de stedelingen garant staan voor het nodige onderhoud aan de Grebbedijk. Dit laatste was van belang voor de wa- terkering in het geval van een gevaar- lijk hoge stand van het water in de Rijn. Nog vrij recentelijk werd een voorstel gedaan om het bestuur over de water- schapsbelangen onder te brengen in een Gelders en een Utrechts Water- schap. Die belangen zouden hiermee voor het gebied als geheel vermoede- lijk niet optimaal worden. Immers, de twee nieuw te vormen waterschappen zijn wederzijds afhankelijk van de pri- oriteiten die gesteld worden bij het buurwaterschap. Indien het oostelijke waterschap het water dat van de Veluwe de vallei in- stroomt niet goed verwerkt, zijn de be- woners van het westelijke waterschap mede de dupe. Indien het westelijke waterschap de zorg voor de Grebbedijk niet optimaal regelt kan het oostelijke waterschap hiervan, ondanks het feit dat het hiervoor geen onderhoudsver- antwoordelijkheid draagt, desastreuze gevolgen ondervinden. Het is verheu- gend dat de Minister van Verkeer en Waterstaat enkele dagen voor de studie- dag had besloten dat er in de nabije toekomst een waterschap voor de Gel- derse Vallei als geheel zal komen. De laatste voordracht werd gehouden door de heer J. Sneep, voorzitter van de Stichting Menno van Coehoorn. Hij behandelde onder andere de vraag: waarom heeft de Grebbelinie zo'n be- langrijke rol gespeeld in de landsverde- diging van de afgelopen 400 jaar? In 1579, toen bij de Unie van Utrecht Ne- derland als een kollektief op ging tre- den, werd het duidelijk dat een gemeenschappelijke landsverdediging noodzakelijk was. Er was echter in die jaren te weinig militair potentieel voor- handen om de lange grenzen te kunnen verdedigen tegen de Spaanse overheer- sers. Er moesten prioriteiten worden gesteld. Gekozen werd onder andere voor de Grebbelinie als onderdeel in de verdedigingsgordel. De funktie van de vallei in de vorm van een waterlinie was overigens zeer diskutabel. Een rap- port uit 1807 meldde dat de Rijn slechts zelden voldoende water bevatte om de vallei in zijn geheel onder water te kunnen zetten. In de praktijk zou, nadat de Rijndijk doorgestoken zou zijn, het water in een tiental kommen in het landschap tussen Rhenen en de Zuiderzee strömen. Indien desondanks toch hiertoe besloten zou worden, moest vervolgens het accent in dit stukje regionale landsverdediging ge- legd worden op de droge doorgangen aan weerszijden van deze kommen. Deze linie had zin zolang de oorlog op de grond werd gevoerdVanaf het mo- ment dat vliegtuigen hun intrede in de oorlogsvoering deden had het onder water zetten van een gebied geen zin meer. Wel bleef de Grebbelinie zinvol vanwege de dekking die de heuvels bo- den Het bestaan van de linie is zeker zinvol geweest. Sneep betoogde dat se- dert het jaar 1579 ons land dertien maal in oorlog was en dat, voordat de vliegtuigen hun intrede deden, het slechts eenmaal aan de Fransen gelukte door de linie heen te breken en in Hol land vaste voet aan de grond te krij- gen. Het was jammer dat deze voor dracht niet gei'llustreerd werd met een aantal dia's. Na afloop van de vijf lezingen was er gelegenheid tot het bezoeken van de tentoonstelling Landkaarten van de Gelderse Vallei in Het Rondeel, het Rhenense streekmuseum. Het was een zeer geslaagde dag. Gaarne wil ik dr Deys feliciteren met het boek dat hij schreef, alsmede bedanken voor de uit- stekende organisatie van zowel de stu- diedag als de tentoonstelling. Marc Hameleers Symposium Bestuurlijke ondersteu- ning middels vastgoedinformatie- systemen Op 31 mei 1988 werd in Amsterdam in het World Trade Center door Siemens Nederland een Symposium georgani- seerd voor landelijke, provinciale en gemeentelijke bestuurders over vast- goed (ofwel geografische) informatie- systemen (gis). Doel hiervan was te informeren over mogelijkheden en on- mogelijkheden, beperkingen en voorde- len van deze Systemen. Prof. M.J.M. Bogaerts (Technische Universiteit Delft (tud)) hield de eer- ste voordracht voor de kleine driehon- derd deelnemers, en wel over technologische aspekten van gis. Hij benadrukte dat er thans nog geen effi- ciente Gis-systemen (goed gestruktu- reerde verzamelingen van gegevens waaraan de uitvoerder van overheidsta- ken op een efficiente manier de beno- digde informatie kan ontlenen, in kommunikatie met aanverwante Syste men) bestaan. Naast technologische be perkingen gaf hij ook aan wat er schortte aan de voorziening met gedigi- taliseerde ruimtelijke informatie door de overheid. Als voorbeeld daarvan memoreerde Bogaerts de asynchrone ontwikkeling bij het Kadaster: de auto- matisering van de registratie is bijna voltooid, terwijl er nog nauwelijks begonnen is met die van de landmeet- kundig-kartografische informatievoor- ziening. W.J. Rimmelzwaan, adjunkt-direkteur van het softwarehuis CMG in Utrecht, bracht verslag uit over de ontwikkeling van geografische informatiesystemen door zijn bedrijf in samenwerking met de TUD, in het kader van de Stichting sovik (Samenwerkingsorgaan Vastgoe- dinformatie en Kartografie). Deze stichting begeleidt de produktie van het CLOVis-vastgoedinformatiesysteem, waarvan thans een prototype bij CMG in Utrecht draait, en van remis, een milieu informatiesysteem, waarbij in plaats van de vastgoedattributen milieu- V.l.n.r. J.C.Th. van der Doef prof. dr F.J. Ormeling en ir K. Nije. 6 KT 1988. XIV. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 8