werp van de kaart of de databasestruktuur of het stellen van een diagnostiek, zoals het opsporen van fouten in de konsistentie van het gegevensbestand. Ook kunnen in- strukties via de kennissystemen worden gegeven aan bij- voorbeeld Studenten of aan nog onvoldoende opgeleid personeel dat toch bij een komplexe taak moet worden in- gezet. Bij kontrole van het kaartvervaardigingsproces als- ook bij de planning ervan kan het systeem behulpzaam zijn. Voor de interpretatie en/of het begrip van een kom plex samenstel van gegevens, en bij het rangschikken en evalueren van een situatie lijkt de inzet van een kennis- systeem eveneens veelbelovend. Kartografie en kennissystemen Het einde van de vorige paragraaf lijkt de oplossing te beloven voor veel kartografische problemen, maar een be- langrijke vraag blijft: 'Hoe brengt men de kartografische kennis nu onder in een kennissysteem?'. In de paragraaf over kunstmatige intelligentie is al gebleken dat er vele soorten kennis bestaan. De kennissysteembouwer zal de invoer voor het systeem betrekken uit handboeken, hand- leidingen en uit gesprekken met de kartograaf zelf. Ver volgens moet deze kennis worden omgezet in een op regels gebaseerd systeem. In de praktijk is inmiddels ge bleken dat de kennistoevoeging aan het systeem een van de meest kritieke fasen in de ontwikkeling van het sy steem is. Met name de dialoog tussen de kartograaf en de systeem- bouwer kan moeizaam verlopen. Er zijn diverse redenen aan te voeren voor het moeizame verloop van een ge- sprek tussen een systeembouwer en een vakexpert. Voor de kartograaf lijkt het alsof de systeembouwer een andere taal spreekt en bovendien het vakgebied niet volledig be- heerst. Maar ook de systeembouwer kent problemen. Er bestaan immers in de kartografie geen eenduidige regels die aangeven hoe kaarten vormgegeven en geproduceerd moeten worden. Natuurlijk bestaat er over een aantal za- ken wel degelijk een zekere konsensus. Zo zijn de karto- grafen het onderling wel eens over fundamentele kaartfouten (symbolen die in grootte verschillen kunnen bijvoorbeeld alleen gebruikt worden voor weergave van kwantitatieve gegevens en niet voor kwalitatieve gege vens). Maar als men twee kartografen op basis van de- zelfde gegevens een kaart laat maken zullen de resultaten van deze opdracht slechts in hoofdlijnen overeenkomen. De kartograaf heeft, net als andere experts, moeite om de kennis waar beslissingen op worden gebaseerd exakt on der woorden te brengen. Ook het aantal regels nodig voor de beschrijving van een handeling wordt danig onder- schat. Tot slot kan het een probleem zijn dat de expert niet zomaar alle kennis die door de jaren heen verworven is wil prijsgeven. Op verschillende plaatsen is men momenteel aan het ex- perimenteren met kartografische kennissystemen. Mackan nes (1986; mackannes et al., 1987) en Robinson en lackson (1985) houden zieh met het kaartontwerp bezig, terwijl Pfefferkorn et al. (1985) voorstellen om de geauto- matiseerde tekstplaatsing in een kaart met behulp van een kennissysteem uit te voeren. Bossler et al. (1988) en Luc key (1987) gebruiken dergelijke Systemen voor de herzie- ning van zeekaarten en Müller (1987) wil de kartografi sche kennissystemen inzetten bij het kaartontwerp door middel van Software pakketten op de PC. Stadelmann en Lodwick (1988) trachten een kennissysteem te gebruiken bij de interpretatie van digitale remote sensing beeiden ten behoeve van kartografische gegevensextraktie. Een toepassing: de herziening van een zeekaart Om aan te geven hoe een kennissysteem in de kartografi sche praktijk kan worden toegepast is een voorbeeld op z'n plaats. Een van de in de vorige paragraaf genoemde experimenten heeft plaats gevonden bij de Amerikaanse hydrografische dienst, de National Ocean Service's Office of Charting and Geodetic Services. Het doel van het ex- periment was te bezien of bij deze dienst het gebruik van kennissystemen zou kunnen leiden tot de verhoging van de produktiviteit, tot vermindering van de subjektiviteit in het kaartvervaardigingsproces en tot vergroting van de konsistentie van dit proces (luckey et al., 1987; bossler et al., 1988). In dit experiment koncentreerde men zieh op de herzie ning van de zeekaart en met name op die van de scheepswraksymbolen. Centraal in dit proces staan twee fasen: 1. de evaluatie van de relevante gegevens om te beslissen of er daadwerkelijk een revisie plaats moet vin- den; en 2. de uiteindelijke toepassing van de revisie, zon- der daarbij in konflikt te komen met andere kaart- elementen. Figuur 3 geeft dit proces schematisch weer. De eerste fase betreff de raadpleging van die onderdelen van de kennisbank die alleen betrekking hebben op het scheepswrak. Ook de brondokumenten, die mogelijke aanwijzingen voor de herziening bevatten, worden aan het systeem bekend gemaakt. De evaluatiefase helpt de karto graaf bij de beslissing de revisie uit te voeren, bij de keuze van het symbool en van de nomenclatuur die hier- bij gebruikt moet worden. Op deze beslissing zijn rand- voorwaarden als de kaartschaal en de ruimte in het kaartbeeld niet van invloed. De uiteindelijke uitvoering van de revisie houdt nu juist wel rekening met de randvoorwaarden. Het scheepswrak- symbool moet nu bezien worden in de kontext van het to tale kaartbeeld. Voorbeelden zijn het generalisatieniveau van het scheepswraksymbool en de kaartelementen rond het te plaatsen symbool, die tot een ruimtekonflikt in de kaart kunnen leiden. Ook het belang van het wrak ten opzichte van andere nabij gelegen gevaren speelt een rol. bron documenten kartogra fische repre- sentatie EVALUATIE - toepassen? - symbool keuze - gevaar? APPLICATIE - schaal generalisatie - gevaar? - conflict herkenning TOEGEVOEGDE EVALUATIE - grafische contekst - nabijheid tot andere Symbolen - navigatie situatie KARTOGRAFISCHE PRAKTIJK - handleiding zeekaarten - naslagwerken - voorschriften Figuur 3. De door een kennissysteem gesteunde herziening van een zeekaart (naar Bossler et al.). KT 1988.XIV.4 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1988 | | pagina 29