len. Immers het werk van de karto-
graaf onderscheidt zieh van dat van de
computerdeskundige. Als de kartograaf
ontdekt wat de Computer ook in krea-
tief opzicht kan betekenen, dan zal dat
juist zijn kreativiteit stimuleren. Bij de
nieuwe visuele mogelijkheden zal de
kartografie, met name semiologie en
generalisatie, een belangrijke rol blij-
ven speien.
A. de Jonge: De kreatieve kartograaf
zal blijven maar hij zal daarbij gebruik
maken van de Computer.
MekenkampIn ons werk gaat het om
kommunikatie, maar af en toe wordt er
net gedaan of kommunikatie geen we-
tenschap zou zijn maar een stuk kreati
viteit. De kartograaf moet die
kommunikatie uitdragen. Wel dient
men zieh te realiseren dat een karto
graaf, net als een architect, bepaalde
bekwaamheden moet hebben, die je
niet kunt aanleren.
Vraag: De traditionele funktie van
kaarten als enige drager van ruimtelijke
informatie Staat ter diskussie of, juister
gezegd, is relatief tanende. Volgens
'knowledge engineers' zal het niet lang
meer duren of de papieren kaart zal
door de digitale kaart/beeldschermkaart
zijn vervangen. Ook zou de computer-
atlas een bedreiging vormen voor de
traditionele schoolatlas. Houdt men bij
deze redenering wel voldoende reke-
ning met de diversiteit van kartografi-
sche produkten en met didaktische,
ekonomische en psychologische over-
wegingen? Is het waarschijnlijk dat de
papieren kaart zal verdwijnen uit het
onderwijs en het toerisme?
Voorzitter: Het lijkt mij dat bespiege-
lingen over de toekomst van de karto
grafie dikwijls uitgevoerd worden door
vertegenwoordigers van de grote karte-
ringsdiensten. Maar beseffen zij wel
wat er daarnaast gebeurt bij kleine be-
drijven die geen mogelijkheden hebben
om grote investeringen te doen en die
veelal hun produkten nog handmatig
vervaardigen?
Geudeke: Er bestaat geen enkele aan-
leiding om te vrezen dat de papieren
kaart zal verdwijnen. Naast de militaire
behoefte blijft er een vraag voor vrije
tijd en toerisme. Je kunt het vergelij-
ken met de komst van de TV, welke de
boekenproduktie niet ongunstig heeft
bei'nvloed.
Ormeling jr: Bij de komst van de radio
en de TV vreesde men voor het aantal
uitvoeringen van de levende muziek,
respektievelijk het schouwburgbezoek.
De komst van de nieuwe hulpmiddelen
zullen voor een aanvulling en een uit-
breiding zorgen, zie bijvoorbeeld het
middelbaar onderwijs waar allemaal
pakketten worden ontwikkeld voor ver-
betering van het kaartlezen; hierdoor
wordt er meer en beter dan ooit onder
wijs gegeven in kaartgebruik. Elektro
nische atlassen zullen beslist geen
vervangingsmiddel worden, maar ze
geven wel een nieuwe dimensie.
Vraag: Zullen kaartgebruikers in de
toekomst nog zeggen: Göh, wat een
mooie kaart?
Bos: De kwaliteit van de kennisover-
dracht zal mijns inziens verbeteren
door gebruik te maken van de heden-
daagse mogelijkheden. Daar gaat het in
de eerste plaats om. Het is de vraag of
de gebruiker bijvoorbeeld die elektroni
sche atlas mooi zal vinden.
Van der Donck: Als we een mooie
kaart voor ons hebben zal die eerder
en beter bekeken worden dan een lelij-
ke kaart.
Voorzitter: Maar mooi kan toch nooit
een kriterium zijn? Als een mooie
kaart niet funktioneel is heb je er niets
aan. Mooi betekent tevens: goed lees-
baar.
Vraag: Er is ongetwijfeld een sterk toe-
nemende vraag naar digitale informatie
voor militaire en civiele doeleinden.
