met zwarte rasters weergegeven. De
relict-topografie, gegroepeerd in 7 Mas
sen, is in punt-, lijn- of vlaksymbolen
in kleur of zwart uitgebeeld. De kaart
biedt bij globale beschouwing snel een
indruk van de mate waarin vroegere
landschappen bewaard bleven. Het ge-
bruik van de kleur rose, zelfs in enkele
grijswaarden, voor sterk verschillende
gegevens werkt wat misleidend. Bij na-
dere beschouwing van de kaart is er
ook enige onduidelijkheid over de
weergave van de graften; sommige in
het terrein aanwezige steile randjes
(met kenmerken als die van graften)
zijn niet als graft gekarteerd. Ook
wordt het ontbreken op de kaart van
heggen (zo belangrijk in het traditione-
le landschap) niet gemotiveerd. Moge-
lijk berusten deze tekorten op het feit
dat de kaart nagenoeg niet op veldwerk
berust, doch goeddeels op oudere ge
gevens.
Inhoud en uitvoering van boek en kaar-
ten zijn, afgezien van de genoemde te
korten, lofwaardig; deze publikatie
strekt andere landsdelen dan ook ten
voorbeeld.
J.J.C. Piket
Werner Hilgemann, Atlas zur deut
schen Zeitgeschichte 1918-1968. Kar
tenseiten mit Text. München: R. Piper
GmbH Co. KG, 1984. 19,5 x 25 cm.
ISBN 3 492 02460 2.
De redakteur van deze atlas, Werner
Hilgemann, historicus-theoloog en ger-
manist, is onder meer bekend als me-
dewerker aan de in tien talen versehe
nen DTV-Atlas zur Weltgeschichte
(1966), aan de jubileumuitgave van de
Putzgeratlas (1982) en bovenal als re
dakteur van talrijke historische wand-
kaarten. Onder deze laatste verdient in
het bijzonder vermelding de kaart
Deutschland unter Hitler Diktatur
1933-45 versehenen in 1961 bij Justus
Perthes, Darmstadt, waarop met een
openhartigheid die destijds bij onze
oosterburen uitzonderlijk was, en zelfs
tegenwoordig nog geen algemeen goed
is, de wandaden van het nationaal-
socialistische schrikbewind zijn gevisu-
aliseerd. Bij het ter hand nemen van de
onderhavige atlas zijn de verwachtingen
dus hoog gespannen. Zij zullen niet te-
leurgesteld worden.
De atlas bevat vijf hoofdstukken met in
totaal 100 kaarten in kleur, steeds ver-
gezeld van een verklärende tekst op de
naastliggende pagina. De visuele weer
gave is verzorgd door de kartograaf
Jürgen Taufmann, die voortreffelijk
werk heeft geleverd en wiens naam dan
KT 1988.XIV.3
ook terecht op de titelpagina is ver
meld. Taufmann heeft bovenal gewaakt
tegen overlading van het kaartbeeld,
onder meer door zieh te beperken tot
een historisch thema per kaart. Het
zwaartepunt van de atlas wordt ge-
vormd door het derde hoofdstuk waarin
een serie van 51 rarten met tekst is
gewijd aan diverse aspekten van het
Derde Rijk. Als proloog gaan daaraan
twee hoofdstukken vooraf die respektie-
velijk het einde van het Keizerrijk
(1918) en de periode van de Republiek
van Weimar (1919-1933) in beeld bren-
gen, waartegen de nationaal-socialisten
in het bijzonder hun opzwepende Pro
paganda richtten. Achtereenvolgens zijn
in deze hoofdstukken onderwerpen in
beeld gebracht als: brandpunten van de
novemberrevolutie (1918), territoriale
konsequenties van de vredesverdragen
van Versailles (1919), St. Germain
(1919), Neuilly (1919) en Trianon
(1920), de wedergeboorte van Polen,
het ontstaan van de Baltische staten en
van Tsjechoslowakije (de laatste evenals
Polen opgezadeld met aanzienlijke min-
derheden), de formatie en organisatie
van de Reichswei - (1921-1933), de poli-
tieke bondgenoot' happen en verdragen
in de periode 1919-1933, het aandeel
van de Joden in de totale bevolking in
de verschillende landen, de toenemen-
de werkloosheid en de groei der nsdap
in Duitsland begin jaren dertig en de
antisemitische uitingen aldaar tijdens
de Weimarrepubliek.
