bij figuur 34 is de verlande bedding van een ou de Maasmeander bedoeld, bij figuur 143 is dalbodem bedoeld in plaats van dal, bij figuur 31 bodemerosie in plaats van erosie). Taalkundig onjuist is een tekst als 'het dorp en haar vorm' (fi guur 48). Ondanks dergelijke kleine te- korten is het boekdeel rijk aan infor matie en door zijn duidelijke struktuur goed leesbaar. Het kaartdeel bevat twee kaarten, elk met een toelichtend hoofdstuk in het boekdeel. De kaart Het oude Cultuur landschap 1:50.000 toont het landschap uit het begin van de 19e eeuw. Het is een chorochromatische grondgebruiks- kaart: bouwland (bruin), grasland (groen), bos, heide en woeste grond (paars) en aanvullende groene lijnen voor de grenzen van brede stroken. De verkavelingsvorm is (in strijd met de kartografische regels) door intensiteit (grijswaarde) van de kleuren bruin en groen weergegeven. Voor het bouwland zijn twee ouderdomsklassen (vöör 1500 en 1500-1810) onderscheiden door mid- del van enig kleurverschil in het bruin. Met rasteropdruk in zwart zijn weerge geven: de toenmalige bebouwde kom en drie hellingkategorieen; droge dalen zijn met lijnen aangegeven. De opmer- kelijke relatie (zoals vermeld in het in leidende hoofdstuk 3) tussen grondge- bruik en enkele bijzondere grondsoor- ten (als grind en zand op de Brunsummerheide of het vuursteenelu- vium op de schiervlakteresten) is niet in kaart gebracht. De kaart Historische dementen in het landschap 1:25.000 is een inventarise- rende kaart van oude topografie, met de recente topografische kaart als on dergrond. De basisgegevens, bebouwde kom, en heide en bos anno 1810, zijn 62 KT 1988. XIV. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 64