Het is noodzakelijk om deze behoefte
te konkretiseren ten einde optimale
produktieprogramma's op te zetten. In
diverse landen, zoals de Verenigde Sta-
ten, Verenigd Koninkrijk, Noorwegen,
Zweden, ziet men een nationaal karte-
ringsplan vorm krijgen. Welk platform,
welke instantie of organisatie zou in
Nederland het meest geschikt zijn een
dergelijk plan op te stellen? Zou de
NVK kunnen bijdragen tot de realise-
ring hiervan?
Ormeling jr: De instellingen welke in
de NVK partieiperen moeten dit initie-
ren om er het nodige gewicht aan te
geven. Onder Binnenlandse Zaken res-
sorteert het informatiebeleid, maar
Economische Zaken moet erbij betrok-
ken worden omdat dat ministerie beter
in Staat is er een financiele impuls aan
te geven.
Groot: Zoals uit de ervaring in Canada
blijkt moet je als kartografen op de
achtergrond blijven, want anders wordt
het gezien als een pleidooi voor de
kontinui'teit van de kartografie. Wij
moeten iets doen wat efficient is en
aan een publieke vraag of een markt-
vraag beantwoordt. Er moet een forum
gezocht worden waar een minister naar
luistert, en het enige wat kartografen
en geödeten daarbij kunnen doen is dat
forum adviserenMisschien moet je de
president-direkteur van Philips of je
mand van gelijk gewicht daarvoor be-
naderen.
Van Opstal: Er zal eerst een beleid
moeten komen, dat misschien daarna
door een regeringskommissie verder
geformuleerd kan worden, en eerst dan
wordt een plan opgesteld. Het gaat er-
om iemand te vinden die de politiek
aanzet om tot een beleid te komen
Wie zou je in de Tweede of Eerste Ka
mer daarvoor moeten hebben?
Voorzitter: Destijds, eind jaren vijftig
kregen we de spelling van geografische
namen slechts van de grond, omdat
een politieke partij bereid was daarvoor
initiatieven te nemen. Nu het om een
veel grotere zaak gaat moet op soortge-
lijke manier worden gewerkt.
Vraag: Terugziende op de afgelopen
dertig jaar kan worden gesteld dat de
NVK veel belangrijk werk heeft ver
ficht. Door middel van een omvangrijk
dienstenpakket heeft zij het heterogene
ledenbestand bediend: studiedagen, ten-
toonstellingen, kursussen, tijdschrift.
De nvk heeft krachtig bijgedragen tot
de professionalisering van het kartogra-
fendom door het institutionaliseren van
opleidingen op verschillende niveaus.
Zij heeft na enige aarzeling de rol van
de Computer in de kaartproduktie geac-
cepteerd en een voorlichtende rol op
dit terrein aanvaard. Wij vragen ons bij
dit jubileum af wat de toekomstige rol
van de vereniging zal zijn. Dit dringt
temeer nu de kartografie door het op-
dringen van de Computer in een 'cultu-
ral shock' is geraakt en vele
kartografen zieh in hun bestaan be-
dreigd voelen. Welke stappen denkt het
bestuur te ondernemen om deze krisis
het hoofd te bieden en de NVK een zin-
volle taak te laten vervullen in het
nieuwe tijdperk?
Bos: Met die 'de-skilling crisis' in een
eerdere vraag was ik het al niet eens
en nu ook niet met die 'cultural shock'.
Als er al sprake was van zo'n kultuur-
schok dan was dat in de jaren zeventig,
toen we niet wisten waar het naar toe
ging. Na wat we hier de afgelopen da-
gen hebben gehoord en gezien, is zieh
nu heel duidelijk een richting aan het
ontwikkelen. Met die ontwikkelingen
moet de NVK bij haar aktiviteiten reke-
ning houden, enerzijds, zoals Meken
kamp ook al zei, kijken naar de
kommunikatie als kern van de karto
grafie, en aan de andere kant meegaan
en meesturen op de veranderingsstroom
van deze tijd.
Voorzitter: Wat de toekomst betreft
moeten we uiterst voorzichtig zijn met
KT 1988.XIV.4
13