Hoofdstuk III begint met een reeks van
kaartbeelden betreffende de opbouw
van het machtsapparaat der nationaal-
socialisten na de 'Machtsergreifung' in
1933: formatie en organisatie van de
Reichsarbeitsdienst, Sicherheitsdienst,
Hitlerjugend en de SS (in 1939 225.000
man). Onafwendbaar komt dan het on-
heil nader. Opeenvolgende kaartbeelden
tonen de Duitse herbewapening, eerst
heimelijk, later openlijk met de afkon-
diging van de algemene dienstplicht, de
bezetting van het gedemilitariseerde
Rijngebied, de Anschluss van Oosten-
rijk, de annexatie van de Sudetenduitse
gebieden en de daaropvolgende ont-
manteling van de rest van Tsjechoslo
wakije, het tot stand komen van de as
Rome-Berlijn, het niet-aanvalspact tus-
sen Hitler en Stalin gevolgd door de
inval in Polen (1939) waarmee dan ten-
slotte de krijg in Europa ontbrandt.
Een aantal grimmige beeiden laat de
toenemende terreur van de NSDAP in de
jaren dertig in Duitsland zelf zien: de
lokatie van de eerste koncentratiekam-
pen (6 in 1939, 23 in 1945), van de
Euthanasie-aanstalten waar 'lebensun
werten Lebens' werden geliquideerd,
van de Sondergerichte en VolksgeriCht-
höfe en als dieptepunt de kaart van de
georganiseerde explosie van jodenhaat
in de Reichskristallnacht (9 november
1938), waarbij meer dan 1000 Synago
gen en gebedshuizen werden bescha-
digd, vernield of in brand gestoken en
7500 Joodse zaken werden geplunderd.
De kartografische reportage van de
oorlogsjaren brengt de infernale 'Liqui
dierung des europäischen Judentums'
als uitvloeisel van de Wannseekonfe-
rentie in 1942. Verhelderend zijn
voorts de kaarten die de herkomst van
9 miljoen arbeidskrachten uit bezette
gebieden in beeld brengen, meedogen-
loos uitgebuit in de industrie en op de
landbouwbedrijven van de SS als groot-
kapitalistische ondememer, en van de
500.000 buitenlandse vrijwilligers in de
Waffen SS. Het aantal vrijwilligers uit
Nederland - volgens Hilgemann circa
57.500, dit is bijna het drievoudige van
het getal dat door het Instituut voor
Oorlogsdokumentatie wordt aangehou-
den - lijkt ons schromelijk overdreven.
Onthullend zijn de beeiden van de cen-
tra van verzet in de bezette gebieden
en de voornaamste represailles daarte-
gen (Lidice, Oradour sur Glane; Putten
wordt niet vermeld) onder andere door
de beruchte Einsatzkommandos van de
Sicherheitsdienst achter de frontlinie in
de Sovjetunie.
Met de suksesvolle bestorming van de
'Festung Europa' komt dan aan het
Grootduitse Rijk een einde. De laatste
twee hoofdstukken van de atlas vormen
als het wäre de epiloog op het hoofd-
gebeuren. Zij brengen de rampzalige
gevolgen daarvan in beeld met onder
andere kaarten van de verliezen aan
mensenlevens in de oorlogvoerende
landen, de schamele Joodse restbevol-
kingen, de verwoesting van de Duitse
Steden, de massale bevolkingsverplaat-
singen in en na de oorlog, onder meer
als gevolg van het niet-aanvalspact van
1939, van de opmars van de Russische
legers in 1944-1945, van de deportaties
in de Sovjetunie van minderheden ver
dacht van kollaboratie met de Duitsers
en van het opschuiven van Polen naar
het westen. Een laatste serie kaarten
geeft een beeld van het naoorlogse Eu
ropa met onder meer een verdeeld
Duitsland en een verdeeld Berlijn, de
vorming van Nato en Warschaupact,
van EEG en Comecon.
De poging van Hilgemann c.s. de Duit
se geschiedenis met behulp van de
historische kartografie aanschouwelijk
te maken is uitstekend geslaagd. Het
kaartbeeld kan bijdragen tot een
verdieping van de verbale geschied-
schrijving en tot een verruiming van
inzichten.
F.J. Ormeling sr
63